publicatie

Spanning februari 2011 :: Maatschappelijke tweedeling

Spanning, februari 2011

Inleiding

Maatschappelijke tweedeling

De afgelopen dertig jaar is de inkomensongelijkheid in Nederland groter geworden, maar of onze samenleving daar beter van geworden is, is nog maar zeer de vraag. Juist de kwaliteit van een samenleving kan onder druk komen te staan, wanneer de verschillen tussen rijk en arm te veel uit elkaar lopen.

Alleen in een betere maatschappij zijn alle mensen gelukkiger, armen en rijken, betoogt SP-Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt in deze aflevering van Spanning. Dat rijken rijker en armen armer zijn geworden is trouwens niet alleen een Nederlands probleem, maar een zaak van de hele wereld. Overal in de westerse wereld zijn de verschillen toegenomen, laat de Nijmeegse student Frans Folkvord in zijn bijdrage overtuigend zien.

Europarlementariër Dennis de Jong en fractiemedewerker in Brussel Reinout Heijdra geven aan dat de huidige Europese koers van meer markt strijdig is met succesvol armoedebeleid. Als de Europese overheid alleen maar kijkt naar een betere concurrentiepositie en bovendien denkt dat dit alleen kan door het bedrijfsleven ruim baan te geven, is het uitgesloten dat de armoede afdoende wordt bestreden. Hoogleraar Giselinde Kuipers heeft vanuit een heel andere invalshoek naar de tweedeling in de maatschappij gekeken. Volgens deze sociologe groeien bevolkinggroepen ook cultureel uit elkaar en bedreigt ook dat de maatschappelijke binding. In haar eigen woorden: ‘Als je niet met elkaar kunt lachen, heb je een probleem’. Hans van Heijningen en Sjaak van der Velden spraken met haar.

Maar naast de tweedeling tussen arm en rijk, bestaat er volgens sommige politieke partijen ook een tweedeling tussen jong en oud. Grof gezegd komt die erop neer dat de jongeren vandaag de dag de dupe zijn van de verworvenheden van de oudere generatie. Daarom zou er iets moeten gebeuren aan het ontslagrecht en de pensioen- en AOW-leeftijd. Voor een deel lijkt de huidige regering hieraan gehoor te willen geven, getuige de plannen om de AOW-leeftijd te verhogen. Toch is het laatste woord daarover nog niet gezegd. Professor Kleinknecht betoogt in een gesprek met Sjaak van der Velden dat er nog steeds geen economische noodzaak is voor verhoging van die leeftijden. Volgens hem is de achterliggende reden voor een eventuele verhoging een verruiming van de arbeidsmarkt, waardoor de lonen verlaagd zouden kunnen worden. Als er dan toch over verhoging moet worden gepraat, dan zou hij differentiatie naar inkomen wel zo rechtvaardig vinden. In zijn bijdrage relativeert Paul de Beer, hoogleraar arbeidsverhoudingen, de belangentegenstelling tussen jongeren en ouderen. Wel houdt hij een pleidooi voor minder harde beloftes voor de toekomst, niemand kan immers de toekomst voorspellen. Met dat laatste zijn Hans van Heijningen en Arjan Vliegenthart het eens, met de aantekening dat het wel zaak is om politieke keuzes te maken. Welke zekerheden je burgers wil bieden en welke niet, is uiteindelijk het gevolg van manier waarop je een samenleving wilt inrichten.

De verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn achter de rug. Hoe die ook zijn afgelopen, het blijft van belang om in de gaten te houden hoe de andere partijen omgaan met hun beloften aan de kiezers. Vlak voor de verkiezingen publiceerde het Wetenschappelijk Bureau van de SP een rapport over het stemgedrag van de PVV van Wilders in de Tweede Kamer sinds zij de regering Rutte steunen.

Henk en Ingrid, de twee fictieve gewone hardwerkende Nederlanders waar Wilders voor zegt op te komen, zullen niet vrolijk worden als ze zien hoe ze door Wilders een oor worden aangenaaid. Een sociaal gezicht is bij de PVV ver te zoeken.

Ten slotte laat Sjaak van der Velden in het Rijke Rooie Leven aan de hand van een poster uit 1952 zien dat tijdens acties er vaak ook een tweedeling ontstaat. Een tweedeling tussen de mensen die meedoen en de mensen die aan de kant blijven staan.