publicatie

Spanning januari 2010 :: Marcus Bakker: onverschrokken

Spanning, januari 2010

Marcus Bakker:

onverschrokken

Tekst: Tiny Kox Foto: Bob Bronshoff / Hollandse Hoogte

Sommigen, zo schrijft de op 24 december overleden Marcus Bakker in zijn boek ‘Wissels’, werden via hun hart, anderen via hun hersens communist. Hij werd het volgens eigen zeggen in de oorlog via zijn vingers, die hij gebruikte om voedselbonnen te stelen voor onderduikers.

Foto: HH/ Bob Bronshoff

Bakker vond het allemaal spannend, zonder het meteen allemaal te snappen. Je deed wat je dacht dat nodig was. Wel met schrik in je lijf, als je om je heen zag hoe de Duitse bezetter je kameraden oppakte, martelde en vermoordde. Toen de oorlog voorbij was, zei hij blij dat hij nu nooit meer angst zou hoeven hebben.

Onverschrokken. Dat beeld hadden we ook thuis van Bakker. Niet dat mijn familie op hem stemde. Hij was immers communist. Wie daarmee heulde, kwam in de hel, hadden de bisschoppen gezegd. Maar ook al mocht jij niet op hem stemmen, hij gaf joú wel een stem als je hoorde tot de werkende klasse. Hij was niet bang voor de grote mijnheren. Zó zag je hem zijn sigaretje draaien in het parlement, zó nam hij weer de een of andere minister genadeloos onder handen. Dat voelde goed.

Toen ik de eerste keer mocht stemmen, stemde ik op hem. Omdat het eigenlijk niet mocht, natuurlijk. Zijn onverschrokkenheid sprak me aan. Later kwam de SP in mijn leven, dus moest Bakker het voortaan zonder mijn stem doen. Pas toen zijn politieke carrière er al op zat en zijn partij verdwenen was, leerde ik hem persoonlijk kennen. In de acties tegen de eerste Golfoorlog, begin jaren ’90. Hij beviel me: hij wist nog steeds wat actievoeren was. Hij was bescheiden. Ik vond hem aardig in de omgang. Veel anderen dachten daar anders over en hen begrijp ik ook. Als prominente bestuurder van de Communistische Partij van Nederland had hij veel vijanden gemaakt buiten zijn partij – maar ook met heel wat mensen binnen zijn partij hard en soms harteloos afgerekend. Communisten leken altijd op oorlogspad. Na de wereldoorlog volgde de Koude Oorlog. Weer: zij tegen de rest. De CPN werd door velen gehaat, voelde zich voortdurend in zijn bestaan bedreigd, hield altijd rekening met infiltranten en met een nieuwe periode ondergronds. Katholiek voorman Romme deed na de oorlog verschillende pogingen de partij verboden te krijgen. Toen Bakker in 1956 Kamerlid werd, gaf niemand hem een hand. De eerste keer dat hij in de Kamer sprak, liep iedereen weg, om achter de toen nog groene gordijnen een hoop herrie te gaan maken. Onbeschoft gedrag in de Nederlandse politiek is niet door Geert Wilders uitgevonden. Communisten voelden zich miskend. Zoveel offers gebracht in de oorlog en dan met de nek worden aangekeken door mensen die vaak heel wat minder dapper waren geweest. Het blind verdedigen van alles wat de Russen deden, deed de CPN begrijpelijkerwijs voor velen een willoze satelliet van het Kremlin lijken. Als Rusland weer eens ergens in het Oostblok huishield, werd de CPN in Nederland daar op afgerekend, in woord, en soms in daad. Later, veel later, snapte Bakker hoe fout het was geweest achter anderen aan te lopen. In zijn boek ‘Wissels’ erkent hij zijn fouten maar sorry zeggen doet hij niet. Hij wilde zich niet onttrekken aan zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn daden. Ik deed zelden iets waar ik niet achterstond op het moment dat ik het deed, legt hij uit. Tegenwoordig zeggen mensen makkelijker sorry. Balkenende zegt: Ik zie nu dat ik Nederland in 2003 in een illegale oorlog heb gerommeld. Sorry hoor. Mag ik nu weer gewoon blijven?

Bakker was uit ander hout gesneden. Staan voor wat je had gedaan – ook als dat met de kennis van nu fout bleek. Maar ook trots op wat je goed had gedaan. Gewone mensen een stem geven, mensen helpen organiseren tegen maatschappelijk onrecht. En meer dan een kwart eeuw Kamerlid zijn, in het begin genadeloos genegeerd, uiteindelijk, op je 25-jarig jubileum, bewonderd en geëerd. Marcus Bakker heeft 86 jaar geleefd. Onverschrokken.