publicatie

Spanning maart 2009 :: De waanzin in en om Iran

Spanning, maart 2009

De waanzin in en om Iran

Tekst: Karel Koster

Dit boek gaat over de gebeurtenissen in en rondom Iran gedurende de laatste kwart eeuw. Het centrale thema is de interactie tussen een aantal grootmachten en hun bondgenoten aan de ene kant en Iran aan de andere kant. Het gaat om het Iran van na de Islamitische revolutie van 1979, die een eind maakte aan het bewind van de pro-Amerikaanse sjah. De conclusie van de auteur is dat de crisissfeer die rondom Iran is geschapen, voor een deel kunstmatig is en een imperiale politiek verhult van de VS en haar bondgenoten. De westerse media hebben vooral tijdens de eerste Golfoorlog – niet die om Koeweit, maar tussen Iran en Irak van 1980 tot 1988 – met hun negatieve beeldvorming bijgedragen aan de spanning en het massale bloedvergieten. Dat is kortgezegd de boodschap van Oosthoek.

Het boek behandelt de voorgeschiedenis van Iran, de revolutie en haar gevolgen, de oorlog tegen Irak en de ontwikkelingen daarna. De ‘kwestie Iran’ is belangrijk vanwege de bewering van de Amerikaanse en Europese regeringen dat Iran met haar nucleaire programma de bouw van een kernbom op het oog heeft.

De schrijver volgt een thematische aanpak. De onderwerpen zijn: de Islamitische revolutie, de Iran-Contra-affaire waar de nieuwe Amerikaanse minister van defensie Gates als CIA-medewerker bij betrokken was, de tanker-oorlog tijdens de eerste Golfoorlog, en de Rushdie-affaire.

Een nadeel van deze opzet is dat een aantal gebeurtenissen meerdere keren wordt beschreven waardoor mogelijke verbanden uit het oog verdwijnen. Bijvoorbeeld de gebeurtenissen tijdens de aanloop naar de Iran-Irak oorlog in 1980 en de gijzelaarscrisis van 1979-1981. De betrokkenheid van de westerse landen bij de bewapening van Irak tijdens de zeer bloedige achtjarige oorlog met Iran wordt grondig uit de doeken gedaan.

In het hoofdstukje over de Amerikaanse gijzelaarcrisis en de onderhandelingen tussen Iran en de Amerikaanse regering in 1980 ontbreekt een nogal belangrijke aanvullende theorie: de October Surprise, beschreven door de Amerikaanse ex-diplomaat Gary Sick. Hij verdedigt de stelling dat vertegenwoordigers van de toenmalige Republikeinse presidentskandidaat Reagan onderhandelden met de Iraanse regering dus buiten de Amerikaanse regering van president Carter om over het tijdstip van de vrijlating van de gijzelaars. De afspraak was dat dit pas na de verkiezingen zou gebeuren, in ruil voor latere Amerikaanse wapenleveranties en het vrijmaken van bevroren Iraanse bankrekeningen in de VS. Deze afspraak kostte de democratische president Carter zijn herverkiezing.

Over de nucleaire crisis zelf geeft het boek een incompleet beeld. Diverse verklaringen van de Iraanse regering worden aangehaald die het gebruik van massavernietigingswapens afwijzen. Dat is op zichzelf geen bewijs van goede trouw. De documenten en rapporten van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) bevatten niet alleen de door Oosthoek aangehaalde zin dat er geen bewijs is voor een kernwapenprogramma. Er worden ook flink wat vragen over het Iraanse programma gesteld die deels nog niet beantwoord zijn door de Iraanse regering. Maar de kritiek van Oosthoek op de manier waarop de Westerse media, niet in het minst de Nederlandse, met het Iraanse nucleaire programma zijn omgegaan, is terecht.

Hij beschrijft ook het Amerikaanse sanctieprogramma dat het Iraanse nucleaire programma deels naar de zwarte markt van nucleair materiaal joeg, omdat de legale bouw van kerncentrales onmogelijk werd gemaakt. Vervolgens is die geheimzinnigheid gebruikt om openheid te eisen die weer stuitte op terughoudendheid van Iran vanwege het risico informatie weg te geven die in handen van Amerikaanse of Israëlische luchtmacht-aanvalsplanners zou kunnen vallen. Zo wordt door een combinatie van onzichtbare en openbare stappen een regering in het nauw gedreven. Overigens komt niet goed aan de orde dat naast de VS en haar bondgenoten ook een aantal niet- westerse landen zoals India hebben meegestemd in de bestuursraad van de IAEA om de ‘zaak Iran’ naar de Veiligheidsraad te verwijzen.

Storend is de haperende eindredactie waardoor er nogal wat fouten in de tekst staan. Het was voor de beschrijving van de Golfoorlogen en andere gebeurtenissen ook nuttig geweest om meer detailkaarten op te nemen. Die zijn namelijk noodzakelijk om de beschrijvingen van de oorlogshandelingen te kunnen volgen. Een alfabetisch register ontbreekt helaas ook. Toch maakt het grote aantal feiten over de recente Iraanse geschiedenis en haar interactie met het Westen dit een nuttig naslagwerk in het Nederlands taalgebied voor mensen die meer willen weten dan wat in de krant staat.

Jan Oosthoek, De waanzin in en om Iran, Uitgeverij Het Zuiden: Vught 2008, 399 p. Bronnenlijst, ISBN-10: 978-90-76564-74-6

Inhoud