publicatie

Spanning maart 2009 :: Harry van Bommel : De Hoop Scheffer : Stop ermee

Spanning, maart 2009

Interview met Tweede Kamerlid Harry van Bommel

“De Hoop Scheffer: Stop ermee! ”

Tekst: Karel Koster en Guido Leemput. Foto: Suzanne van der Kerk

Binnenkort viert de NAVO haar zestigste verjaardag. Reden voor een feestje?

“Integendeel. De NAVO bevindt zich in een regelrechte crisis. Er is grote verdeeldheid over de strategie bij de belangrijke operatie in Afghanistan. Er is onenigheid over de verdeling van de kosten en het verschil van mening over de oorlog tegen Irak is nooit écht opgelost. In tijden van crisis ga je geen feestje bouwen maar moet je met bondgenoten rond de tafel gaan zitten om de problemen te bespreken. Die bespreking moet leiden tot een heldere toekomstvisie op veiligheidsvraagstukken en de rol van de NAVO daarbij.”

De tegenstelling tussen oost en west is weggevallen. De NAVO heeft veel voormalige ‘vijanden’ tot lid gemaakt. Toch overheerst de VS de organisatie nog steeds. Hoe moet dat verder?

“Als het aan mij ligt, komt er een wezenlijke discussie over het bestaansrecht van de NAVO zoals we die nu kennen. Die discussie moet vooral worden gevoerd door de parlementen in de lidstaten aangezien zij het volk vertegenwoordigen.

Ook in de Parlementaire Assemblee van de NAVO, waar ik samen met Tiny Kox en Arjan Vliegenthart lid van ben, proberen we die discussie aan te zwengelen. Het is onze inzet om de Amerikaanse dominantie binnen de NAVO terug te dringen. Verder moeten we streven naar een onderschikking van de NAVO aan de VN. Niet om de NAVO tot wereldwijde politiemacht te maken maar om te zorgen dat er een betere afweging gemaakt kan worden tussen de inzet van civiele, diplomatieke en militaire middelen. Bovendien koppelt de VN veiligheid aan andere vraagstukken zoals welvaartsdeling, milieu en mensenrechten. De NAVO schiet daarin schromelijk tekort.”

Wat denk je van de door Rusland voorgestelde ‘nieuwe Europese veiligheidsarchitectuur’?

“Er is sterke behoefte aan een samenwerkingsorgaan waarin Rusland, VS en Europa gezamenlijk de problemen bespreken die de bevolking van het noordelijk halfrond aangaan. Het is zinloos om op ramkoers te gaan tegen Rusland, door bijvoorbeeld een raketschild aan te leggen in Oost-Europa, of de NAVO steeds verder uit te breiden. Het conflict in Georgië was een voorproefje van wat ons te wachten staat als die drang in oostelijke richting wordt voortgezet.

Het is zaak om de problemen rondom de energietoevoer, de mate van bewapening in conventionele wapens en natuurlijk ook de problemen rond bevolkingsminderheden en de zorgen om veilige grenzen in bijvoorbeeld de OVSE te bespreken. De OVSE doet, anders dan de NAVO, veel aan conflictpreventie.”

Wat moet de NAVO ondertussen doen?

“Die moet zich vooral beperken tot de veiligheid en onderlinge bescherming van de lidstaten. Het bondgenootschap mag vanzelfsprekend niet verworden tot een alternatieve VN of OVSE. NAVO-strijdkrachten mogen buiten de grenzen van het verdragsgebied alleen worden ingezet onder expliciet VN-mandaat. Daarom moet het strategische concept van 1999, waarin de hele wereld tot operatiegebied wordt verklaard, worden teruggedraaid. De NAVO-belangen zijn defensief, in de meest strikte zin van het woord. Dat betekent dat we ook geen oorlog gaan voeren om energiebronnen te veroveren. Het mag nooit meer voorkomen dat we ons voor een illegale oorlog op sleeptouw laten nemen door de Verenigde Staten of een andere bondgenoot. Bovendien moet het nou maar eens afgelopen zijn met de uitzonderingspositie van de NAVO in kernwapenaangelegenheden. We nemen het hoogste woord bij elk vermoeden dat een land als Iran misschien ooit een kernwapen gaat bouwen maar schuilen zelf onder een nucleaire paraplu, met een nucleaire afschrikkingsmacht. Het toppunt is dat we ook zelf vliegtuigen en piloten ter beschikking stellen om met Amerikaanse kernwapens een atoomoorlog te gaan voeren. Geen wonder dat een groot deel van de wereld ons als een stel hypocrieten ziet.”

Intussen zitten we wel met de NAVO in Afghanistan.

“Ja, daar moeten we als het aan de SP ligt dan ook zo snel mogelijk militair verdwijnen. De opbouwmissie is verworden tot een contra-guerrillaoorlog en helaas komt mijn voorspelling, dat president Obama er nog een schep bovenop zal gooien, nu uit. Maar de tienduizenden extra troepen die de Verenigde Staten willen inzetten marcheren een doodlopende weg in. Afghanistan-kenner Stephen Tanner beaamde dat laatst in de Volkskrant. Bovendien wordt door deze manier van oorlog voeren veel vuurkracht gebruikt om onze eigen mensen te sparen. Dat betekent automatisch dat veel burgers omkomen; 2008 was een triest dieptepunt wat dit betreft. En één ding staat vast: elk burgerslachtoffer is een rekruteringssergeant voor de Taliban, die steeds meer aanhang krijgt. De inzet van meer troepen zal dat niet verminderen, eerder verergeren. Bovendien is de strijd om de ‘hearts and minds’ waar men het hier zo vaak over heeft, al verloren. Dat was de kern van het recente interview in de NRC met militair specialist David Kilcullen, ex-assistent van de Amerikaanse generaal Petraeus. Hij zei dat het niet de regering in Kaboel, maar de Taliban is die de openbare orde in Afghanistan beschermt. Hij bepleit dan ook dat er wordt onderhandeld met de Taliban. Die lijn steun ik. Een ander probleem is de uitbreiding van de oorlog naar Pakistan, waardoor de belangrijkste aanvoerlijnen van de ISAF-troepen worden bedreigd. Dat betekent weer dat we met Rusland moeten praten om de goederen via het noorden, over hun grondgebied en dat van andere aangrenzende landen aan te voeren. Het gevolg is grotere afhankelijkheid van de welwillendheid van de Russen, die juist in andere opzichten, bijvoorbeeld door het raketschild, door de NAVO worden getart.”

Wegwezen dus?

“Ja, maar dan via een proces van onderhandelingen met alle betrokkenen. Daaronder vallen vanzelfsprekend de Taliban, maar ook de regeringen van de aangrenzende landen. De OVSE kan wellicht ook helpen om de aftocht te regelen. Het mag niet zo zijn dat het Vietnam-effect zijn dodelijke werk verder doet. Waar militairen vertrekken moet échte opbouw worden gestart.”

Waarom wordt er steeds terugverwezen naar dat Vietnam-effect?

“Dat is de neiging om steeds meer troepen te sturen, zoals de Amerikanen destijds in de jaren zestig van de vorige eeuw deden in Vietnam, om te proberen het onvermijdelijke tegen te houden: namelijk een overwinning van politieke krachten die jou niet welgezind zijn. Overigens valt te verwachten dat de troepenuitbreiding op zeer harde grenzen zal stuiten.”

Wat is daar de oorzaak van?

“Ten eerste hebben de Amerikanen niet genoeg troepen en is een belangrijk deel van hun leger versleten in Irak. Ten tweede hebben de Europese bondgenoten geen enkele zin in uitbreiding van de oorlog. De Amerikaanse minister van defensie Gates meldde na de laatste NAVO- vergadering van defensieministers gefrustreerd dat er geen bereidheid was om extra troepen te sturen. Dat komt niet alleen door de economische crisis. Ten derde plaatsen steeds meer landen grote vraagtekens bij de Amerikaanse aanpak in Afghanistan. Natuurlijk deinst men ook terug voor de enorme kosten. Met de Parlementaire Assemblee van de NAVO bezocht ik het hoofdkwartier SHAPE. We spraken daar generaal Craddock, de opperbevelhebber van de NAVO. Hij maakte zich grote zorgen over de bereidheid van lidstaten om militaire uitgaven te doen. De afspraak is dat lidstaten 2 procent van hun Bruto Binnenlandse Product (BBP) aan defensie uitgeven. Een half jaar geleden deden slechts zes landen dit, nu nog maar vier van de 26 NAVO-leden. Craddock sprak de vrees uit dat dit binnenkort naar twee zou worden gehalveerd. Dat zegt veel.”

Dat heeft toch vergaande gevolgen voor de organisatie?

“Ja, dat beaamde Craddock ook. Het zijn immers democratisch bestuurde landen die besluiten minder aan defensie uit te geven. Craddock streeft daarom naar meer efficiëntie en verdere taakspecialisatie. Dat laatste houdt in dat er een scherpere taakverdeling binnen de NAVO komt. Daardoor kunnen landen moeilijker weigeren indien er een beroep op hen wordt gedaan aangezien andere landen meestal niet over het noodzakelijke materieel beschikken. Als Nederland het gevechtsvliegtuig JSF koopt, zal dus ook zeker sprake zijn van inzet bij conflicten waar de NAVO bij betrokken is. Er is geen enkele reden voor Nederland om voorop te lopen bij toekomstige oorlogen.”

Tenslotte, wat is je advies aan je oud-collega Kamerlid, thans NAVO-baas Jaap de Hoop Scheffer? Zijn termijn zit er formeel op.

“Mijn advies aan de Hoop Scheffer is in twee woorden samen te vatten: stop ermee! De Hoop Scheffer vertegenwoordigt de wereld zoals die was, niet zoals die zou kunnen zijn. Hij heeft de NAVO niet wezenlijk veranderd terwijl daar na de val van de Muur alle aanleiding toe was. Hij moet het stokje overdragen aan de volgende generatie politici.”

Inhoud