Tribune 7/2011 :: Egypte: elke stap vooruit moet worden bevochten

Tribune, juli 2011

Het Tahrirplein in Caïro, centrum van de revolutie. Op 13 mei werd er geprotesteerd tegen sektarisch geweld en gebeden voor nationale eenheid

Egypte: elke stap vooruit moet worden bevochten

tekst en foto: Barry Smit

Na het vertrek van Mubarak is Egypte aan het bouwen aan zijn democratie. Dat gaat met horten en stoten, en zeker niet vanzelf. De revolutionairen van het Egyptische Tahrir-plein nodigden een aantal Nederlandse campaigners uit om in Caïro hun ervaringen te delen met jonge activisten. Een verslag van een van hen, Barry Smit, die betrokken was bij vele campagnes van de SP.

Begin dit jaar kwamen via internet geluiden door dat er iets broeide in Egypte. Een beweging zou protesten voorbereiden tegen het autoritaire regime van president Mubarak. Ik volgde dit zo goed als het kon via twitter en bloggers, en mijn interesse groeide naarmate de beweging meer grond onder de voeten leek te krijgen. De protesten op Tahrir-plein in het centrum van Caïro zijn inmiddels historisch gebleken. Mubarak werd op de knieën gedwongen.

Dit najaar parlementsverkiezingen

Daarmee was het uiteraard niet gedaan. Dat de gehate dictator het veld moest ruimen, betekende niet dat de rest van het machtsapparaat dat ook deed. Stap voor stap moesten concessies worden afgedwongen, en die strijd is nog steeds gaande. Maar het lijkt de goede kant op te gaan. Mubarak en een hoop van zijn familieleden en oud-ministers zitten vast, en de jonge bevolking barst van de energie. Er wordt echter niet alleen gerechtigheid geëist voor de misdaden uit het verleden, er wordt vooral vooruit gekeken. Per referendum werd onlangs bepaald dat er dit najaar al parlementsverkiezingen zijn, kort daarna volgen presidentsverkiezingen. Het parlement moet zo snel mogelijk een nieuwe grondwet aanvaarden, een taak die als doorslaggevend wordt gezien voor het antwoord op de vraag of de revolutie gaat slagen.

Ervaringen delen

Een van de activisten die de omwenteling in gang zette, is Esraa Fatah. Deze dappere jonge vrouw belandde in de kerkers van Mubarak omdat zij met vrienden de Facebook-pagina van de ‘6 April Beweging’ had opgezet. Deze groep, genoemd naar de datum waarop in 2008 werd gestaakt tegen stijgende voedselprijzen, verbond vooral liberalen en linkse activisten. Na een media-campagne van haar moeder werd Fatah vrijgelaten, en kon zij met haar vrienden, vriendinnen en honderdduizenden anderen de val van Mubarak forceren.

In maart was zij op uitnodiging van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Nederland, om kennis te maken met de inrichting van onze democratie en een netwerk op te bouwen waar zij iets aan kon hebben in het democratiseringsproces. Onderdeel van haar programma was een ontmoeting bij het Amsterdamse campagnebureau BKB, om eens te praten over politieke campagnes. Eigenaar Erik van Bruggen wist van mijn aandacht voor de gebeurtenissen en dat ik de afgelopen jaren bij SP-campagnes betrokken was, en nodigde mij uit om ook mijn ervaringen te delen. Al snel kwam Fatah met de vraag kwam of wij niet in Egypte hetzelfde wilden komen doen.

Geen inhoudelijke bemoeienis

Zo kwam het dat op 11 mei een groep Nederlanders met ruime campagne-ervaring in Caïro landde. Naast mijzelf waren dat Erik van Bruggen (PvdA), Jan Driessen (VVD), Maarten van Heems (D66), Hans Anker (PvdA) en Bianca Pander (VVD). De Nederlandse ambassade had een oproep gedaan voor Egyptische activisten om zich aan te melden, waar ruim 400 reacties op kwamen. Er was een selectie gemaakt van 40 mannen en 20 vrouwen die alle stromingen vertegenwoordigden. Het leidde tot een bont gezelschap van jonge socialisten, liberalen en islamisten. Elke schijn van ondersteuning voor een bepaalde stroming moest vermeden worden. We waren er immers om het proces te ondersteunen, niet om ons inhoudelijk met de gang van zaken te bemoeien.

Hoe divers het gezelschap was, bleek toen op de eerste dag alle aanwezigen zich voorstelden. De zaal in het hotel waar de training plaatsvond was gevuld met studenten, artsen, fabrieksarbeiders en ondernemers. Huisvrouwen die dankzij de opstand politiek bewust waren geworden. Advocaten die jaren in de gevangenis hadden gezeten wegens hun activisme. Maar ze hadden vooral iets gemeen: een droom van een beter Egypte en de bereidheid daar hard voor te werken. Het gaf dan ook geen problemen dat wij de groepen steeds zo gemengd mogelijk maakten: liberalen, socialisten en islamisten niet ‘soort bij soort’ maar door elkaar. De bereidheid om samen te werken en vooral overeenkomsten te zoeken bleek buitengewoon groot. Aan het einde van de eerste dag kwamen de groepen zonder uitzondering en zonder geruzie op gezamenlijke agenda’s. Hierin waren verankering van de parlementaire democratie en sociale rechtvaardigheid de belangrijkste pijlers. Zo kwamen de meeste groepen met de eis van een minimumloon. Ook was er brede steun voor een maximumloon in de publieke sector, om een einde te maken aan het gegraai aan de top dat onder Mubarak zo gewoon was geworden. Daarnaast waren toegankelijkheid van onderwijs en zorg punten die bij alle deelnemers terugkwamen.

Halve maan en kruis

Na het opstellen van een kort programma, richtten we ons gedurende de tweede dag op het vertalen van het programma in een boodschap die voor iedere Egyptenaar te begrijpen zou zijn. Dus geen ambtelijke taal of politiek jargon, maar een menselijk verhaal dat zowel een professor uit de stad als een ongeletterde op het platteland zou aanspreken. We leerden hen een zogeheten SWOT-analyse (Strengths, Weaknesses, Opportunities, Threats) maken, die je helpt nadenken over de sterkte en zwakte van jouw kandidaat en partij, en over de kansen en bedreigingen. Het openlijk bespreken van de eigen zwakte was iets waar de deelnemers even aan moesten wennen, maar ze vonden het uiteindelijk een verhelderende manier van werken.

Deze tweede trainingsdag vond plaats op een vrijdag en werd onderbroken voor het enige gebed in de week dat volgens de regels van de islam niet uitgesteld kan worden. Voor de trainers een goede gelegenheid om een kijkje te nemen op Tahrir-plein, waar die middag een indrukwekkende bijeenkomst was. Vanaf een groot podium, staande voor een enorm spandoek met een halve maan en een kruis, stak een imam een ontroerende preek af over de noodzaak aan een gezamenlijke toekomst te bouwen.

Die middag bleek nog eens hoe onzeker en vloeibaar de situatie in Egypte was, toen halverwege de training het bericht binnenkwam dat het kiesstelsel was gewijzigd. Dit was bekendgemaakt door het leger door middel van een bericht op Facebook. Toen wij vroegen of wij dat wel goed hadden begrepen, bevestigde een van de activisten dat het land inderdaad wordt geregeerd per decreet via Facebook. Da’s weer eens iets anders dan een aankondiging in de Staatscourant.

Gloedvol

Op de slotdag stond de presentatie aan publiek en media centraal. De werkgroepen bereidden een toespraak voor in ‘gewone mensentaal’ waarin de kern van hun visie voor Egypte centraal stond. Stuk voor stuk waren het gloedvolle betogen. Een van de toespraken ging over drie Egyptenaren – een moslim, een kopt en een jood – die samen in een auto zaten en op weg waren naar de toekomst. Ze hadden eigenlijk te weinig tijd, te weinig benzine, te weinig geld en te weinig eten, maar ze wisten een ding: ze hadden elkaar nodig om verder te komen. Het verhaal was zo sterk en werd zo gepassioneerd gebracht dat de tolk – een koptische vrouw – in huilen uitbarstte van ontroering.

Het was een bijzonder slot van een bijzondere training op een bijzonder moment in de geschiedenis van het Midden-Oosten. We hoeven niet naïef te zijn over het verdere verloop van de revolutie in Egypte. Het zal een zeer moeizaam proces blijven, waar elke stap vooruit moet worden bevochten. Ook deze activisten beseffen dat de meeste van de huidige dictators in Afrika ooit zijn onthaald als revolutionaire bevrijders. Maar aan de bereidheid van de jonge bevolking om constructief samen te werken, en uit hun gedrevenheid, kunnen wij hoop ontlenen dat het dubbeltje uiteindelijk de goede kant op valt.