publicatie

Tribune 11/2003: Op de bres voor VMBO

Tribune 14 november 2003

Op de bres voor VMBO

Ooit was er de MAVO en het Voorbereidend Beroeps Onderwijs (VBO). Maar het was voormalig staatssecretaris van Onderwijs, Karin Adelmund die in 1999 een eind maakte aan deze vertrouwde structuren. Om het beroepsonderwijs een beter imago te geven werden MAVO en VBO samen-gevoegd tot een nieuw schooltype; het VMBO. Een paar jaar later overheerst de kritiek.

Foto's Suzanne van der Kerk

Het was zo’n mooi idee: alle kinderen die niet naar HAVO of VWO gaan – in Nederland is dat zestig procent van alle leerlingen – halen op het voorbereidend middelbaar beroeps-onderwijs een diploma. Daarvoor werden in 1999 het voorbereidend beroepsonderwijs (VBO) en de MAVO samengevoegd. De MAVO heet daarin voortaan de theoretische leerweg. Zwakkere leerlingen gaan niet meer naar het speciaal onderwijs, maar worden zo veel mogelijk in het VMBO opgevangen met extra ondersteuning. In de derde klas kiezen de leerlingen uit vier ‘sectoren’: techniek, zorg en welzijn, economie of groen.

Ouders zouden hun kinderen er graag naar toe sturen, was het idee. Maar hoe vergaat het deze grote groep leerlingen en hun docenten eigenlijk? Zonder overdrijven kan gezegd worden dat het VMBO een paar jaar later een vooral negatief imago heeft; hoge schooluitval, onveiligheid, te veel theoretische vakken met een vaak te hoog niveau en te overladen vakkenpakket zijn veelgehoorde grieven. Velen zien het als restonderwijs waar je je kind zo ver mogelijk van weg moet houden. Om meer inzicht te krijgen in de problematiek van het VMBO werd door de SP afgelopen zomer een enquête afgenomen. Dit om te voorkomen dat het VMBO daadwerkelijk het ‘afvalputje’ van het voortgezet onderwijs zou worden.

Het rapport bevat naast kritiek ook onvermijdelijke maatregelen. De uitkomsten verschenen kort geleden in een rapport met de titel ‘Het VMBO verdient beter’. Het was onderwijsminister Maria van der Hoeven zelf die het eerste exemplaar ontving uit handen van medesamenstellers Jan Marijnissen en Fenna Vergeer. De laatste vat de conclusies van het onderzoek samen: ‘Meer dan de helft van de leraren vindt het VMBO geen verbetering ten opzichte van het oude VBO/Mavo systeem. Maar liefst 85 procent vindt dat er te weinig begeleidingstijd is voor zorgleerlingen en 36 procent kan geen verdienste van de invoering van het VMBO noemen. En dit zijn maar drie van de uitkomsten van deze omvangrijke enquête.’

De kleine vierhonderd docenten die aan de enquête hebben deelgenomen, vinden in grote meerderheid dat het lesprogramma te zwaar is. SP-Statenlid en docent op een VMBO Jolanda Gooiker bevestigt dit: ‘Het zijn vooral de leerlingen die vroeger op het VBO terecht waren gekomen, die aanhikken tegen de grote hoeveelheid theorie.’

Het nobele streven om alle leerlingen met dezelfde basiskennis van school te laten gaan, is mislukt. Met name voor de leerlingen van het makkelijkste niveau. Directeuren, en vooral docenten, weten hoe ze moeten omgaan met hun leerlingen en met de ouders. Veel lastiger vinden ze dat het VMBO geen goede mogelijkheden biedt om de vele zwakke leerlingen die zij binnenkrijgen, adequaat op te leiden.

Het VMBO zou een hogere status krijgen bij ouders en daardoor meer leerlingen trekken. En het zou hen beter moeten voorbereiden op het MBO, waar de vaklui worden opgeleid, waar een groot tekort aan is. Het VMBO wordt, in tegenstelling tot het VBO, afgesloten met een landelijk examen. Op het VBO kon de school een eigen examen afnemen en daarbij rekening houden met de specifieke situatie van de leerling. In de huidige constructie is dat niet meer mogelijk ‘Het lijkt wel of de politici dachten dat kinderen door de invoering van het VMBO vanzelf slimmer zouden worden,’ aldus één van de docenten. Een ander zegt: ‘Leerlingen konden in het oude systeem eventueel slagen op een lager niveau. Nu is het dan toch zakken.’

Zorgleerlingen

Al vóór de invoering was er kritiek op de zwaarte van het nieuwe VMBO-programma, onder meer van de Onderwijsraad. Kort geleden stelde het Sociaal en Cultureel Planbureau dat het VMBO beter een gedegen beroepsopleiding kon worden en dat probleemleerlingen weer elders opgevangen moeten worden. Het probleem van de zorgleerling komt uitgebreid aan bod in het SP-rapport. Een groot deel van de problematiek komt voort uit het feit dat de zorgleerlingen in het VMBO zijn geïntegreerd. Een zorgleerling is een leerling die op grond van intelligentie, leerachterstand of sociaal-emotionele problemen recht heeft op extra ondersteuning. Voorheen gingen deze leerlingen naar aparte scholen. Met name de laatste jaren is het aantal zorgleerlingen fors toegenomen tot meer dan honderdduizend. Dat is één op de zes VMBO-leerlingen. Dit tot frustratie van de docenten. ‘Leerlingen met ernstige psychische en sociale problemen horen op het speciaal onderwijs thuis en niet op het VMBO,’ stelt één van de ondervraagden. Hoewel duidelijk is in alle commentaren van docenten dat zij zeer begaan zijn met alle leerlingen, heeft de komst van de zorgleerlingen gezorgd voor een enorme verhoging van de werkdruk.

In het onderzoeksrapport staan twee vragen centraal: ‘Waarom is de uitval zo hoog.’ en ‘hoe komt het dat het aantal zorgleerlingen sterk toeneemt?’ Marijnissen en Vergeer geven het antwoord: ‘Dat heeft alles te maken met de inrichting van het onderwijs, dat voor veel leerlingen niet passend is. De risicojongeren krijgen vanaf het VMBO, maar ook in het MBO, te maken met een buitengewoon hectische leeromgeving. De combinatie van grote scholen, volle klassen, een complexe samenleving en hoge eisen in de vorm van moeilijk onderwijs, vergroot de kans op frustratie, uitval en criminaliteit,’ stellen zij.

Reddingsplan

Zoals gezegd, naast kritiek en zorg bevat het rapport ook duidelijke aanbevelingen. ‘Niet voor niets heeft het de titel Het VMBO verdient beter meegekregen,’ zegt Fenna Ver-geer. De aanbevelingen staan in een ‘reddingsplan’. Allereerst moeten de klassen verkleind worden. Voor reguliere VMBO-klassen moet een maximum van twintig leerlingen per klas gelden met daarbij minimaal één klassenassistent. Is het aantal zorgleerlingen in een groep groter, dan zal met kleinere klassen gewerkt moeten worden. Bestaat een groep alleen maar uit zorgleerlingen, dan is het maximum elf leerlingen.

Ook de basisvorming komt aan bod als probleem. Een belangrijke aanbeveling in het rapport is dat het onderwijs meer praktijkgericht moet worden. Al vanaf de eerste twee leerjaren basisvorming moet het aantal theoretische vakken omlaag. Verder zal ook het oude systeem van examens op verschillende niveaus terug moeten komen. Dit past volgens de samenstellers van het rapport bij een onderwijsstelsel waarbij maatwerk voorop staat.

Pogingen om het beroepsonderwijs aantrekkelijk te maken kunnen niet zonder extra geld. In het rapport wordt daarom gepleit voor een structurele verhoging van het budget voor beroepsonderwijs met één miljard euro. Met dit geld kan extra personeel worden geworven en kunnen gebouwen en leermiddelen aangepast worden aan de huidige normen.

Met deze maatregelen wil de SP voorkomen dat het VMBO de vergaarbak wordt van het onderwijs. Vergeer en Marijnissen: ‘Een geslaagd VMBO legt de basis voor een volwaardige beroepsopleiding en biedt uitstekende zorg voor de leerlingen die dat nodig hebben. VMBO-leerlingen worden immers de vaklieden die de samenleving zo hard nodig heeft. In de huidige vorm is dat niet goed mogelijk.’

Een korte geschiedenis van de hervormingen in het onderwijs na de basisschool, laat zien dat er in korte tijd (te) veel veranderd is. Niet alleen de namen van opleidingen zijn veranderd, het soort vakken is ook veranderd. De vanouds praktische opleidingen, met als bekendste vormen de LTS en de Huishoudschool, moesten meer theoretische lessen krijgen. Die veranderingen zorgden ervoor dat veel praktijktijd ingenomen is door theorietijd. Te veel leerlingen vallen uit voordat ze een diploma gehaald hebben. De oude schoolgebouwen en het tekort aan leerkrachten, hebben ook niet geholpen aan het verlagen van de schooluitval. 36 procent van de ondervraagden kan geen voordelen noemen van de invoering van het VMBO.

Inhoud

  • Ooit was er de MAVO en was er het Voorbereidend Beroeps Onderwijs (VBO). Maar het was voormalig staatssecretaris van Onderwijs, Karin Adelmund die in 1999 een eind maakte aan deze vertrouwde structuren. Een nieuw schooltype ontstond: VMBO. Een verhaal over kritiek en oplossingen.
  • De afgelopen maanden waren er geruchtmakende rellen rond het Koninklijk huis. Rellen die zelfs het parlement haalden. Voor senator Tiny Kox een reden om te pleiten voor modernisering van de Nederlandse monarchie.
  • Godsdienst als taal. De kerk als luxe. De bijbel als vragensteller en criticaster. In elk geval stelt NCRV-presentatrice Jacobine Geel vast dat ‘religie verengd is tot moraal van wat wel en niet mag’. Een interview.
  • De moordenaars van de legendarische anti-apartheidsactivist Steve Biko gaan een kwart eeuw na diens gewelddadige dood helaas vrijuit. Zogenaamd wegens gebrek aan bewijs. Maar zijn ideologie leeft voort in zoon Nkosinathi en in een Zuid-Afrika dat de ketenen van de apartheid heeft afgeworpen.
  • ‘Liberalisering volgens wereldhandelsorganisatie WTO komt in de praktijk neer op protectionisme’, zegt Sylvia Borren. Een gesprek met de algemeen directeur van Novib over de knelpunten en lichtpunten na Cancun.
  • Column van Jan Marijnissen: Najaarsakkoord splijtzwam voor FNV
  • Niels de Heij is één van de 42.412