Tribune 5/2002 Joop de Koeijer

Tribune 31 mei 2002

Joop de Koeijer

Joop de Koeijer is afgestudeerd als landbouwkundig ingenieur, maar net als zijn ouders ‘gewoon’ boer geworden. Met zijn kritische en analytische denkvermogen kijkt hij echter veel verder dan de grenzen van zijn bedrijf. Zo was hij nauw betrokken bij de oprichting van het platform Aarde, Boer, Consument (ABC). ‘Na de WTO-bijeenkomst in Seattle ben ik optimistischer geworden over de toekomst van de landbouw, omdat kritische boeren, de milieubeweging en belangenorganisaties voor de Derde Wereld elkaar hebben gevonden.’

Tekst Roel Mazure Foto Gerard Scargo

‘Als er niets gebeurt gaat het boerenvak naar de kloten’

Als boer met een academische titel ken je zowel de theoretische als de praktische kant van het boerenbedrijf. Die verschillen nogal van elkaar.

'Ja, dat klopt. Tijdens mijn studie aan de Landbouwhogeschool begon ik al te twijfelen over de wetenschappelijke benadering van de landbouw. Het onderwijs in Wageningen was erg technocratisch en veel te weinig op de praktijk gericht. Binnen mijn studierichting, cultuurtechniek, hield ik me bezig met onderwerpen als landinrichting en ruilverkaveling. De problematiek rond de landinrichting werd hoofdzakelijk aangepakt met behulp van computermodellen. Op basis van technische parameters kon je zo bijvoorbeeld bepalen welke stukken land geschikt waren voor landbouw en welke bij voorkeur de functie van natuurreservaat zouden moeten krijgen. De kennis van de mensen ter plekke wordt helemaal buiten beschouwing gelaten. Boeren kennen hun grond als hun broekzak en weten uit ervaring wat er gebeurt als je ergens al dan niet landbouwgewassen verbouwt. Bovendien bleek al snel dat voor het natuurbeheer helemaal geen geld beschikbaar werd gesteld. Ook daardoor groeide het gevoel, dat theorie en praktijk wel erg ver uit elkaar lagen. En neem een vak als bedrijfseconomie. Daarin draait het vooral om het zo efficiënt mogelijk runnen van een boerenbedrijf. Maar die theoretische benadering biedt géén verklaring voor het feit dat de helft van de boerengezinnen onder de armoedegrens leeft.'

Juist om het inkomen van boeren te garanderen kent Europa een systeem van landbouwsubsidies voor graan. Wat is de achtergrond daarvan?

'Na de Tweede Wereldoorlog hoopte men in Nederland honger voor eens en voor altijd te voorkomen. Dat idee werd uitgangspunt voor een strategie die boeren redelijke, gegarandeerde prijzen bood voor hun oogst. Door deze politiek kregen ze vertrouwen in de toekomst, het stimuleerde hen om te investeren. In de jaren tachtig sloeg het aanvankelijke succes van dit beleid om in overproductie. Brussel nam de overtollige productie tegen garantieprijs over, en dumpte de voorraden vervolgens onder meer in de Derde Wereldlanden. Ver onder de marktprijs! Het verlies nam Europa op de koop toe.

Sinds 1992 hebben die subsidies een andere vorm. Dat heeft alles te maken met de druk die de Amerikanen op Europa uitoefenden. De VS klaagden bij

de Wereldhandelsorganisatie (WTO), dat de exportsubsidies de markt verstoorden. Waarna Brussel besloot de graanprijs, in een aantal stappen, sterk terug te brengen en graanboeren een inkomenssteun van 400 euro per hectare te bieden. Door die lagere graanprijs kunnen ze, voor het in de WTO afgesproken maximum aan exportsubsidie, meer kilo's graan exporteren. Ik noem dat dus een boeventruc van Brussel, want het resultaat is namelijk dat de EU nóg grotere hoeveelheden graan op de wereldmarkt dumpt.'

Kritische akkerbouwers, verenigd in de Nederlandse Akkerbouw Vakbond, zijn tegen de subsidies. Is dat niet vreemd, want je zou toch zeggen dat die bijdragen hen garanties bieden?

'Er is een verschil tussen echte boeren en agrarische ondernemers. De laatste groep meent dat haar belang in het verlengde ligt van de agri-business, met voedselverwerkende bedrijven als Unilever en Cargill. Meer interesse dan een zo groot mogelijke productie tegen een zo laag mogelijke kostprijs hebben ze niet. Gesteund door de bestaande landbouwpolitiek én de Europese subsidies, dragen zij bij aan de overproductie en dus lagere marktprijzen. Op dit moment stijgt de agrarische productie in Europa, onder meer dankzij het gebruik van efficiëntere productiemethoden, jaarlijks met 2 procent. Maar daar staat tegenover dat de voedselconsumptie in Europa per jaar slechts een half procent groeit. Met andere woorden, de overproductie neemt nog steeds toe. Agrarische ondernemers vinden dat prima. Kritische, echte boeren zien het doel van de landbouw totaal anders. Die vinden dat je er niet mee moet concurreren op de wereldmarkt, maar dat de productie in eerste instantie gericht dient te zijn op de eigen markt. Ook willen zij voor hun verantwoord en duurzaam geproduceerde producten een redelijke, kostendekkende prijs krijgen. In het beleid dat deze boeren voorstaan, is overigens wel degelijk een rol voor Brussel weggelegd. Net als de meeste landbouweconomen menen wij dat de prijs voor graan niet aan de markt mag worden overgelaten, omdat daardoor instabiele situaties kunnen ontstaan. Bij overproductie - en dus lagere prijzen - gaan mensen namelijk niet opeens méér brood eten. Wat ons betreft zou de EU een bodemprijs moeten vaststellen en door middel van aan- en verkoop zo nodig op die markt moeten bemiddelen. Daarnaast zouden er maatregelen moeten komen om de productie aan banden te leggen via quoteringsmaatregelen.'

Wat let de Europese gemeenschap om een dergelijke nieuwe landbouwpolitiek in te voeren?

'Het eerste probleem wordt al gevormd door de handelsovereenkomsten die binnen de WTO - waar de invloed van de VS erg groot is - zijn gemaakt. Als gevolg daarvan mag Brussel geen vaste graanprijs vaststellen en ook geen regulerende maatregelen nemen. Het WTO-beleid is koren op de molen van de agri-business, die immers zo goedkoop mogelijk wil in-kopen. De consequenties van die handelsovereenkomsten zijn verstrekkend. Zo mag Nederland zich bijvoorbeeld niet beschermen tegen de invoer van goedkope en kwalitatief slechtere producten, zoals Amerikaans hormoonvlees. Dat wij als natie desondanks nog steeds de Europese lijn binnen de WTO volgen, komt doordat we vooral de belangen van andere industrietakken verdedigen. Uit de WTO stappen zou kunnen leiden tot een handelsoorlog met de VS. Dát kan bijvoorbeeld betekenen, dat de KLM haar landingsrechten in de Verenigde Staten verliest. En denk ook eens aan de belangen die banken en verzekeringsmaatschappijen in Amerika te beschermen hebben. Aan die belangen wordt de Nederlandse landbouw opgeofferd.

De vrije markt voor landbouwproducten werkt nadelig naar meerdere kanten. In de eerste plaats zijn boeren er de dupe van, omdat ze gedwongen worden steeds meer te produceren. Door die overproductie daalt de prijs en blijven alleen de grote, intensieve landbouwbedrijven over. Je ziet dan ook dat veel Nederlandse boeren een behoeftig bestaan leiden en moeite hebben een opvolger te vinden.

Op de tweede plaats reikt de lange arm van die vrije markt zelfs tot in de Derde Wereld. Doordat Europa en de VS hun overproductie tegen afbraakprijzen dumpen, kunnen boeren in ontwikkelingslanden hun producten niet meer kwijt op de lokale markt. Neem een land als India, waar de elite onder druk van de VS koos voor deelname aan de WTO. Nu moet India goedkope landbouwproducten toelaten. De eigen boeren kunnen hun graan niet meer kwijt en krijgen het advies om katoen te gaan verbouwen voor export naar het Westen. Dat ondermijnt niet alleen de voedselsoevereiniteit van India, het heeft ook ecologische gevolgen. Het verbouwen van katoen vraagt namelijk veel water, terwijl dat daar nu juist een schaars goed is.'

Onlangs richtte een aantal organisaties – waaronder de Nederlandse Akkerbouw Vakbond, het Kritisch Landbouw Beraad en de SP – het platform Aarde, Boer, Consument (ABC) op. Wat beogen de deelnemende organisaties?

'Ze hebben onvrede met de huidige landbouwpolitiek. De organisaties vinden dat het inkomen van de doorsnee boer te laag is en dat het agrarisch bedrijf te weinig perspectief biedt. De mooie kanten van het vak worden ondermijnd. Veel van de typische eigenschappen gaan, plat gezegd, naar de kloten. Kennis en methode komen meer en meer van buitenaf, waardoor er nog nauwelijks ruimte is voor eigen invulling. Een veelzeggend onderdeel daarvan is de anonimiteit van de afnemers. De afstand tussen producent en consument is véél te groot geworden.

Het platform streeft naar kostendekkende prijzen, productie-beheersing en beperking van externe invoer. Wat we nodig hebben, is een internationale ordening van de landbouwmarkt, inclusief grensoverschrijdende afspraken over prijzen en hoeveelheden. Maar voor een verandering van de landbouwpolitiek is vooral steun van de burgers vereist. Daarom zoeken we naar doeltreffende bondgenootschappen, bijvoorbeeld met consumentenorganisaties. De handelsovereenkomsten hebben boeren en consumenten bewust 'uit elkaar gespeeld'. Wij willen consumenten bewust maken van de herkomst van hun voedsel. Het is moeilijk om consumenten aan te sporen om te kiezen voor producten uit de duurzame landbouw, als de prijs voor die producten hoger ligt. Het is ook een van de redenen waarom kritische boeren vinden, dat je de ontwikkeling van duurzame landbouw niet aan de markt kunt overlaten. Dat hoort een publieke zaak te zijn, omdat onze voedselsoevereiniteit op het spel staat.'

Gezien de grote belangen van de agri-business en de neiging van Brussel om – onder druk van de VS en de WTO – zoveel mogelijk voor vrije markten te kiezen, lijkt ABC voor een kansloze zaak te vechten.

'Sedert de mislukte WTO-bijeenkomst in Seattle ben ik veel minder pessimistisch. Toen hebben ontwikkelingslanden voor het eerst hun poot stijf gehouden. Gesteund door de protesten van anti-globalisten. Tegelijkertijd zie je ook het besef groeien dat boeren in Europa, milieu-activisten en Derde Wereld-organisaties met dezelfde negatieve gevolgen van de landbouwpolitiek te maken hebben, en zie je ze coalities sluiten. Een paar jaar geleden werden anti-globalistische groepen alleen gezien als een protestbeweging, die verweten werd de vooruitgang tegen te houden. Inmiddels is wel duidelijk dat het om overtuigde, betrokken mensen gaat, die dondersgoed weten hoe de verbanden liggen. Ook binnen de boerengemeenschap wordt het protest tegen de landbouwpolitiek en de vrije markt luider en beter georganiseerd. In de hele wereld zie je dat de boeren verdeeld raken in een kritische tak en een tak die op de hand is van de agri-business.'

Wat kunnen boeren zelf doen om consumenten bewust te maken van de herkomst van hun voedsel en het belang van duurzame landbouw?

'Een mooi voorbeeld is de Zeeuwse Vlegel, een coöperatie van jonge Zeeuwse boeren. Die realiseerden zich dat de afstand tussen boer en consument zó groot is geworden, dat consumenten niet meer weten waar hun brood vandaan komt. Zij beseften bovendien dat Zeeuwse baktarwe altijd al een kwaliteitsproduct is geweest. Nu produceren zij kwaliteitsgraan dat in Zeeland zelf op wind-molens wordt gemalen en met afgepaste ouweltjes aan bakkers wordt geleverd, die er het echte Zeeuwse Vlegelbrood van bakken. De tarwe wordt zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest geteeld. Dat is controleerbaar, want de tarwevelden zijn met borden gemarkeerd. Iedereen, ook de consument, kan zien dat er geen rijsporen tussen het graan zijn: hét bewijs dat er niet met een trekker en bestrijdingsmiddelen overheen is gegaan. Ja, de consument betaalt wel iets meer voor zijn brood, maar blijkt dat over te hebben voor goed brood van eigen bodem.'

Joop de Koeijer (1955) is landbouwkundig ingenieur en runt samen met zijn broer een boerenbedrijf in Brouwershaven. Namens de kritische Nederlandse Akkerbouw Vakbond, één van de initiatiefnemers van het platform Aarde, Boer, Consument, onderhoudt De Koeijer de internationale contacten. Hij is bovendien voorzitter van de Zeeuwse Vlegel, een collectief van Zeeuwse boeren die de milieuvriendelijke teelt van tarwe stimuleert.

Inhoud

  • Ondanks de miljarden die erin zijn gepompt, heeft het integratiebeleid bitter weinig opgeleverd. Sterker nog: in Nederland ligt het risico op de loer van compleet gescheiden ontwikkelingen. Daarom een SP-deltaplan voor een geïntegreerde samenleving, en de eerste reacties erop.
  • De swingende band was afgezegd vanwege de bizarre gebeurtenissen voorafgaand aan de verkiezingen. Maar de Amsterdamse Melkweg ging uit z'n dak op de heel bijzondere overwinningsavond van 15 mei.
  • In Nederland is asbest verboden. In Afrika kom je er – letterlijk – in om. Dankzij dezelfde bedrijven die hier de verantwoordelijke onder-nemer spelen. Een wereldwijde campagne tegen de asbestmultinationals is nodig, vindt de Zuid-Afrkaanse Richard Spoor. De SP helpt hem graag.
  • Cartoon van Kees Willemen / Nieuws / Agenda / SP op internet, radio en tv / Bulletin Board / De woorden uit de mond / Brieven / ROOD-pagina