publicatie

Spanning november 2009 :: Oorlog en ontwikkeling gaan niet samen

Spanning, november 2009

Oorlog en ontwikkeling gaan niet samen

Foto: Polaris/Hollandse Hoogte

De Verenigde Naties hebben 25 november uitgeroepen tot de Internationale dag van uitbanning van geweld tegen vrouwen. Wie de positie van de vrouw in Afghanistan analyseert, ziet dat het, ondanks het verdrijven van de Taliban, met de positie van de vrouw steeds dramatischer gesteld is. De positie van de vrouw in Afghanistan lijkt alleen verbeterd te kunnen worden als de oorlog eindelijk stopt.

Tekst:Farshad Bashir, SP-Tweede Kamerlid

Na de val van de Taliban is de wereld verteld dat de Afghaanse vrouw bevrijd was. Ze mochten na jaren weer werken, de meisjes mochten eindelijk weer naar school en als vrouw mocht je weer naar buiten zonder dat je verplicht was om je te laten vergezellen door een man. Maar wie vandaag de dag naar Afghanistan kijkt, ziet amper vrouwen die werken. Vrouwen op straat zijn nog steeds voornamelijk gehuld in alles verhullende boerka's. Mensenrechtenorganisaties zoals Global Rights maken bovendien melding van een toename van geweld tegen vrouwen in Afghanistan. Bijna alle Afghaanse vrouwen zouden er mee te maken hebben, zowel op straat als thuis.

Vrouwonvriendelijke wet

Op papier leken de vrouwen er acht jaar geleden goed uit te komen. Maar in de praktijk is volgens mensenrechtenorganisaties uit binnen- en buitenland de positie van de vrouw snel weer verslechterd. Ook op papier trouwens. In april bijvoorbeeld tekende Karzai, de Afghaanse president, een wet waarbij vrouwen toestemming van hun man nodig hebben om werk te zoeken, naar de dokter te gaan of het huis te verlaten. De voogdij over de kinderen werd alleen toegewezen aan vaders en grootvaders. De wet zorgde overigens internationaal voor flinke ophef omdat de wet verkrachting binnen het huwelijk niet langer strafbaar maakt.

Hoewel het wetsvoorstel in strijd is met de internationale mensenrechtenverdragen die ook Afghanistan heeft ondertekend, tekende president Karzai de wet om steun te vinden bij streng-conservatieven op het platteland voor zijn kandidatuur voor de presidentsverkiezingen. Karzai offerde in feite dus de toch al zeer verzwakte positie van de vrouw op om zijn presidentpost veilig te kunnen stellen. Grote internationale druk was nodig om president Karzai uiteindelijk te dwingen om nog eens naar de wet te kijken.

Achterstand democratisch gelegitimeerd

Het aantal zelfmoorden onder vrouwen stijgt met de dag in Afghanistan: al decennia hebben vrouwen te maken met psychische druk, maar ook lichamelijke geweld zorgt ervoor dat vrouwen naar middelen zoeken om uit hun situatie te komen. Vrouwen slaan op de vlucht om uithuwelijking te voorkomen of ze zijn het zat om thuis opgesloten te zitten en maken een einde aan hun leven. Vooral zelfverbranding komt steeds vaker voor.

Wie gehoopt had op verbetering van de positie van de vrouw komt dus steeds meer bedrogen uit. Door alleen maar verkiezingen te organiseren maak je het niet automatisch een land waar de mensenrechten gerespecteerd worden. De achterstandspositie van de Afghaanse vrouw heeft tot nu toe juist democratische legitimatie gekregen. De vrouw in Afghanistan heeft dus meer nodig dan alleen formele democratie.

Ruimte en tijd

Allereerst is het van belang vast te stellen dat er een strijd gevoerd moet worden in de hoofden van de Afghanen. En daarvoor is ruimte en tijd nodig. Afghanen zijn op dit moment met andere zaken bezig. De vraag waar zij mee rondlopen is of ze de dag veilig doorkomen. Of ze genoeg brandstof voor de winterkachel hebben. En of ze hun kinderen de volgende dag genoeg te eten kunnen geven. Deze onzekerheden hebben vooral te maken met de oorlogssituatie in het land. De vrouwen moeten uiteindelijk voor zichzelf opkomen en zichzelf organiseren. Maar daarvoor moet eerst de oorlog stoppen. Oorlog en ontwikkeling gaan niet samen.

Afghanistan is geen eiland

Als Afghanistan in het nieuws is, toont het journaal een rood landje in een blauwe vormloze zee – bij het Jeugdjournaal zie je ook nog waar Nederland ligt. Op buurland Pakistan na, waarnaar een deel van het gevecht met de Taliban zich heeft verplaatst, wordt over de directe omgeving van het Afghanistan nauwelijks gepraat. Terwijl het midden tussen landen met enorme gas- en oliereserves ligt en vlakbij economische en nucleaire grootmachten als Rusland, China en India. Het is al moeilijk genoeg om duidelijkheid te krijgen over de Westerse belangen in Afghanistan. Maar wat zijn eigenlijk de belangen in Centraal-Azië?

Rusland

Wil geen opstandige Islamitische beweging langs zijn grenzen. Onderhoudt daarom nauwe banden met de buurlanden en met de noordelijke alliantie in Afghanistan. Verder streeft het naar maximale controle over olie- en gastransportroutes in de regio. Een door een succesvolle Afghanistan-missie sterkere NAVO is niet in het belang van Rusland.

China

Deze wereldmacht in opkomst wil geen Westerse troepen aan zijn grens. Heeft geïnvesteerd in mijnbouw in Afghanistan. Importeert belangrijk deel olie uit Iran. Wil verder gas en olie uit Centraal-Azië halen via oost-west pijpleidingroutes die niet over zee lopen (en dus potentieel kwetsbaar voor de VS-marine).

VS

Grootschalige interventiemachten in Irak en Afghanistan, garnizoenen, steunpunten en bases in de regio. Permanente maritieme strijdmacht aanwezig in zowel de Perzische als Arabische Golf, onderzeeërs met kernwapens. Hoofdbelangen: controle oliebronnen en export routes; machtsprojectie via bases en vloten in de regio, gericht tegen potentiële concurrenten in Azië.

India

Regionale kernwapenmacht in opkomst, bondgenoot van VS. Staat op gespannen voet met Pakistan en heeft dus belang bij verzwakt Pakistan. India wil dan ook haar invloed in Afghanistan uitbouwen via economische, politieke en mogelijk militaire aanwezigheid.

Kazachstan

Olie-exporteur; groeiende export naar China via nieuw aangelegde pijpleidingen, om minder afhankelijk van de Russische export routes te zijn.

Kirgizië

Beheerst vanwege ligging een deel van de toegang tot noord Afghanistan. Zowel Rusland als de VS beschikken tegen hoge betalingen over luchtmachtbases. Is voor de VS een belangrijk logistiek centrum voor luchttransport en luchttankeroperaties in de Afghaanse oorlog.

Irak

Nog steeds bezet, voornamelijk door de VS. Bezit zeer grote olievoorraden die grotendeels via de Golf worden geëxporteerd. Hier en elders in de Golf zijn een groot aantal Amerikaanse bases te vinden.

Oezbekistan

Via Oezbekistan loopt een belangrijke bevoorradingslijn voor de Duitse troepenmacht in Afghanistan. Deze route verving een andere via Tadzjikistan, die door Taliban aanvallen werd afgesloten. Onder Duitse druk werd in oktober een EU-wapenembargo tegen Oezbekistan opgeheven. In ruil voor militiare bases, steunt de VS Oezbekistan met geld en antiterrorisme- en veiligheidstrainingen. De relatie tussen Oezbekistan en de VS staat onder druk, onder andere na kritiek van de VS op het hard onderdrukken van een opstand in Andijon.

Tadzjikistan

Een van de armste landen ter wereld. Leeft vooral van de export van katoen en aluminium.

Turkmenistan

Een vooral agrarisch land. Leeft verder van de export van aardgas, aardolie(producten) en textiel. De doorvoer van drugs uit Afghanistan levert ook een belangrijke bijdrage aan de economie.

Pakistan

Regionale kernwapenmacht, bondgenoot van China en VS. Moet rekening houden met zowel oude confrontatie tegen India in het oosten, als met opstandige noordelijke provincies. De bevolking is massaal tegen NAVO-aanwezigheid en -activiteit op Pakistaans grondgebied. Het leger ontvangt veel militaire hulp uit de VS.

Iran

Heeft grote olie- en gasvoorraden die de basis vormen voor grote regionale invloed. Heeft belang bij ontwikkeling van export routes voor Centraal-Aziatische olie en gas over haar grondgebied. Iran is nu omsingeld door potentieel vijandige strijdkrachten van de VS en haar bondgenoten, maar steunt de Afghaanse regering omdat de (soennitische) Taliban worden beschouwd als onverzoenlijke religieuze vijand.

SSO

De Shanghai SamenwerkingsOrganisatie (SSO) werd opgericht in 2001. Leden zijn China, Rusland, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan en Oezbekistan. Mongolië, Iran, India en Pakistan zijn waarnemend en kandidaat-lid. Daarmee zijn alle landen rondom Afghanistan, behalve Turkmenistan, lid. De SSO wordt vaak beschouwd als een antwoord op de NAVO, met als doel het voorkomen van conflicten waardoor de NAVO zou kunnen ingrijpen in gebieden die aan Rusland en China grenzen. De SSO oefent druk uit op de VS om met een planning te komen voor het terugtrekken van VS-troepen uit Afghanistan.

CVVO

De Collectieve VeiligheidsVerdragOrganisatie (CVVO) is een ander alternatief voor de NAVO. Het Verdrag tussen Armenië, Wit-Rusland, Kazachstan, Kirgizië, Rusland, Oezbekistan en Tadzjikistan kent ook een 'artikel 5'-bepaling, namelijk dat een aanval op de één een aanval op allen is. Ook bepaalt het verdrag dat lidstaten zich niet mogen aansluiten bij andere militaire allianties (lees: de NAVO).