publicatie

Spanning, september 2005 :: Oud-wethouder Riet de Wit: 'Denk niet te licht over collegedeelname'

Oud-wethouder Riet de Wit:

‘Denk niet te licht over collegedeelname’

In veel gemeenteraden is de kans groot dat de SP-fractie op 7 maart groter groeit. Dat is één. Twee is de constatering dat de PvdA landelijk samen met de SP in de oppositie zit tegen een VVD/CDA-kabinet en het dus op lokaal niveau moeilijker kan maken om ons bij voorbaat uit te sluiten. De optelsom is drie: veel meer dan in het verleden zullen SP-afdelingen langdurig meedraaien in de college-onderhandelingen, en wellicht ook daadwerkelijk wethouders gaan leveren. Riet de Wit, raadslid en oud-wethouder in Heerlen en landelijk scholingscoördinator van de SP, legt uit wat daarbij komt kijken, en doet verslag van het scholingstraject voor nieuwe raadsleden.

Tekst: Peter Verschuren

‘Wat ik iedereen vóór houd, is denk niet te licht over collegedeelname! Een college is een verstandshuwelijk. Daarin kun je uitstekend gedijen, maar dan moet je wel wat voorstellen, zodat je ook echt wat bereikt. We hebben het in Heerlen gehad dat GroenLinks en D66 met twee zetels een wethouder leverden. Dat was nog in de oude situatie, dus werd een raadslid wethouder, en bleef er maar één echt raadslid over. Dan heb je in het college helemaal niets in te brengen. GroenLinks bijvoorbeeld, werd zo verantwoordelijk voor bezuinigingen op bijzondere bijstand. Als het enigszins kan, moet je zorgen zo sterk te zijn dat je twee wethouders kunt leveren.

‘Een wethouder zonder visie hangt aan de touwtjes van de ambtenaren’

Verder moet je beseffen dat de fractie in een heel andere positie komt. Die moet kunnen samenwerken met de andere collegefracties en goed tactisch kunnen manoeuvreren. Belangrijk is ook, of de afdeling sterk genoeg is om de SP ook als partij zichtbaar te laten blijven in de stad, en de wethouder te voeden met allerlei zaken. En cruciaal is natuurlijk dat je goede kandidaat-wethouders moet hebben. Dat moeten mensen zijn die een duidelijke visie hebben en die goed kunnen sturen: zowel binnen het college als in de contacten met de ambtelijke organisatie. Een wethouder zonder visie - en ze zijn er genoeg bij de andere partijen - hangt aan de touwtjes van de ambtenaren. Van een SP-wethouder wordt veel verwacht: we staan erom bekend dat we uitgesproken opvattingen hebben en daar rond voor uitkomen. Dat verwachten de mensen ook van onze wethouders. En als je na veel jaren fel oppositie voeren in het bestuur komt, zoals in Heerlen gebeurde, dan ligt de lat hoog - ook in de ogen van de kiezers.

‘Je neemt de boedel over van je voorganger - ongeacht wat je er in de oppositie over heb gezegd’

In een collegeprogram leg je de richting vast, maar daarmee ben je er niet. Zaken veranderen en er dienen zich voortdurend nieuwe dingen aan. Bezuinigingen bijvoorbeeld, die in één klap een streep kunnen zetten door alle eerdere afspraken. Je bent dus heel afhankelijk van de ploeg waarmee je werkt, van de andere wethouders. Daar moet je wel mee door één deur kunnen.

Een verhaal apart is de omgang met de ambtenaren. Het begint ermee dat je zelf een visie hebt, dat je weet wat je wilt bereiken. De deskundigheid van ambtenaren moet je respecteren. Die is er meestal echt wel. De politieke ruimte van de wethouder is dat hij in de juiste richting stuurt. Daarbij moet hij heel tactisch opereren en er zicht op zien te krijgen met wie hij het beste kan werken. Tref je mensen met wie je écht vooruit komt, dat krijgt het beleid vleugels. Maar het kan ook zijn, dat je die mensen niet treft, en juist tegenwerking ontmoet. Dan moet je daar slim mee omgaan. In Heerlen hadden we het mijnwaterproject: een plan om het water van de oude mijngangen te gebruiken als energiebron. De hoge ambtenaren zagen daar niets in. Met een ambtenaar die wel heel enthousiast was, zijn we toen aan de slag gegaan om de oud-mijnwerkers te informeren en erbij te betrekken. Langzaam kwam er toen een stroom op gang in de stad die moeilijk meer tegen te houden was. Je kunt dus ook als wethouder mensen mobiliseren om iets in gang te zetten.

De cultuur van een gemeentehuis is daar overigens niet op gericht. Die werkt er juist hard aan alles naar binnen te trekken en daar heb je juist als wethouder heel veel last van. Voor je het weet, heb je alleen nog maar contacten met de bevolking die geformaliseerd zijn in inspraakprocedures. Dat moet je zien te doorbreken. Je moet ook beseffen dat je agenda vaststaat bij je aantreden. Je neemt de boedel van je voorganger over, ongeacht wat je ervan gezegd hebt toen je nog in de oppositie zat.

Je kunt als SP'ers heel veel bereiken in het college, laat dat duidelijk zijn. Maar dat lukt je alleen als je als afdeling de zaken héél goed op orde hebt. En ik vraag me wel eens af of alle afdelingen zich dat op tijd gerealiseerd hebben. Want de zaken op orde hebben - bijvoorbeeld beschikken over de juiste kandidaten - is het resultaat van een gedegen voorbereiding. Heb je niet de juiste mensen, of zijn andere aspecten niet in orde, begin er dan niet aan, maar zorg dat je volgende keer beter voorbereid bent.'

Zo'n 660 aspirant SP-raadsleden hebben met goed gevolg een vijfdelige cursus gevolgd

'Voor de mensen die wellicht op een verkiesbare plek op een SP-lijst terechtkomen, hebben we de cursus Lokale Politiek ontwikkeld. We zijn vorig najaar gestart met de eerste groep, hebben vóór de vakantie de tweede serie cursussen gegeven en starten nu de derde - steeds op zes verschillende locaties, verspreid over het land. Als de laatste cursus achter de rug is, hebben we zo'n 660 aspirant-raadsleden opgeleid in een traject dat écht wat voorstelt. Voor de cursisten zijn het vijf pittige zaterdagen, waarin ze niet alleen luisteren, maar bijvoorbeeld ook debatteren en een betoog houden.

We hebben het over verwachtingen rond het raadslidmaatschap: van de kandidaten zelf, maar ook van de buitenwereld en de partij; we hebben het over de manier waarop de lokale politiek werkt; over politieke partijen en hun ideologie, met natuurlijk de nadruk op de SP, en over de noodzakelijke binding tussen actie en fractie: tussen het raadswerk en de buitenparlementaire activiteiten. Op de laatste cursusdag houden we een zo echt mogelijke raadsvergadering, met fracties, een agenda, wethouders en een burgemeester - en in veel plaatsen ook in een echt gemeentehuis. De reacties die ik hoor op de cursus, zijn erg positief. Zowel van de deelnemers, als van de cursusleiders die vol lof zijn over de inzet van onze aspirant-raadsleden.

De cursussen gaan verder op de oktoberscholingen, die dit jaar in het teken staan van de raadsverkiezingen, en op 19 november, wanneer er op vijf plaatsen een cursus SP op raadsverkiezingscampagne wordt gegeven. De afdelingen die mogelijk ver komen in de college-onderhandelingen zijn apart bij elkaar geroepen om te leren van de ervaringen die in het verleden al zijn opgedaan in die onderhandelingen.'

Het wethouderschap in Heerlen

Uit de college-onderhandelingen in Heerlen rolde in 2002 een college van CDA, Stadspartij, PvdA en SP. Namens de SP werden Peter van Zutphen en Riet de Wit wethouder, waarbij de laatste de verslavingszorg in haar portefeuille kreeg - een beleidsterrein dat in Heerlen al jarenlang bijzonder ondankbaar was. De Wit boekte grote vooruitgang in het beheersbaar maken van het verslavingsprobleem, maar werd in juni 2004 toch beentje gelicht. Tegen eerdere afspraken in trokken coalitiegenoten PvdA en CDA hun steun in voor de aanwijzing van een nachtopvang voor verslaafden. De SP verliet vervolgens het college. In oktober 2004 kreeg De Wit voor haar inzet voor de verslaafde daklozen de Rooie Reusprijs, en ook in Heerlen was er veel lof te horen over haar aanpak.

Inhoud