De publieke sector aan het woord: niet de markt maar mensen maken de publieke sector
Maria werkte in een verpleeghuis in Amsterdam. Ze hielp daar met het eten geven en wassen van de bewoners. Maria maakte daarnaast ook even een praatje met de mensen, iets waar de weinige verpleegkundigen in het verpleeghuis nauwelijks tijd voor hadden. Zij zag het als eerste als een van de bewoners snel achteruit ging. Maria verloor twee jaar terug haar baan. Zij was één van de 77.000 zorgmedewerkers die door bezuinigingen op straat zijn beland.
De bewoners ondervinden de gevolgen van de bezuinigingen nog elke dag. Voor hen is minder aandacht. En de zorgverleners missen Maria, want hun werkdruk is nog verder toegenomen.
Maria werkte in de ouderenzorg. Maar vergelijkbare verhalen worden verteld door politieagenten, jeugdzorgmedewerkers, leraren of buschauffeurs. Allen hebben zij te maken met minder collega’s, een torenhoge werkdruk, een gekmakende bureaucratie, en een laag loon.
Al jarenlang ziet een meerderheid van de politici de publieke sector als een kostenpost. Zorg is voor hen niet een oplossing voor als je ziek bent of ouder wordt. Politieagenten zijn voor hen geen oplossing vooronveilige wijken. Leraren zijn voor hen geen middel om alle kinderen een kans te geven op een mooie toekomst. Veel te vaak wordt de publieke sector gezien als een probleem waarop bezuinigd moet worden.
Ook de introductie van de markt in de publieke sector heeft funest uitgepakt. Medewerkers kregen te horen dat alles beter zou worden. Aan mensen werd beloofd dat het goedkoper zou worden. Niets is minder waar gebleken. De markt heeft de publieke sector niet beter, goedkoper, of efficiënter gemaakt.
Het is schrijnend om te zien hoe er wordt omgesprongen met mensen die zich dag in dag uit inzetten voor onze samenleving. Niet om er rijk van te worden, maar omdat ze hun werk met liefde doen. Ik ben dan ook heel blij dat ze nu in actie komen. Dat zij opstaan voor de kwaliteit van hun werk. Dat zij trots zijn op hun belangrijke bijdrage aan de samenleving.
Wij zullen hen dus steunen. Niet alleen omdat zij de waardering verdienen die ze nu te vaak niet krijgen. Ook omdat een land met een sterke en goede publieke sector een mooier en beter land is. Dat is een land waar je kunt rekenen op de overheid. Een land waar we naar elkaar omkijken.
Dit rapport laat zien dat er nog veel werk aan de winkel is. Laten we samen dat werk verzetten. Voor de medewerkers die zoveel beter verdienen. Omdat ons land een publieke sector nodig heeft waar we trots op kunnen zijn.