opinie
Tiny Kox:

Migranten willen zelf integreren

In ons land voltrekt zich een proces van verregaande segregatie. Migranten zijn goeddeels afwezig in de ene wijk en geconcentreerd in de andere wijk. Daar stapelen steeds meer problemen zich op waaraan de bewoners steeds moeilijker kunnen ontsnappen. Gaandeweg krijgt ook Nederland zo zijn getto's. Willen we die ontwikkeling keren, dan moeten we de segregatie verminderen en de integratie bevorderen.

Integratie is een heel concreet proces: de man die zijn buren helpt bij de verbouwing en wegwijs maakt in het woud van regels en voorschriften, de vrouw die uitlegt waar je huursubsidie vraagt en wanneer je de minicontainer voor de deur moet zetten en het kind dat op het speelplein vertelt wat de regels van het knikkeren zijn en wat Het Klokhuis op tv is. Dankzij dit soort praktische hulp - en hun eigen inzet en volharding - hebben een heleboel migranten gaandeweg een plaats in de samenleving weten te verwerven voor zichzelf en hun kinderen.

Politici kunnen geen mensen inpassen in de samenleving - en dat is maar goed ook. Mensen hebben hun eigen verantwoordelijkheid daarvoor. Wat de politiek wél kan en moet doen is zorgen voor de beste voorwaarden om het integratieproces een kans van slagen te geven. Dat betekent onder andere zorgen voor goede begeleiding van migranten, de mensen en middelen verschaffen voor cursussen Nederlands en 'maatschappijkunde' voor migranten.Tot de politieke verantwoordelijkheid hoort ook het voorkómen dat het feitelijke integratieproces stokt doordat we van te weinig mensen te veel vragen en de integratieproblematiek niet eerlijk over de samenleving verdelen. Immers: het integratieproces stokt als er te veel migranten bij elkaar gehuisvest worden en er te weinig Nederlanders overblijven een bijdrage aan de integratie te leveren. Migranten worden dan minder aangespoord de Nederlandse taal machtig te worden en zich met de Nederlandse buren in te laten; de Nederlandse bewoners voelen dat het karakter van de buurt verandert zonder dat zij daar blijkbaar invloed op kunnen uitoefenen. De ergernis over en weer neemt toe en steeds meer Nederlandse bewoners verliezen de moed en vertrekken gefrustreerd naar andere wijken, waar zij soms pleitbezorgers worden van het op slot doen en houden van de wijk.

We zien dat dit kwantitatieve probleem zich steeds sterker manifesteert in een aantal wijken van met name grotere steden. De grootste concentraties allochtonen vinden we in de vier grootste steden van het land: in Utrecht vormen allochtonen 20 procent van de totale bevolking, in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zelfs dertig procent. Dat is ruim vier keer zoveel dan het landelijk gemiddelde. Vergelijkbare concentratieprocessen zien we in de overige grote steden van het westen en de industriesteden in Twente en Brabant. Bínnen al deze steden is de allochtone bevolking al evenmin gelijkelijk gehuisvest over de verschillende wijken. Van de stedelijke bevolking woont de meerderheid, 60 procent, in wijken met minder dan 20 procent allochtonen, een groot aantal zelfs in wijken met veel minder dan 20 procent. De minderheid, veertig procent, woont in wijken waar meer en soms veel meer dan 20 procent allochtone bewoners. In deze wijken zien we een opeenhoping van sociale problemen: een sterke oververtegenwoordiging van lagere inkomens en een sterke ondervertegenwoordiging van hogere inkomens; het aantal tweeverdienende huishoudens is sterk ondervertegenwoordigd; het gemiddelde inkomen ligt in wijken met meer dan 30 procent migranten duizenden guldens per jaar lager dan in andere wijken. Oorzaak: veel bewoners van deze wijken, allochtoon en autochtoon, zijn laag geschoold, vaak werkloos en aangewezen op een uitkering. In deze wijken zien we ook een beduidend slechtere algemene gezondheidstoestand. De scholen worden voornamelijk bevolkt door kinderen van allochtone afkomst. De schoolprestaties op de 'zwarte' scholen blijven gemiddeld achter bij de 'witte' scholen. De criminaliteit is hoger dan elders en de kans om er slachtoffer van te worden ligt eveneens hoger dan elders. Gaandeweg ontwikkelen deze wijken zich tot stadsdelen waarin de meeste bewoners gevangen zitten zonder veel zicht op een betere toekomst.

De politiek wijst tot op heden ingrijpen in het huisvestingsproces af als het om allochtonen gaat. Het hoofdargument tegen een evenwichtiger verdeling van allochtonen over de verschillende wijken is dat het maken van onderscheid op grond van etnische afkomst ongeoorloofd is en stigmatiserend zou werken.Maar wanneer het onderscheid maken wordt ingegeven door de wens achtergestelde groepen te emanciperen en als door het tegengaan van segregatie van mensen die nog niet geÏntegreerd zijn in de Nederlandse samenleving het integratie- en het emancipatieproces beter kan werken, dan dient dat niet belemmerd te worden.Verder worden mensen in Nederland op tal van wijzen verdeeld over stad en regio. Heel duidelijk geldt dat voor asielzoekers en woonwagenbewoners. Het geldt in bepaalde mate ook voor jongeren, bejaarden, gehandicapten, grote gezinnen, alleenstaanden. We vinden het heel normaal om geen bejaarden-getto's te bouwen of eindeloze rijen flats voor studenten. Wat is er dan mis om ook waar het gaat om mensen met een afwijkende culturele achtergrond een zekere mate van spreiding te bevorderen met als doel hun integratie te bevorderen? Dat willen migranten doorgaans ook zelf: Verschillende onderzoeken duiden erop dat een grote meerderheid van allochtonen voorkeur heeft aan het wonen in een gemengde wijk.Het recht op vrije vestiging wordt voortdurend ingeperkt door het inkomens- en volkshuisvestingsbeleid. Alleen rijke mensen kunnen in een villa-wijk terecht. Woningzoekenden met lage inkomens - onder wie vooral allochtonen - kunnen niet eens in gewone nieuwbouwwoningen en -wijken gaan wonen. Die zitten voor hen op slot. Een huis kopen kunnen ze niet, en huren gaat evenmin, na de invoering van de fiatteringsgrens in de huursubsidie en daarmee een maximum aan de individuele huursubsidie. We hebben het dan over tenminste een miljoen huurwoningen, die afgesloten zijn voor o.a. allochtonen met lage inkomens. De politiek stemt in met dit beleid terwijl het toch niets anders is dan een vorm van spreiding.

Idealiter moet elke wijk een afspiegeling zijn van de samenstelling van de bevolking van de stad / regio, ook naar etnische afkomst. Daarvoor dient beleid ontwikkeld te worden: De gemeenten dienen de opdracht te krijgen in hun gemeentelijk volkshuisvestingsplan concrete invulling te geven aan het streven naar een meer evenwichtige bevolkingsopbouw, in samenwerking met de plaatselijke corporaties en andere verhuurders. De gemeenteraad dient nauwkeurige criteria op te stellen die bij het voeren van een inplaatsingsbeleid door de verhuurders gehanteerd moeten worden. Aan woningzoekenden dient een fatsoenlijke beroepsgang te worden geboden voor het geval dat men het oneens is met de handelswijze van de verhuurder. Jaarlijks dient de gemeenteraad te controleren of en hoe er aan de evenwichtiger bevolkingsopbouw wordt gewerkt. Wanneer iemand recht op woonruimte heeft maar vanwege het deconcentratiebeleid geen woning aangeboden krijgt in een bepaalde wijk, dient elders andere passende woonruimte aangeboden te worden. Wanneer het huurniveau in een wijk met weinig allochtonen dusdanig hoog is dat zonder huursubsidie niet te werken is aan een evenredige opbouw van de bevolking, moet de gemeente het huursubsidie-instrument ruimer kunnen inzetten. Daarvoor is dient de door de vorige regering ingevoerde fiatteringsgrens in de IHS te worden afgeschaft. Nog beter is het om vanaf nu veel gedifferentieerder te bouwen. Gemeenten moeten middelen beschikbaar stellen voor het opkrikken van 'vergeten' wijken, mede ter bevordering van het blijven of terugkomen van Nederlandse bewoners. Wanneer mensen door hun feitelijke aanwezigheid bijdragen aan het integratieproces dan mogen ze daarvoor gewaardeerd worden met bepaalde incentives en extra wijk-voorzieningen: speelplaatsen, bibliotheekfilialen, sportvelden, extra surveillance, werkgelegenheidsprojecten, woningverbetering, buurtwinkels.Evenrediger huisvesten van migranten in de verschillende wijken en het tegengaan van gettovorming kan alleen als andere wijken open gemaakt worden. In de afgelopen jaren hebben overheidsmaatregelen de concentratie van migranten alleen maar bevorderd en de kansen op spreiding alleen maar verkleind. Het verminderen van de woningbouwsubsidies heeft de bereikbaarheid van woningen verminderd, de ongekend hoge huurstijgingen hebben daar nog een schep bovenop gedaan en het beperken van het recht op huursubsidie heeft de nieuwbouw vrijwel compleet op slot gedaan voor weinig verdienende migranten. Wie gettovorming structureel wil bestrijden dient dan ook te kiezen voor een bevriezing van de huren, voor verruiming van de huursubsidie en voor herinvoering van objectsubsidies in de woningbouw.

Zonder ingrijpen ontstaat er een onomkeerbaar proces van gettovorming waarin de integratiekansen tot vrijwel nul worden teruggebracht. Dat leren de ervaringen in bestaande buitenlandse getto's. Mét een actief, doordacht en democratisch gecontroleerd beleid dat leidt tot deconcentratie van allochtonen en een evenwichtiger verdeling van migranten over stad en regio kunnen we de gettovorming tegengaan en het integratieproces meer ruimte bieden.

Betrokken SP'ers