Met kleinere klas heeft iedereen meer kansen
Deze week behandelt de Tweede Kamer de begroting van Onderwijs. Om de werkdruk te verminderen en de kwaliteit te verhogen moeten de klassen veel kleiner, stellen SP-Kamerlid Sandra Beckerman en D66-Kamerlid Ilana Rooderkerk.
De cao-onderhandelingen voor het voortgezet onderwijs zijn vastgelopen op het terugdringen van werkdruk. Leraren staan onder hoge druk voor steeds grotere klassen.
Om de werkdruk te beteugelen en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren moet de politiek in actie komen. SP en D66 dienen daarom opnieuw een wet in voor kleinere klassen. Heel veel onderzoeken laten zien dat kleine klassen zorgen voor betere leerprestaties van leerlingen. In de jaren 80 deden ruim 6500 leerlingen in Tennessee (VS, red.) mee aan een groot onderzoek naar het effect van de klassengrootte op de leerprestaties. Vier jaar lang zaten leerlingen ofwel in een kleine klas, ofwel in een grotere klas. Na afloop bleek dat de leerlingen in de kleine klassen beter konden lezen en rekenen dan de leerlingen in de grote klassen. Juist voor kinderen uit arme gezinnen werkten de kleine klassen extra goed. Recent onderzoek uit Nederland laat ook zien dat kleine klassen beter zijn voor leraren. Onderzoek door ResearchNed onder leraren toont aan dat elke extra leerling in de klas zorgt voor een hogere werkdruk en uiteindelijk voor een hoger ziekteverzuim. De ideale klassengrootte ligt volgens leerkrachten in het primair en het voortgezet onderwijs op 21 en 20.
In het basisonderwijs is 22 procent van de klassen op dit moment groter dan 28 leerlingen. De afgelopen jaren hebben wij vaak gepleit voor een wettelijk maximum op de klassengrootte. Telkens werd echter aangevoerd dat dit vanwege het lerarentekort niet zou kunnen. Het is tijd dat we dit debat omdraaien. Hoe langer we wachten met een wettelijke norm voor de klassengrootte, hoe groter het lerarentekort wordt. Vanwege de grote klassen is de werkdruk hoog, vanwege de hoge werkdruk vallen leraren uit of verlaten het onderwijs, vanwege uitvallende en vertrekkende leraren worden de klassen groter. Om uit deze neerwaartse spiraal te komen, moeten er maatregelen worden genomen. Kleine klassen kosten op korte termijn geld, maar leveren ook financieel veel op.
Uit onderzoek van SEO (2020) blijkt dat een investering van 1,5 miljard euro in kleinere klassen en betere begeleiding van startende leraren op termijn 3,5 miljard aan extra economische groei oplevert. We zien nu dat veel onderwijsgeld onnodig wordt uitgegeven aan bijvoorbeeld commerciƫle bureaus. Zo werd vorig jaar bijna een miljard uitgegeven aan externe inhuur. Ook met het huidige lerarentekort kunnen we stappen zetten naar kleinere klassen.
Nederland telt 200.000 bevoegde leraren. Er zijn 2 miljoen leerplichtige leerlingen. We zouden klassen kunnen hebben van 10 leerlingen, maar veel leraren staan niet meer voor de klas door onder meer de werkdruk. We kunnen dit keren door nu te beginnen met een maximale klassengrootte op scholen met de meeste achterstanden en de komende jaren voor alle basis- en middelbare scholen de maximale klassengrootte verlagen naar 21 leerlingen.
Nederland scoort dramatisch slecht in (internationale) onderzoeken naar onder meer lees- en rekenvaardigheid. Tegelijkertijd gaat het kabinet bezuinigen op onderwijs. Als we uit de onderwijscrisis willen komen, moeten we nu gedurfde stappen zetten.
Deze opinie verscheen op 27-11-2024 in het Algemeen Dagblad