Onderzoek banden met fossiele industrie op alle universiteiten
Uit onderzoek van duurzaamheidsdenktank Changerism bleek dat de banden van de Rotterdam School of Management en fossiele-energie-bedrijven, waaronder Shell, BP, GazProm en ExxonMobil, zeer innig zijn. De wetenschappelijke integriteit van de faculteit is in het geding. De Erasmus Universiteit reageerde door een eigen onderzoek in te stellen naar deze samenwerking. Ik juich dat zeer toe, maar er is meer nodig.
Universiteiten zijn voor hun financiering steeds afhankelijker geworden van bedrijven. Deze commercialisering leidt soms tot gekleurd onderzoek en onderwijs. Uit het onderzoek van Changerism blijkt dat Shell invloed heeft op het onderwijs en het onderzoek. Een voorbeeld: Shell betaalde mee aan een onderzoek waarin wordt geconcludeerd dat het goed zou zijn om multinationals, waaronder Shell, belastingvoordeel te geven. De financiƫle bijdrage van Shell blijft onvermeld. Het rapport werd onderdeel van een succesvolle lobby, die resulteerde in 500 miljoen belastingkorting via de zogenaamde RDA-regeling. Wetenschap waarbij de conclusies verdacht veel lijken op reclame voor de opdrachtgever.
Commercialisering van de wetenschap is een belangrijke oorzaak van de opkomst van gekleurde wetenschap, maar de commercialisering heeft meer gevolgen.
Universiteiten krijgen steeds minder geld voor langdurig en fundamenteel onderzoek, een steeds groter deel van het geld gaat naar onderzoek in samenwerking. De helft van het geld voor de tweede geldstroom, het overheidsgeld waarvoor universiteiten moeten concurreren, gaat naar de zogenaamde topsectoren. Geld voor onderzoek in de topsectoren, zoals in de topsector energie, is vaak alleen beschikbaar voor onderzoek samen met het bedrijfsleven.
In juli moest het ministerie van Economisch Zaken concluderen dat de miljarden voor topsectoren nauwelijks baanbrekende innovaties opleveren. Het is niet kortlopend onderzoek samen met bedrijven maar langdurig, fundamenteel en onafhankelijk onderzoek dat vaker zorgt voor grote doorbraken. Juist die doorbraken zijn hard nodig op het gebied van klimaatverandering, de negatieve gevolgen van de fossiele industrie en de omschakeling naar duurzame energie.
Een voorbeeld: in 2015 concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat bij de gaswinning in Groningen de maximale opbrengst voorop stond en niet zorgvuldig was omgegaan met de veiligheid van de inwoners. Hun constatering: “Ten aanzien van effecten van gaswinning is sprake van achterstallig onderhoud in de kennisontwikkeling.” Het advies: draag zorg voor een structureel en langlopend onderzoeksprogramma waarbinnen integraal en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan. Twee jaar later constateert de OVV dat dit nog steeds niet is gebeurd.
Voorstanders van commercialisering en de samenwerking met bedrijven stellen vaak dat dit goed zou zijn omdat de wetenschap daarmee meer maatschappelijk relevant wordt. Dit voorbeeld laat echter zien dat juist onderzoek dat voor de honderdduizend Groningers met schade door gaswinning zeer relevant is niet is gedaan. Op de Erasmus Universiteit is wel, in opdracht van Shell en in topsectorverband, onderzoek gedaan hoe het maatschappelijk draagvlak voor gaswinning weer kon worden vergroot. Niet de belangen van de mensen maar die van de bedrijven lijken hiermee voorop te staan.