Verhoog de druk op Turkije
Woensdag kreeg ik antwoord van de regering op onze vragen over de arrestatie van de directeur van Amnesty International en negen andere mensenrechtenactivisten in Turkije. De regering veroordeelt de arrestatie en bereidt een gezamenlijke reactie met de EU voor. Op initiatief van de SP heeft de regering eerder in EU-verband gepleit voor het opschorten van de ‘pre-accessiesteun’, de toetredingsbijdragen van de EU aan Turkije. Dat standpunt herhaalt zij nu. Opvallend en teleurstellend is dat de minister van Buitenlandse Zaken niet de onmiddellijke vrijlating van de gevangenen eist.
Duitsland gaat, wellicht ook aangemoedigd door de aanstaande verkiezingen, verder in de veroordeling. De Turkse ambassadeur is op het matje geroepen en er wordt gedreigd met meer politieke stappen als Turkije niet tot inkeer komt. Ook dreigt de Duitse minister indirect met een toeristenboycot. Of en welke maatregelen zullen volgen moet nog blijken. Maar lippendienst is niet genoeg weten we inmiddels.
De arrestatie van de negen mensenrechtenverdedigers, waaronder een Duitser is een frontale aanval op de mensenrechten. Een aanval die al jaren door het Turkse regime wordt uitgevoerd op alle oppositie. Koerdische steden die met de grond gelijk zijn gemaakt, de parlementariƫrs van de HDP die al bijna een jaar vastzitten, kranten en journalisten die zijn gesloten en gearresteerd, 150.000 ambtenaren die zijn ontslagen. De lijst met grove schendingen van de rechten van de mens is te lang om hier op te sommen.
De EU en Nederland hadden al veel eerder politieke maatregelen moeten treffen. Ja, er wordt wel eens een ambassadeur op het matje geroepen. Ja, Rutte heeft met de verkiezingen in het kielzog een binnenlandse rode streep getrokken. Ja, de veroordelingen zijn scherper geworden. Ja, we hebben een probleem met het Turkse regime. Maar maatregelen waarmee druk op Turkije gezet kan worden, maatregelen die passen bij de waarden waar Nederland zegt voor te staan, waarden die in de EU als Kopenhagen-criteria bekend zijn, blijven achterwege. De regering heeft zich tot op heden eerder door Erdogan laten gijzelen met de Turkijedeal over vluchtelingen.
Het lijkt er de afgelopen weken op dat het demissionaire kabinet naarstig op zoek is naar ‘normalisatie’ van de verhoudingen. Voorop gesteld dat ik niets liever zou hebben dan normale relaties uit solidariteit met al die Turken die ondanks de moeilijke omstandigheden blijven schrijven, praten en vechten voor vrijheid en democratie. Alleen zijn de omstandigheden abnormaal. Door normaal te doen verander je de omstandigheden niet maar verkwansel je democratische waarden en mensenrechten.
Erdogan’s regime zit in het nauw en maakt daarom rare sprongen. De Turkse regering is extreem gevoelig voor de handelsbelangen die zij heeft met de EU-landen. Duidelijke politieke stappen, zoals het opschorten pre-accessiesteun en het bevriezen van de toetredingsonderhandelingen, zijn nodig als drukmiddel. Tegelijkertijd moeten we onze solidariteit, hulp en banden met de politieke oppositie zoals HDP en CHP in het Turkse parlement, journalisten en mensenrechtenverdedigers aanhalen. Zo nemen we niet alleen hen maar ook onszelf en onze bevolking serieus.
Een politiek op basis van eerbiediging van de mensenrechten, democratie, de rechtsstaat en respect voor minderheden is dan niet langer holle retoriek maar politieke praktijk.