Arme vrouwen juist minder zelfstandig
Ernst en omvang van de crisis lijken nog niet tot minister Bussemaker te zijn doorgedrongen. In de week dat onze werkloosheid een nieuw record bereikt, roept zij vrouwen op meer aan het werk te gaan. Behalve dat dit een nogal naïeve oproep is, gaat ze hiermee recht tegen de daden van enkele van haar collega's in het kabinet in.
Een week voor Bussemaker’s berisping aan het adres van nogal wat vrouwen, was het juist staatssecretaris Martin van Rijn die een beroep deed op vrouwen om meer verantwoordelijkheid te nemen in de zorg voor onze ouderen. Overigens is het ook Van Rijn die fors bezuinigt op de thuiszorg, waardoor tienduizenden – bijna allemaal – vrouwen hun baan kwijtraken. Hetzelfde geldt voor de kinderopvang, een bezuiniging waarbij vooral vrouwen hun baan verliezen. Minister Bussemaker doet enkele gemakkelijke uitspraken, praat vrouwen die een vrije keuze maken een schuldgevoel aan, maar komt met geen enkele oplossing voor de wel degelijk reële emancipatieproblemen.
In het universum van Jet Bussemaker teren te veel vrouwen op hun man. Dat zou op te lossen zijn door meer te gaan werken, meer te verdienen en dus economisch zelfstandiger te worden. De overheid heeft immers niet voor niets zoveel in al die vrouwen geïnvesteerd. Dit zijn nogal pijnlijke uitspraken voor een minister van onderwijs. Zij zou – meer dan wie dan ook – toch moeten weten en uitdragen dat onderwijs meer is dan een fabriek die kant en klare carrièretijgers aflevert. En passant schoffeert ze ook nog eens de vrouwen onder de bijna drie miljoen mantelzorgers in dit land, waarvan er meer dan een miljoen nu al overbelast zijn. Bussemaker gaat eraan voorbij dat heel veel vrouwen al de arbeidsmarkt hebben betreden. Het is waar dat vanwege de zorg voor kinderen dit vaak in deeltijd is, maar is dat erg? Zolang dit met wederzijdse instemming gebeurt, is het een verworvenheid dat mannen en vrouwen samen de keuzes maken die hun privé-leven zo diep raken. Hoe geëmancipeerd ben je als vrouw nog als je besluit meer te gaan werken, alleen omdat de minister dat zegt?
Als de minister de emancipatie van de vrouw met haar artikel heeft willen bevorderen, dan slaat ze de plank behoorlijk mis. Want natuurlijk is er nog een wereld te winnen. Nog altijd zijn twee keer zoveel vrouwen als mannen economisch niet zelfstandig. Maar als het Bussemaker daar om te doen is, dan zou ze moeten inzetten op een rechtvaardigere verdeling van arbeid en zorg. Dat doe je niet door op vrouwen te foeteren, maar door bestaande belemmeringen te lijf te gaan. Als vrouwen meer en langer moeten gaan werken, dan zullen hun partners minder lang en dus ook minder betaald moeten gaan werken. Daarnaast zal de zorg voor kinderen, ouderen en elkaar toch gedaan moeten worden. Als de minister daar een verandering in teweeg wil brengen, zou ze zich moeten richten op het financieel en praktisch mogelijk maken van deze herverdeling van taken. De huidige economische crisis – met een tekort aan banen en een overschot aan werkzoekenden – biedt daar nu kansen voor. Een beter moment om stappen te zetten richting een eerlijkere verdeling van bestaand werk – ook tussen mannen en vrouwen – is er niet. Maar dat zal dan wel gepaard moeten gaan met een goed en betaalbaar stelsel van kinderopvang en betere verlofmogelijkheden.
Minister Bussemaker zou zich om te beginnen kunnen richten op die vrouwen die nu al zelf dolgraag meer willen werken en economisch zelfstandiger willen worden. Bijna een kwart van de alleenstaande moeders leeft in armoede met de kinderen. Van alle vrouwen die lager zijn opgeleid, heeft maar de helft een betaalde baan. En vrouwen met een kleinere deeltijdbaan leven vaak in voortdurende onzekerheid: 'Wordt mijn contract de volgende keer nog wel verlengd? Of word ik ingewisseld voor iemand die nog goedkoper is?' Het zijn juist deze vrouwen die arbeid en zorg niet kunnen combineren. Het zijn juist deze vrouwen die niet de kans hebben om zich verder te ontwikkelen en door te stromen naar betere – en beter betaalde – functies. En het zijn juist deze vrouwen die door dit kabinet in de kou worden gezet. Ten eerste blijft de werkloosheid onnodig lang onnodig hoog, omdat het kabinet weigert de broodnodige investeringen in de economie te doen. Ten tweede wordt het voor vrouwen die willen werken, maar een uitkering hebben steeds lastiger om aan de armoede te ontsnappen. Ze moeten werken voor behoud van uitkering, maar hier staat geen extra geld tegenover. Een opleiding of een taalcursus – aantoonbaar werkende instrumenten voor een betere positie op de arbeidsmarkt – zit er niet meer in. Die mag zelf betaald worden, een onmogelijkheid voor een alleenstaande moeder met een uitkering. Ten derde wordt kinderopvang voor moeders met een lager inkomen steeds onbereikbaarder. De alleenstaande oudertoeslag wordt fors gekort en de uitkering verder verlaagd. Voor kinderen met ouders met een smalle beurs wordt studeren straks ontmoedigd door de introductie van een schuldenstelsel en het afschaffen van de studiefinanciering.
Duurdere zorg, hogere huren, minder inkomensondersteuning, al deze maatregelen raken juist die vrouwen met een lager inkomen, die niets liever zouden willen dan zich aan deze armoede te ontworstelen. Minister Bussemaker wil dat vrouwen economisch zelfstandiger worden, maar voert een beleid dat juist vrouwen in kwetsbare posities alle mogelijkheden hiertoe ontneemt. Niet de vrouw die zich elke dag inzet voor een beter leven voor haarzelf en haar omgeving zou zich schuldig moeten voelen, maar de vrouw die als minister in dit kabinet mede verantwoordelijk is voor dit beleid dat emancipatie belemmert.