Beste Van Weyenberg, Wiersma en Yeşilgöz-Zegerius, leg uw Kamerlidmaatschap neer
Het is nog maar kortgeleden, dat wij vieren – allen voor een andere partij – beloofden aan de kiezer dat wij ons in zouden gaan zetten als Kamerlid. Op ons konden ze stemmen, op ons konden ze rekenen, toch? En nu is het vijf maanden verder en nu kunnen jullie kiezers niét op jullie rekenen. Jullie zijn niet beschikbaar voor het Kamerwerk, jullie controleren de regering niet, maar zitten erin!
Wanneer de Kiesraad kijkt of iemand benoembaar is, na de verkiezingen, wordt er gekeken of iemand benoemd kan worden. Vervolgens kijkt de Tweede Kamer zelf of iemand ook kan worden toegelaten tot de Tweede Kamer. Dan mogen er geen onverenigbare functies zijn: een Kamerlid kan bijvoorbeeld geen onderdeel uitmaken van een kabinet. Een uitzondering wordt gemaakt voor gekozen Kamerleden die als demissionair bewindspersoon gekozen zijn. Je mag als Kamerlid niet tegelijkertijd ambtenaar zijn en Kamerlid, of de regering adviseren als lid van de Raad van State en Kamerlid zijn. Dit is niet voor niets: functies en belangen gaan door elkaar lopen. Hoe aardig of hoe integer iemand ook kan zijn: deze ‘incompatibiliteiten’ zijn uitgesloten.
En nu doen jullie het toch? Met het aanvaarden van jullie benoeming als staatssecretaris, zij jullie willens en wetens een onverenigbare functie aangegaan, zónder jullie Kamerlidmaatschap op te geven. Voor mevrouw Yeşilgöz geldt zelfs dat ze noch de nevenfunctie, noch de extra inkomsten heeft gemeld in de daartoe behorende registers van de Tweede Kamer. Jullie zijn alle drie in overtreding van het regelement van de Kamer maar jullie doen in mijn ogen nog iets veel ergers!
Vanuit jullie Kamerlidmaatschap de afgelopen jaren, wéten jullie dat het geen pruimentijd is. Jullie weten hoe het werken als Kamerlid met minimale ondersteuning ten opzichte van ministeries vol met ambtenaren een grote klus is. En nu houden jullie drie belangrijke zetels bezet die ingenomen kunnen worden door mensen die volop hun taak als volksvertegenwoordiger kunnen vervullen: wetten van de regering beoordelen en beter proberen te maken, wetsvoorstellen schrijven, en niet onbelangrijk de regering controleren. Dit alles kunnen jullie niet doen.
Afgelopen vrijdag liet demissionair minister-president Rutte weten dat er geen vuiltje aan de lucht is met jullie benoeming, als het op de grondwet aankomt. Daarover denken velen anders en we weten dat Rutte de grondwet niet zo nauw neemt. Ook artikel 68 – de inlichtingenplicht aan de Kamer – was in het verleden nogal een blinde vlek. Dat de demissionaire minister-president vanuit heel Nederland drie vervangers voor zijn demissionaire kabinet weet te vinden in een groep van 150 volksvertegenwoordigers is op zich al een prestatie van formaat. Maar dat hij het belang van de regering ten koste van de volksvertegenwoordiging laat gaan, dat zal niemand echt verbazen. De Tweede Kamer als stempelmachine, zo ziet hij dat graag.
Maar ik doe een beroep op jullie: geef jullie Kamerzetel op. Want waar ga je zitten straks, met de algemene beschouwingen? In ‘vak-K’ of in de blauwe zetel? Steun je bij een verzoek om een debat nu je collega-Kamerleden of hou je een collega-bewindspersoon uit de wind? Het zijn geen keuzes die je moet willen maken.
Mochten jullie nu niet willen opzeggen, dan zie ik jullie snel in een debat. Want ik hoor graag hoe jullie denken onverenigbare functies te kunnen uitvoeren. Hoe je jezelf door tweeën kunt delen of in onmogelijke bochten moet wringen. Hopelijk komt het niet zover.