Afbraak AWBZ is afschaffen van beschaving
Deze regering probeert mensen wijs te maken dat de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) niet meer voldoet. Politici roepen dat grote ingrepen nodig zijn. Die brengen zij vaak onder de noemer hervormingen of ombuigingen. Maar het is niets anders dan afbraak. Afbraak van een voorziening die van levensbelang is voor honderdduizenden mensen die niet hebben gekozen om ziek te zijn. Om nu te voorkomen dat mensen zich laten misleiden en bang laten maken over de zogenaamde "onbetaalbaarheid" van de zorg, is kennis van de geschiedenis van groot belang. Waarom is de AWBZ ingevoerd? En is de AWBZ een probleem of de oplossing van een probleem?
In 1968 werd de AWBZ van kracht. Maar al in de jaren 50 tijdens de wederopbouw na de oorlog onderzocht een commissie van wijze lieden de situatie van ouderen in Nederland. Zij schrokken van de tweedeling die bestond en adviseerde de regering om armoede en ouderdom niet meer hand in hand te laten gaan. Zo ontstond de AOW. Ook adviseerde zij om wezen en weduwen beter te ondersteunen na het overlijden van de kostwinner. Zo ontstond de ANW (Algemene nabestaandenwet). En als derde collectieve wet ontstond de AWBZ; zorg er voor dat mensen verzorgd kunnen worden uit hoofde van de staat en niet enkel uit hoofde van naastenliefde of religieuze zorg.
Al in de jaren 60 en 70 gaf het Rijk subsidies aan gemeenten ter bevordering van de gezinszorg en het kruiswerk maar in 1980 besloot het Rijk deze zorg weer landelijk te organiseren omdat er te veel verschillen waren tussen de aanpak van gemeentes. Dat tastte de rechtsgelijkheid van burgers aan. Het was een kwestie van fatsoen dat mensen goede thuiszorg kregen. Midden jaren 90 kwam de wet op de bejaardenoorden te vervallen en werd de provinciale taak voor ouderenzorg een Rijksoverheidstaak. Dit was de AWBZ, een collectieve wet die solidariteit organiseert tussen gezonde mensen met mensen die zorg nodig hebben. Het is een kwestie van beschaving.
Er is veel onwetendheid. Er wordt gezegd dat er nu ingrepen nodig zijn, maar helaas vergeet iedereen dat er in de afgelopen jaren al het nodige sloopwerk is verricht. In 1993 moest de thuiszorg uniform gaan werken, het productenboek werd ingevoerd. Hoelang je mocht doen over een stoma verwisselen, douchen en aankleden werd op tarief van de verzorgende gezet. Meer en meer werd het werk geprotocolleerd en er ontstond stopwatchzorg. Niet de mens die zorg nodig had stond centraal, maar het scoren van de handelingen die in zo een kort mogelijke tijd moesten gebeuren. Roostermakers lieten thuiszorgmedewerkers rennen van adres naar adres, zonder dat zij nog tijd hadden om de noden van de mensen echt te zien.
De groei van de AWBZ werd altijd op zichzelf staand gezien. Nooit werd bekeken waarom bijvoorbeeld begeleiding groeide, in het onderwijs door verschraling. In de jeugdzorg door verschraling aldaar. Iedere keer weer de aanval op de AWBZ. En dat terwijl iedereen begrijpt dat als je meer ouderen krijgt ook meer zorg nodig is. Het ontmenselijken van de AWBZ ging onder Balkenende IV hard door. Bussemaker introduceerde de zorgzwaartepakketten. Je bent geen bewoner meer in een zorginstelling maar een pakket. Ook hiermee gingen roostertechneuten aan de haal. Slechtere contracten voor het personeel en minder menselijkheid voor de bewoners.
Terwijl het management in de AWBZ groeide en groeide, de bureaucratie hoogtij vierde, trok de overheid zich terug door bijvoorbeeld geen garantstellingen meer te geven voor nieuwbouw. De noodzaak tot maken van winst om de eigen vermogenspositie op te bouwen ontstond; voor een lening eisen de banken nu eenmaal een buffer. Het vorige kabinet weigerde een maximum uit te spreken, nu staat er alleen al in de ouderenzorg 3,6 miljard op de bank. Het vorige kabinet schafte de contracteerplicht af, zodat onzeker wordt of je volgend jaar wel zorg mag verlenen. Weer een reden voor de banken om een hogere solvabiliteit te eisen. En de Nederlandse Zorgautoriteit kijkt weg bij financiële wantoestanden van aanbieders. Ze kijkt enkel of er voldoende concurrentie in een gebied is. Met als resultaat: trams in Den Haag die rond rijden met reclame voor ouderenzorginstellingen. Iedere tram is een verpleegkundige waard. Bestuurders die rijden in dure leasebakken waarvoor je ook één of anderhalve verzorgende kunt aanstellen. Zorggeld naar reclames, topsalarissen, bureaucratie. Mensen zijn het zat.
Maandag gaat het over de vraag waar we voor kiezen. Voor bezuinigingen als uitgangspunt of nemen we mensen die zorg nodig hebben als uitgangspunt. Volgen we het geld of volgen we de mens? Hoe wil je zorg thuis versterken als je het afschuift op de gemeentes? Hoe wil je voorkomen dat mensen in het verpleeghuis komen als gemeenten failliet gaan omdat de decentralisaties gepaard gaan met enorme bezuinigingen.
Korting op de huishoudelijke verzorging, verpleging en begeleiding is niet alleen kortzichtig en dom, hij is ook contraproductief. Mensen zullen vereenzamen, verwaarlozen, vervuilen en verarmen. Maar ze zijn niet weg. En is het niet zo dat we aan onze ouderen, chronisch zieken en gehandicapten verplicht zijn dat we hen de keuze laten om hetzij in een instelling hetzij thuis een menswaardig leven te leiden?
Waarom laten we persoonlijke verzorging en verpleging niet gewoon in de AWBZ? Pak de topsalarissen in de zorg aan, room de 1,4 miljard winst van de zorgverzekeraars af, stop met de marktwerking en de bureaucratie. En laten we het beter organiseren als buurtzorg. Zo kunnen we miljarden besparen zonder de beschaving op te heffen.