opinie
Jasper van Dijk:

Excuses van Defensie zijn voor iedereen, maar schadevergoeding niet

Jasper van Dijk

850.000 personeelsleden van Defensie zijn met giftige stoffen in aanraking gekomen.

“We hebben het gehad met Defensie. En dat is jammer want we hebben er ons leven lang gewerkt.” Dat zeiden vier oud-medewerkers bij Defensie in de parlementaire hoorzitting over het werken met kankerverwekkende chroomverf. Terecht eisen zij genoegdoening van Defensie. De voorgestelde regeling schiet echter ernstig tekort.

Het RIVM bracht onlangs een rapport uit over de gevolgen van het werken met de giftige chroom-6 verf bij de krijgsmacht. De hoofdconclusie is dat op 229 plaatsen van Defensie met chroom-6 verf is gewerkt. De onderzochte periode vanaf 1970 – 2015 laat geen twijfel over de aard en omvang van dit enorme probleem. 850.000 personeelsleden van Defensie zijn in die periode met giftige stoffen in aanraking gekomen.

Deze conclusies komen niet als verrassing na twee eerdere RVIM-rapporten over gevaarlijke stoffen bij vijf wapendepots van de NAVO die door het Nederlandse ministerie van Defensie werden beheerd. Het RIVM heeft zes jaar gewerkt om met deze drie onderzoeken te bewijzen dat Defensie de zorgplicht voor het personeel ernstig heeft geschonden. Na iedere publicatie van een rapport bood Defensie bij monde van staatssecretaris Visser (VVD) ruimhartig excuses aan. Dat is mooi en terecht, maar er wringt nog veel.

Ten eerste, alleen het doorzettingsvermogen van een kleine groep medewerkers (schilders, lassers, monteurs) heeft ertoe geleid dat we dit weten. Door druk van het personeel lukte het in 2015 een onafhankelijk RIVM-onderzoek te bedingen. Er waren in het voorjaar van 2020 twee RIVM-rapporten uitgebracht over het gebruik van chroom-6 en het gebruik van de stof HDI/CARC. Nog steeds was toen de onderste steen niet boven. Is met het nieuwe RIVM-rapport wel alles opgehelderd? Het antwoord is onomwonden: nee.

Ten tweede. De gezondheid van veel personeelsleden werd ernstig aangetast door het werk met giftige stoffen. Er waren veel vroegtijdige sterfgevallen onder collega’s. Defensie gebruikt meer dan 5000 giftige en invaliderende stoffen en daarvan is tien procent, 500 stoffen, kankerverwekkend. Chroom-6 is er daar één van. Defensie kende dit probleem weldegelijk. Al in het jaar 2000 werd er een individuele schadeloosstelling van 100.000 euro toegekend als erkenning dat Defensie in gebreke was gebleven. Desondanks werd het probleem stilgehouden.

Ten derde, de inkapseling van de vakbonden. De almacht van Defensie is gestuit op de halsstarrige tegenmacht van een kleine groep personeelsleden van Defensie. Zij zijn blijven aandringen op meer onderzoek en een ruimhartige toepassing door werkgever Defensie van de zorgplicht tegenover het personeel. De resultaten van het RIVM-onderzoek werden beleidsmatig begeleid door een speciale commissie. In de traditie van de samenwerking van werkgevers en werknemers werd deze poldertraditie vormgegeven. Voorzitter Vreeman van de paritaire commissie was op de persconferentie bij de presentatie van het laatste RIVM-rapport lovend over de militaire vakbonden. Zij dachten ronduit mee met Defensie.

De betrokken personeelsleden denken hier heel anders over. Probleem was dat de militaire vakbonden wel samenwerkten met Defensie, maar vooral niet samenwerkten met de actieve personeels- en vakbondsleden. Geen navraag bij hen, geen terugkoppeling van onderhandelingsresultaten, geen openheid over werkwijze noch bekendmaking van de tussenresultaten. Dat heeft niet alleen tot terechte kritiek van dit personeel geleid, maar ook tot een té mager resultaat.

Ten vierde; de schaderegeling is veel te mager. Er wordt op deze manier geen recht gedaan aan de excuses. De excuses gelden voor iedereen, de vergoeding niet. De collectieve schadevergoedingsregeling is zeer zuinig. Niet alleen qua hoogte van de vergoedingen (afhankelijk van het aantal kwalen en de functie van de werknemer oplopend van een paar duizend euro tot 38.500), maar ook in de erkenning van de oorzaken. Het RIVM acht na toepassing van de wetenschappelijke normen slechts zestien aandoeningen bewezen het gevolg te zijn van chroom-6 of CARC. Want naast het feit dat Defensie erkent dat het personeel moest werken met giftige stoffen onder slechte veiligheidsomstandigheden, is de bewijslast omgedraaid. Per geval moet een personeelslid nu met het RIVM-rapport in de hand bewijzen dat zijn ziekte is veroorzaakt door het werken met giftige stoffen. Om die reden zijn ook nog maar enkele honderden schadevergoedingen uitgekeerd.

Dat schrijnt te meer omdat alle medische dossiers en relevante archieven zijn vernietigd. Het personeel gelooft niet in toeval. Een gewenst epidemiologisch onderzoek over een zeer lange termijn was niet meer mogelijk. Dat heeft tot gevolg gehad dat het gat tussen ruiterlijke excuses, de duidelijkheid over de oorzaken en een ruimhartige schadevergoeding veel te groot is en te groot blijft. De schaderegeling is naar aanleiding van het laatste RIVM-rapport iets opgetrokken maar is nog steeds té mager.

Tot slot; een groot generiek schadefonds is nodig. De NS in Tilburg gaf bij soortgelijke problemen daarin het goede voorbeeld. Er bestaat een asbestfonds, en fondsen voor de mijnwerkersziekte en de schilderziekte. Er moet een algemeen schadefonds komen voor slachtoffers als gevolg van chroom-6 en andere giftige stoffen waaruit álle zieke werknemers dan wel de nabestaanden ruimhartig worden gecompenseerd.

Deze opinie verscheen ook op Joop.nl op 29 juni 2021.

Blijf op de hoogte

Betrokken SP'ers