Overheid moet integratie aanpakken
Vrijblijvend langs elkaar leven is een gevaarlijke weg
Tot op heden heeft het kabinet weinig gedaan met de aanbevelingen van de commissie-Blok die onderzoek deed naar de integratie van nieuwkomers. Met die integratie wil het niet vlotten. Alle reden dus om de handen ineen te slaan en Franse toestanden vóór te zijn, menen Jan Marijnissen en Fenna Vergeer.
De kloof tussen bevolkingsgroepen is gegroeid sinds de opkomst van Fortuyn, de aanslagen in New York, Madrid en Londen en de moord op Van Gogh. Autochtonen voelen zich steeds meer bedreigd door extremisten die uit naam van de islam het Westen op de korrel nemen, in het bijzonder landen die de VS volgen in Irak en Afghanistan. Nederlanders met een andere kleur of geloof worden steeds vaker als een (potentiële) bedreiging gezien. Zelfs Surinaamse en Indische mensen die hier al decennia volledig geïntegreerd wonen, worden aangesproken als allochtoon en voelen zich behandeld als vreemdeling in eigen land.
Vooral migranten uit moslimlanden en hun kinderen voelen zich steeds meer door hun angstige “autochtone” landgenoten afgewezen, gediscrimineerd op de arbeidsmarkt, over één kam geschoren met criminelen en extremisten. Velen reageren door zich terug te trekken in een isolement. In deze vernauwde wereld spelen religie en oude gebruiken een grote rol. Een groeiende groep kiest voor islamitische scholen, blijft bewust bij elkaar in de buurt wonen, kijkt televisie via de satelliet en doet boodschappen in eigen winkels. Hierdoor plaatsen zij zich buiten de samenleving en verkleinen ze de kansen van hun kinderen op een goed bestaan in het land waar toch zeer waarschijnlijk hun toekomst ligt.
Dit kabinet is niet het schild voor de zwakken en hoeder van de samenhang, maar eerder medeverantwoordelijk voor de groeiende onzekerheid, zowel bij allochtonen als autochtonen. Het voert een niet gewenst nieuw zorgstelsel in, drijft tienduizenden de WAO uit naar de bijstand, schuift de pensioenleeftijd naar achteren, bezuinigt buurtvoorzieningen weg en stelt steeds meer sociale onzekerheid in het vooruitzicht. Bovendien maakt dit kabinet Nederland extra kwetsbaar voor terreuraanslagen door het buitenlandbeleid in belangrijke mate te laten bepalen door de VS.
Mensen voelen zich aan alle kanten bedreigd in hun bestaanszekerheid, en dat komt het hardst aan bij sociaal-economisch kwetsbare groepen, waartoe de meeste migranten zich nog steeds mogen rekenen. Terwijl zij hetzelfde willen als de rest van de bevolking: een goede opleiding en waardig werk in een veilige, overzichtelijke, zorgzame gemeenschap. Maar het vertrouwen dat dit voor iedereen in het verschiet ligt, daalt onder dit kabinet. Er is bij alle groepen vrees voor vervreemding, onthechting van jongeren, ontmanteling van publieke voorzieningen en het sociaal vangnet, de dreiging van terreur en de gevolgen van toenemende angst van “de ander”.
Het kabinet doet weinig met de aanbeveling van de commissie-Blok om veel forser te investeren in het mogelijk maken van samen leven, leren en werken. De met de mond beleden daadkracht is ver te zoeken. De weigering om een acceptatieplicht in te voeren voor het bijzonder onderwijs en dubbele wachtlijsten toe te staan, zorgt voor steeds meer zwarte én witte scholen. Het blijft met dit kabinet bij vrijblijvend overleg tussen gemeente en schoolbesturen. Er worden wel voorzichtige pogingen ondernomen om gemengd onderwijs iets te bevorderen door een aanpassing van de zogeheten gewichtenregeling, die bepaalt hoeveel geld een school krijgt voor achterstandsleerlingen. Maar deze regeling heeft het ontstaan van zwarte scholen slechts aangemoedigd, want hoe meer achterstandsleerlingen een school verzamelde, hoe meer geld binnenstroomde.
In zwarte wijken wordt driftig gesloopt om duurdere appartementen te bouwen, zodat wat meer gemengde wijken ontstaan. Witte wijken worden echter niet opengebroken voor mensen uit zwarte wijken. In de meeste nieuwbouwwijken worden vrijwel alleen koopwoningen in de duurdere klassen gebouwd, waardoor ook hier de samenstelling eenzijdig wordt. De laissez faire houding, gecombineerd met de keuze om ook bij het woonbeleid steeds meer het primaat aan de markt te laten, werkt de apartheid in de hand.
Ook bij de nieuwe inburgeringswet slaat het kabinet de plank mis. Autochtone analfabeten mogen vrijwillig en gratis een alfabetiseringscursus volgen, maar analfabete allochtonen worden gedwongen en moeten het uit eigen zak betalen. De cursus is te beperkt om lezen en schrijven onder de knie te krijgen én iets te leren over de Nederlandse taal en samenleving. Er is amper tijd om zich voor te bereiden op het examen dat ze verplicht moeten halen, omdat ze anders een flinke boete krijgen. Dergelijke onzin zorgt niet voor integratie, maar voor een hoop frustratie.
Voortmodderen is geen optie, willen we de samenhang niet verder verliezen. Het gevaar dat in Nederland vanavond “Franse toestanden” ontstaan, is niet acuut. Maar de rellen in de Franse voorsteden laten zien waartoe jarenlange verwijdering leidt. Niks te verliezen hebben, zich buitengesloten voelen en gebrek aan perspectief op verbetering is de vierbaansweg waarlangs de escalatie plaatsvindt. Als de vrijblijvendheid niet overboord wordt gezet en de overheid alleen anderen op hun verantwoordelijkheid wijst zonder die zelf te nemen, roepen we onmiskenbaar de problemen over ons af. Laat niemand denken dat wat nu in Parijs gebeurt aan ons voorbij zal gaan als de tijd daar is. Momenteel groeit 47 procent van de Amsterdamse jeugd van Marokkaanse afkomst op in armoede. We kunnen het ons niet veroorloven om vreedzaam langs elkaar heen te leven en de problemen te negeren tot ook hier jongeren in achterstandswijken het gevoel hebben dat auto's in de fik steken de enige manier is om aandacht te krijgen. Integratie en respect voor de gelijkwaardigheid van mensen is geen vrijblijvende zaak. Wie brandhaarden creëert moet niet opkijken als er puinhopen ontstaan.