Vergrijzing vormt alibi voor afbraak sociale voorzieningen
Het kabinet overdrijft bewust de gevolgen van de vergrijzing om de geesten rijp te maken voor afbraak van sociale voorzieningen. Er is echter geen reden voor paniek. Als we op een verstandige manier omgaan met de vergrijzing, vallen de gevolgen reuze mee.
De komende decennia verdubbelt het aantal mensen dat ouder is dan 65 jaar: van ongeveer twee miljoen nu, tot vier miljoen in 2040. Tegelijkertijd blijft het aantal mensen tussen de 15 en de 65 ongeveer gelijk. Het kabinet trekt de conclusie dat we te maken hebben met een demografische tijdbom. Onze sociale voorzieningen worden onbetaalbaar en moeten worden beperkt, zo beweert het kabinet. Bovendien moeten we snel de staatsschuld aflossen, omdat wij anders de komende generaties opschepen met een enorme schuldenlast. En om te beginnen moeten we de pensioenrechten drastisch beperken, want we kunnen mensen die pas 45 jaar gewerkt hebben, niet laten rusten op de kosten van de jonge generaties, zo houdt het kabinet ons voor.
Met dit inmiddels grijsgedraaide plaatje, uit volle borst meegezongen door de werkgevers, geeft de regering een valse voorstelling van zaken. Tegenover die staatsschuld staat namelijk een twee keer zo grote reserve bij de pensioenfondsen van meer dan vijfhonderd miljard euro. En voor de pensioenen die werknemers tijdens de vergrijzing willen genieten, hebben zij keurig gespaard bij deze fondsen. Alleen de AOW die nu wordt uitbetaald, wordt nu door de werkenden verdiend. Het gaat ter indicatie in 2040 om zo’n 23 miljard euro per jaar aan extra kosten. Het eind jaren negentig ingevoerde AOW-fonds is een boekhoudkundig fonds dat geen echt geld bevat en daardoor ook geen verlichting biedt. Hier kan de vergrijzing zorgen voor een stijging van de belastingdruk, want het groeiende aantal AOW-uitkeringen van straks, moet ook straks door de werkenden worden opgebracht. Dat hoeft overigens geen probleem te zijn zolang die stijging maar binnen proporties blijft. En dat kan, want de stijging van de AOW-kosten valt mee:
- De AOW stijgt bij een volledige koppeling wel mee met de CAO-stijging, maar niet met de incidentele loonstijging die werknemers daar nog extra bij krijgen. Het gaat hier naar schatting om een kwart procent per jaar. Deze loonstijging leidt wel tot extra premiebetaling voor de AOW, maar niet tot hogere kosten voor de AOW.
- Doordat het aantal tweeverdieners toeneemt, groeit ook het aantal premiebetalers.
- Door de AOW-premie via het belastingstelsel te verrekenen, kunnen we de allerrijkste gepensioneerden meer mee betalen aan de schatkist.
- De omzetting van VUT in prepensioen die al jaren gaande is, leidt in de praktijk al tot een geleidelijke stijging van de pensioenleeftijd.
Oudere werknemers geven zelf aan dat de belangrijkste overweging om te stoppen of door te gaan niet geld is, maar waardering. Oudere werknemers verdienen meer respect omdat ze het geheugen van bedrijf of instelling zijn. Ze kunnen hun schat aan ervaring overdragen aan jongere werknemers. De overheid zou het goede voorbeeld moeten geven door oudere werknemers niet versneld te laten afvloeien, maar door hen een wettelijk recht op deeltijdpensioen te geven. Ook het regelen van goede verlof- en scholingsmogelijkheden voor oudere werknemers, is een slimme manier om de vergrijzing op te vangen.
Maar nemen de kosten van de gezondheidszorg ook niet toe door de vergrijzing? Dat hoeft niet. Als mensen tien jaar langer leven maar ook tien jaar langer gezond leven dan leidt vergrijzing niet tot hogere kosten. Volgens onderzoekers van het RIVM en de Erasmus Universiteit zal het effect van de vergrijzing op de gezondheidszorg in Nederland leiden tot een extra groei van 0,6% per jaar van de uitgaven (Medisch Contact, 2034-8).Op een verwachtte groei van de zorguitgaven van ruim drie procent per jaar is dat een relatief klein aandeel. Internationaal gezien is niet duidelijk óf en in welke mate vergrijzing leidt tot hogere zorguitgaven. Zweden gaf als sterk vergrijsd land in 2002 volgens de OESO 9,2% van het BBP uit aan de gezondheidszorg. Terwijl de Verenigde Staten met een relatief jonge bevolking in 2002 maar liefst 14,2% van het BBP aan de gezondheidszorg uitgaf. Terwijl er ook nog 43 miljoen mensen onverzekerd rondliepen! Al met al moet het effect van de vergrijzing op de gezondheidszorg dus niet gedramatiseerd worden.
Het kabinet Balkenende gebruikt doembeelden om de sociale verworvenheden af te breken, constateerde onlangs ook oud-minister Bert de Vries van het CDA. Steeds wordt ons voorgehouden dat wij de komende generaties niet mogen belasten met schulden. Het gevolg is dat velen zich blindstaren op de staatsschuld. Maar wat hebben de nieuwe generaties in een kenniseconomie aan een afgeloste staatsschuld, als die aflossing ten koste is gegaan van de kwaliteit van het onderwijs? Zijn zij dan werkelijk beter af?
De vergrijzing zorgt voor een ingrijpende verandering van onze samenleving. En er zijn genoeg problemen die daar mee samenhangen waarvan de eenzaamheid onder ouderen de grootste is. Hoe houden we de ouderen betrokken bij hun omgeving en de samenleving als geheel? Wat doen we met de huisvesting? Hoe zorgen we dat het respect voor ouderen groeit en daarmee hun betekenis voor de jongeren? Dit alles vraagt om doortimmerd beleid en slimme maatregelen. Hier moeten we ons op concentreren, want dit zijn de echt belangrijke vragen. Het kabinet heeft het, sprekende over de vergrijzing, altijd en alleen over doemscenario’s in verband met de publieke financiën. En zo wordt de vergrijzing misbruikt als argument voor de afbraak van sociale voorzieningen, bijvoorbeeld het afschaffen van de fiscale regeling ten behoeve van het prepensioen Toevallig al decennia het belangrijkste punt van de VVD-agenda – óngeacht de economische en demografische ontwikkelingen