opinie
Jan Marijnissen:

Doctrine van de humanitaire oorlog is failliet

Hugo de Groot, de zeventiende-eeuwse denker die wel de vader van het internationale recht wordt genoemd, heeft ooit gezegd: 'Zodra men van het volkenrecht afwijkt, schendt men de grondslag voor toekomstige vrede en slaat men de weg in die tot de chaos voert.' Het hoeft geen betoog dat die woorden vandaag de dag nog even actueel zijn als toen ze voor het eerst werden uitgesproken. Zeer velen nemen het de Verenigde Staten en haar 'coalitie van bereidwilligen' terecht kwalijk dat zij bij hun oorlog tegen Irak het internationale recht aan hun laars lappen. Maar wie daar serieus een punt van wil maken, zal moeten erkennen dat deze oorlog precedenten kent waartegen aanzienlijk minder fel werd geprotesteerd. De vraag is gerechtvaardigd of met de NAVO-aanvallen op Kosovo en Joegoslavië in het voorjaar van 1999 niet al de eerste schreden zijn gezet op weg naar de chaos van dit moment.

Toen de Kosovo-oorlog, waarvan iedereen aanvankelijk meende dat hij in enkele dagen zou zijn beslist, na bijna drie maanden van zware bombardementen eindelijk formeel ten einde kwam, besloten wij te onderzoeken hoe het in de Joegoslavische crisis zo ver had kunnen komen, en in hoeverre de Kosovo-oorlog een voorbeeld zou kunnen zijn van hoe in de toekomst wél of niet moest worden opgetreden tegen misdadige regimes. Dat resulteerde in het boek De laatste oorlog. Daarin stelden we ondermeer vast dat het feit dat de NAVO een aanval was begonnen zonder instemming van de Veiligheidsraad volkenrechtelijk op z'n minst uiterst bedenkelijk was. Bovendien, zo betoogden wij, lieten de ervaringen in Bosnië zien dat voor de inmenging van de NAVO aldaar een hoge prijs werd betaald. Niet alleen had de Amerikaanse bemoeienis met het conflict de oorlog onnodig met een jaar verlengd, maar bovendien leidde het ingrijpen niet tot een duurzame vrede. Bosnië is tot op de dag van vandaag een soort VN-protectoraat met nauwelijks enig uitzicht op een vreedzame toekomst mochten de VN-troepen ooit weer verdwijnen.

Over Kosovo kunnen we inmiddels hetzelfde zeggen. De situatie is daar sinds de door de NAVO afgedwongen vrede nog veel chaotischer en explosiever. Meer dan 200 duizend niet-Albanese Kosovaren hebben de provincie na de oorlog moeten ontvluchten, en het handjevol Serven, Roma en andere leden van minderheidsgroepen dat nog altijd in Kosovo woont, is zijn leven buiten de door Westerse troepen bewaakte ghetto's niet zeker. Voeg daarbij de uiterst labiele situatie in Servië, waar de verwoestingen van de oorlog een zware wissel trekken op het uithoudingsvermogen van de bevolking, en het mag duidelijk zijn dat het opgeluchte 'zie je nou wel, zo'n oorlog kan toch ook heel nuttig zijn' dat kort na de Kosovo-oorlog op veler lippen bestorven lag, tamelijk voorbarig is geweest.

En toen kregen we ook nog eens de aanvallen van 11 september en de daarop volgende oorlog tegen Afghanistan. Hoewel de Verenigde Staten zich voor die oorlog konden beroepen op het in het volkenrecht opgenomen recht op zelfverdediging, bestond er bij velen, waaronder ondergetekenden, van het begin af aan grote twijfel over de effectiviteit van de gekozen middelen. In plaats van opsporing en berechting van de daders, via een justitieel onderzoek en met behulp van internationale veiligheidsdiensten, moesten opnieuw bommenwerpers en kruisraketten de oplossing brengen. Ook daarvan kennen we inmiddels de gevolgen. Hoewel het Taliban-regime in no time werd verdreven, werd in de strijd tegen het internationale terrorisme nauwelijks enig succes geboekt. De arrestaties die de Amerikanen de laatste maanden hebben gemeld, kwamen allen tot stand langs de eerder genoemde weg van opsporing via veiligheidsdiensten. En van de belofte om de Afghanen na de oorlog toch vooral niet opnieuw aan hun lot over te laten, komt inmiddels al weer bar weinig terecht. De internationale troepenmacht kan alleen enige veiligheid garanderen in de hoofdstad Kaboel, en van het beloofde geld voor de wederopbouw is het leeuwendeel tot op de dag van vandaag nog niet overgemaakt. En dat terwijl alle deskundigen het erover eens zijn dat de toegezegde 4,5 miljard bij lange na nog niet genoeg zijn.

Gezien de verplaatsing van de strijd tegen het kwaad naar alweer een nieuw 'oorlogstheater', ditmaal in Irak, is de kans dat de situatie in Bosnië, Servië, Kosovo of Afghanistan in de komende jaren substantieel zal verbeteren niet erg groot. De negatieve gevolgen van al die 'gerechtvaardigde oorlogen' dreigen daarmee vele malen groter te worden dan de positieve effecten waarop de 'overwinnaars' zich in eerste instantie beriepen. De internationale rechtsorde is tot wanorde vervallen; de Amerikaanse oorlogslogica die ten grondslag lag aan de eerdere interventies leidt onherroepelijk tot steeds weer nieuwe oorlogen, waarbij het er minder en minder toe lijkt te doen wat de rest van de wereld daarvan vindt; het morele gezag van de Verenigde Staten en in het kielzog daarvan het hele Westen bevindt zich in een vrije val; haat, woede, vergeldingsdrang en wraakgevoelens onder steeds grotere groepen van de wereldbevolking vormen een vruchtbare voedingsbodem voor extremisme en terrorisme; en ondertussen dreigt de oorlogsindustrie de enige economische sector te worden die nog op 'gezonde' groeicijfers kan wijzen…

Gegeven deze chaos is het hoog tijd om de doctrine van 'humanitaire oorlogvoering', die de afgelopen jaren in Nederland door vrijwel alle politieke partijen werd omarmd, en die ook heeft kunnen rekenen op brede steun van allerlei opiniemakers, eindelijk te zien voor wat hij werkelijk is: een levensgevaarlijke dwaling. Het militarisme is niet de oplossing, maar juist één van de belangrijkste oorzaken van de groeiende onveiligheid in de wereld. Zolang die werkelijkheid wordt ontkend, blijven echte oplossingen achter de horizon verborgen.

Betrokken SP'ers