Belastingvoorstellen Van Dijkhuizen zijn de schaamte voorbij
Bankier Kees van Dijkhuizen deed samen met zijn commissie onderzoek naar het vereenvoudigen van het belastingstelsel, maar komt uiteindelijk vooral met adviezen die de verschillen tussen arm en rijk zullen doen toenemen, vinden Emile Roemer en Farshad Bashir van de SP.
Het vereist nogal wat lef. In tijden van massale bezuinigingen voorstellen de lasten voor het rijkste deel van de bevolking fors te verlagen, toch is dit wat de Commissie Van Dijkhuizen maandag deed. Dit douceurtje wordt gefinancierd door ondernemerschap te beboeten en consumentenbestedingen - nota bene in tijd van economische krimp - verder te belasten. De PvdA reageerde bij monde van Ed Groot alvast positief. Voor ons zou het onbestaanbaar zijn om na jaren van lastenverlichtingen voor vooral de grotere bedrijven en steeds stevigere belastingen voor mensen met een kleine portemonnee nu dit advies te volgen.
Kees van Dijkhuizen - zelf bankier - deed samen met zijn commissie onderzoek naar het vereenvoudigen naar het belastingstelsel, maar komt uiteindelijk vooral met adviezen die de verschillen tussen arm en rijk zullen doen toenemen.
Een kort overzicht: aanbevolen wordt nog maar twee belastingschijven te hanteren voor de inkomensbelasting. Deze schijven - van 37 en 49 procent - leiden ertoe dat over lage inkomens meer en over hoge inkomens minder belasting wordt geheven. Nu wordt al jarenlang beweerd dat de hoge inkomens een fors deel van de inkomstenbelasting opbrengen. Dat is waar, maar daar staat tegenover, dat wanneer we naar de totale lasten kijken, deze qua percentage per inkomensgroep nauwelijks verschillen Volgens Rens Trimp, onderzoeker voor het CBS en Flip de Kam, hoogleraar aan de rijksuniversiteit Groningen, betaalt vrijwel iedere inkomensgroep rond de 40 procent van zijn inkomen aan collectieve lasten. De sterkste schouders betalen in Nederland allang niet meer de zwaarste lasten.
Nu al heft Nederland de helft minder belasting op vermogen dan Belgiƫ en Engeland. Toch stellen Van Dijkhuizen en consorten voor deze belasting nog verder te verlagen. Natuurlijk heeft Van Dijkhuizen gelijk wanneer hij stelt dat mensen allang niet meer 4 procent rente op hun spaarrekening krijgen, maar waarom is niet gekeken naar de gehele vermogensrendementsheffing? Als deze vervangen wordt door een vermogenswinstbelasting wordt de spaarder ontzien en betaalt men alleen belasting over wat men daadwerkelijk als winst op het vermogen heeft gemaakt. De vermogensbelasting wordt daarmee progressiever en dus eerlijker. Daarnaast kan een heffing op vermogens groter dan 500.000 euro worden ingevoerd.
De voorgestelde verdere verhoging van de btw met 2 procent is zo mogelijk nog onverstandiger. Lage inkomens zijn een groter deel van hun geld kwijt aan consumptie en betalen dus de prijs voor deze belastingverhoging, die bovendien drukkend zal werken op de toch al dalende consumptie. Dit effect wordt nog verder versterkt, doordat de Commissie niet alleen voorstelt het normale btw-tarief te verhogen, maar ook het lage tarief dat voor levensmiddelen geldt te verhogen van zes naar acht procent. Een boete op besteden ten tijde van historisch laag consumentenvertrouwen. Bovendien is deze verdere verhoging van de btw de doodsteek voor menig ondernemer, die nu al moeite heeft het hoofd boven water te houden.
Na jaren van pensioenkortingen, koopkrachtdalingen als gevolg van gestegen zorgkosten en andere fiscale 'vereenvoudigingen' doet de commissie wederom een greep in de portemonnee van ouderen, door hen na het bereiken van de AOW-leeftijd premie te laten betalen voor de AOW, oplopend tot 18 procent.
Tenslotte heeft de Commissie Van Dijkhuizen nog een onaangename verrassing in petto voor ondernemend Nederland. Fiscale regelingen die mensen helpen bij het starten van een bedrijf zouden moeten worden afgeschaft en de belasting die directeur-grootaandeelhouders betalen gaat ook stevig omhoog. Dit terwijl de vennootschapsbelasting voor grote bedrijven de afgelopen jaren stap voor stap is verlaagd. De eenpitter en de MKB'er betalen voor de belastingverlaging van de multinational.
Concluderend komt de Commissie van Dijkhuizen doelbewust met een reeks voorstellen die de verschillen in vermogen - die in Nederland toch al gigantisch zijn - verder doen toenemen. Ouderen, kleine ondernemers en mensen met een laag inkomen betalen zo de rekening voor het jarenlang verlagen van de belastingen voor beleggers, vermogenden en grote bedrijven. Dit is de zoveelste stap in het verder ontleden van ons progressief belastingstelsel. Juist in tijden van crisis en historisch laag consumenten vertrouwen zou extra koopkracht voor mensen met een laag inkomen wonderen doen voor economisch herstel. Maar Van Dijkhuizen kiest voor meer van hetzelfde en het bewust vergroten van de verschillen tussen rijk en arm.