Europa pakt niet door bij regulering banken
SP-Europarlementariër Dennis de Jong is niet tevreden met de bankenwetgeving die onlangs werd aangenomen. 'Zonder nieuwe wetgeving blijf een nieuwe bankencrisis een reëel risico in Europa,' aldus de Jong.
Afgelopen week vierde het Europees Parlement een beetje feest. Tijdens de plenaire sessie in Straatsburg werd met overweldigende meerderheid nieuwe bankenwetgeving, het zogeheten CRD IV-pakket, aangenomen. Dit zou ervoor moeten zorgen dat banken eindelijk genoeg kapitaalbuffers aanhouden, niet teveel gaan speculeren en beschikken over voldoende liquiditeit. Met andere woorden, met CRD IV krijgen we weer een bankensector die we kunnen vertrouwen.
Stop het doormodderen! In diezelfde week presenteerde het IMF het uiterst kritische Global Financial Stability rapport. Dat kreeg in Straatsburg veel minder aandacht. Zo’n boodschap zou de sfeer op het feestje bederven en werd daarom maar liever genegeerd. Wat mij betreft, komt het IMF-rapport prominent op de Brusselse agenda. Het toont aan dat het doormodderen van de afgelopen vijf jaar niet werkt.
Het IMF concludeert dat de bankensector er in heel Europa nog steeds zwak voorstaat. De banken slagen er onvoldoende in voldoende kapitaalbuffers aan te leggen en de verhouding tussen geleend en eigen vermogen, de zogeheten leverage ratio, is nog veel te hoog. We moeten doorpakken en radicale maatregelen niet schuwen. Net als het IMF pleit ik voor snelle splitsing van banken, waardoor normaal betalingsverkeer wordt gescheiden van risicovolle bankactiviteiten.
Verder zou het voor het vertrouwen van de burger in het bankwezen goed zijn, als de Europese Commissie niet langer lidstaten aanmoedigt nationale banken te verkopen, maar hen juist probeert te overtuigen van het nut van het oprichten van een betrouwbare staatsbank naast de commerciële banken. Ook moeten alternatieve vormen van bankieren via kredietunies en coöperatieve banken worden aangemoedigd. Zeker als het gaat om kleinschalige initiatieven, zorgen deze instellingen voor betere kredietverlening zonder dat er sprake is van een bonuscultuur of hang naar onverantwoorde risiconeming.
Tegenstem Ik heb overigens tegen een deel van het CRD IV pakket gestemd. Anders dan de meeste Europarlementariërs willen doen geloven, gaat het hier namelijk vooral om een uitsteloperatie. Over de kapitaalbuffers wordt het een en ander geregeld: niet waterdicht, maar het is in ieder geval vooruitgang. Ook de beperking van de bonussen tot 1 of, als de aandeelhouders het goed vinden, 2 jaar is een vooruitgang, al had die beperking van mij veel straffer mogen uitvallen. Over de leverage ratio is echter niets afgesproken. Dat is uitgesteld tot 2018. De kortetermijn liquiditeitseisen worden stapsgewijs ingevoerd tussen 2015 en 2018. De langetermijn liquiditeitseisen zijn nog niet geregeld. CRD IV is dan ook gewoon gatenkaas en bepaald geen serieus antwoord op de bankencrisis.
CRD IV zegt niets over het splitsen van bankactiviteiten. Eurocommissaris Barnier heeft aangekondigd nog dit jaar met voorstellen te komen, maar je kunt zien dat hij met het dossier in zijn maag zit. Terwijl het IMF waarschuwt tegen banken die nog steeds ‘too big to fail’ zijn, en de Commissie vorig jaar al het advies ontving van de door haar zelf ingestelde groep Likaanen, lijkt Barnier bang voor de financiële lobby, terwijl hij nu juist moet doorpakken.
Het MKB helpen De banken wijzen erop dat, als we ze echt zouden aanpakken, de kredietstroom voor het bedrijfsleven snel opdroogt. Vooral het MKB krijgt daar last van. Daar zit een kern van waarheid in, al is het moeilijk te begrijpen waarom kleinschalige initiatieven als kredietunies wel in staat zijn tot kredietverlening, en grote banken niet.
Om het MKB te helpen, moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen. In plaats van noodzakelijke bankhervormingen op de lange baan te schuiven, kunnen in lidstaten Nationale Investeringsbanken worden opgezet. Het geld dat de Europese Investeringsbank heeft uitgetrokken voor leningen aan het MKB, kan dan via dit soort nationale investeringsbanken worden uitgezet. Dan wordt tegelijkertijd een einde gemaakt aan de praktijk van de huidige, commerciële banken om alleen aan het middenbedrijf leningen te verstrekken en het kleinbedrijf te laten stikken.
In plaats van feestjes te vieren over halfbakken wetgeving, moeten de lidstaten en het Europees Parlement het IMF-rapport serieus nemen en snel met nieuwe, veel radicalere wetgeving komen. Anders blijft, zoals het IMF ook zegt, een nieuwe bankencrisis een reëel risico, zeker in Europa.