Plasterk zoekt zijn Waterloo
Het lukt minister Plasterk maar niet om de Eerste Kamer mee te krijgen in zijn plan tot vorming van een ‘superprovincie’, die Noord-Holland, Utrecht en Flevoland aaneen moet klinken.
Al anderhalf jaar lang jaar is de minister niet in staat om aansprekende argumenten voor de fusie op tafel te leggen. Dinsdag stemt de Eerste Kamer over een motie die oproept de fusieplannen op te schorten. Het heeft er alle schijn van dat Plasterk op weg is naar zijn eigen Waterloo.
Minister Plasterk houdt steeds minder vrienden over bij zijn plannen om tot een superprovincie te komen. Als dinsdag de Eerste Kamer gaat stemmen, is de kans levensgroot dat er slechts een minderheid resteert voor de plannen van de minister en de meerderheid hem zal oproepen zijn activiteiten maar te staken. De meeste partijen in de Senaat willen dat de minister voordat hij verder kan met wetsvoorstellen om ons land bestuurlijk op de schop te nemen, eerst met een overtuigende visie komt over het nut, noodzaak en het democratisch draagvlak van deze plannen. Geen visie, geen fusie, dat is het adagium van een meerderheid van de Eerste Kamer.
Al anderhalf jaar is de Eerste Kamer in gesprek met de minister van Binnenlandse Zaken over zijn plannen. Bij zijn aantreden was Plasterk heel ambitieus: gemeenten moesten minstens een omvang hebben van 100.000 inwoners en de twaalf provincies moesten omgetoverd worden in vijf landsdelen, zo schreef het regeerakkoord. Waarom dat nu precies moest, stond er niet bij en toen de Senaat de minister daarna vroeg, kon minister Plasterk geen overtuigend antwoord geven. Twee eerdere moties die vroegen welke visie er schuilgaat aan de gewenste bestuurlijke opschaling en waar de minister denkt daarvoor draagvlak te vinden, leverden twee keer een teleurstellend antwoord van de minister op. Nu is het welletjes, vinden de meeste fracties. Zij vinden het tijd dat Plasterk zijn superprovincieplan nu maar opschort.
De Eerste Kamer staat niet alleen in haar opvatting dat de plannen niet deugen. Ook de betrokken provincies hebben te kennen gegeven niets in de huidige voorstellen van de regering te zien. Daar komt nog bij dat een meerderheid van de bevolking ook gekant is tegen de fusie. Het zijn allemaal signalen die Plasterk tot nu toe vakkundig heeft genegeerd. Als het aan hem ligt, komt de superprovincie er toch. Als er dan geen visie achter zit, dan toch op zijn minst het idee dat er door een samenvoeging wel bezuinigd kan worden. En juist dat laatste is verontrustend. De vorige regering wilde de Tweede en Eerste Kamer met een derde amputeren, om wat geld te besparen. Een onzalig plan, omdat Nederland nu al relatief weinig volksvertegenwoordigers kent en juist behoefte heeft aan degelijke checks and balances in het openbaar bestuur. In Rutte II omarmde Plasterk het voorstel om de gemeenteraden te verkleinen en de gemeenten en de provincies verder van de burger af te zetten. Ook nu weer bedoeld om geld te besparen maar zonder verdere inhoudelijke argumenten. Voor dat eerste idee stak de Eerste Kamer onlangs al een stokje. Nu lijkt ook zijn tweede plan schipbreuk te lijden.
Ons land heeft een bestuurlijke inrichting die volgt uit haar geschiedenis. Een geschiedenis met een bevolking die vaak wars is van al te veel gecentraliseerde macht maar ook een geschiedenis van langzaam gegroeide eenheid. Dat wil niet zeggen dat er nooit iets moet veranderen. Maar wel dat zulke plannen goed onderbouwd moeten zijn en op stevig draagvlak moeten kunnen rekenen van volksvertegenwoordiging en bevolking. Het openbaar bestuur en onze democratie zijn namelijk allereerst van de burgers van ons land. Geen speeltje voor ambitieuze ministers. Zo hoort dat ook te blijven. Als minister Plasterk dat niet wil inzien, lijkt hij serieus op zoek naar zijn eigen Waterloo.