opinie
Agnes Kant:

Marktwerking is funest voor kwaliteit thuiszorg

De WMO heeft geleid tot het ontslaan van goed opgeleide thuiszorgen en een slechtere zorg voor patiënten. Daarom moet de marktwerking uit de WMO.

Het nieuwe kabinet houdt de marktwerking in de zorg in stand, ook in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De verantwoordelijkheid voor de huishoudelijke zorg is van het rijk overgeheveld naar de gemeenten, die door de WMO verplicht worden om die zorg aan te besteden.

Het CNV luidde afgelopen week de noodklok en verwacht duizenden ontslagen van vaste krachten. De thuiszorginstelling Internos uit Dordrecht stuurde een brandbrief naar de Tweede Kamer waarin staat dat veel cliënten nog maar 50 procent van de hulp kunnen krijgen. Ook is de hulp bijna altijd kwalitatief minder. Dit wordt bevestigd door de honderden meldingen die zijn binnengekomen bij het meldpunt WMO van de SP.

Door de aanbesteding ontstaat concurrentie op prijs, waardoor er zelfs contracten worden afgesloten onder de kostprijs. Dit kan niet zonder gevolgen blijven. Er is een duidelijke verschuiving naar goedkopere hulp. Het gaat daarbij om de zogenoemde alphahulpen, mensen die niet in dienst zijn van de thuiszorginstelling en van wie de cliënt de werkgever is. Mensen die weliswaar vaak met liefde voor het vak hebben gekozen, maar die geen opleiding hebben genoten. Ouderen die hulp nodig hebben, kunnen de werkgeversrol vaak niet vervullen. Bovendien is vaak deskundiger hulp nodig, bijvoorbeeld bij dementerende ouderen.

Thuiszorgers A en B zijn opgeleid om ook te kunnen ondersteunen en te signaleren. Zij letten erop of de medicijnen wel op tijd zijn ingenomen, of er spullen in de koelkast staan die kunnen bederven, of iemand niet vereenzaamt en of meer persoonlijke hulp nodig is. Waar eerst zes op de tien mensen professionele thuiszorg kregen, lijkt dat nu snel te verschuiven naar één op de tien. Honderden kundige medewerkers worden ontslagen.

Veel melders vrezen dat het vak van huishoudelijk verzorgende wordt uigehold. Dat zelfs schoonmaakbedrijven worden ingezet, is een totale miskenning van de verantwoordelijkheden. De huishoudelijk verzorgende heeft een belangrijke sociale taak. Of zoals een melder het stelt: “De ouderen zitten met hun lichamelijke en psychische problemen niet te wachten op een dweil maar op empathie en compassie.”

Het waardevolle van de thuiszorg was ook de integrale zorg, één persoon voor zowel persoonlijke als huishoudelijke zorg. Nu de huishoudelijke zorg naar de WMO is overgeheveld, zijn deze vormen van zorg per definitie versnipperd. Weg is het “praatje onder de strijk” waarmee ook psychosociale ondersteuning werd gegeven. De een komt poetsen, een ander douchen en een derde komt de steunkousen aandoen. Vooral mensen die in de gespecialiseerde zorg werken, met mensen met meer complexe problemen, maken zich grote zorgen over de versnippering en de gevolgen als de vertrouwde kracht verdwijnt.

Een ander gevolg van de marktwerking in de WMO is een verschuiving naar minder uren zorg. Er wordt steeds meer geleund op de mantelzorg, die al overbelast is en juist verlichting verdient. Met de invoering van de WMO wordt minder gemakkelijk zorg toegekend. Ook bezuinigen thuiszorginstellingen op personeel om een goede concurrentiepositie te verwerven of te behouden. De werkdruk gaat omhoog. Nascholing doe je maar in je eigen tijd en betaal je ook maar zelf. Als je ziek wordt, kun je vervanging gaan zoeken en ook als je vakantie-uren wilt opnemen, regel je eerst vervanging. In sommige instellingen wordt ronduit gesnoeid in het personeelsbestand.

De professionaliteit van de huishoudelijke verzorging wordt razendsnel uitgehold. Dit zal ten koste gaan van mensen die thuis willen blijven wonen. Dat is in strijd met eerder gemaakte afspraken om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Het is ook strijdig met het regeerakkoord, waarin meer kleinschaligheid en inbedding in de wijk van ouderenzorg wordt bepleit. Hierbij is niet alleen verpleging en persoonlijke verzorging maar ook goede huishoudelijke verzorging belangrijk. Die draagt ertoe bij dat mensen niet vereenzamen, vervuilen of zichzelf verwaarlozen. Die voorkomt ook dat mensen vroegtijdig moeten worden opgenomen.

In Zweden is een parlementair onderzoek gedaan naar een soortgelijk systeem. Ook daar leidde het tot verschraling van de zorg en veel rechtszaken. Er was te veel aandacht voor de kosten en te weinig voor deskundigheid, en er werd te veel geleund op mantelzorg. Deze marktwerking maakt ook in Nederland meer kapot dan ons lief is, en moet dus uit de WMO.

Betrokken SP'ers