opinie
Agnes Kant:

Alternatieve genezer geniet te veel vrijheid

De inspectie voor de volksgezondheid heeft te weinig mogelijkheden om preventief te kunnen optreden tegen alternatieve genezers. De overheid zou alleen die therapieën moeten toestaan waarvan de werking en het nut zijn bewezen.

Naar aanleiding van het zwartboek van Roel van Duijn over het macrobiotisch Kushi-instituut is de politieke discussie geopend of er niet meer controle moet komen op de praktijken van alternatieve genezers. Uit het zwartboek blijkt dat het credo "Baat het niet dan schaadt het niet", lang niet altijd opgaat. De inspecteur voor de Gezondheidszorg pleitte in de Volkskrant van afgelopen zaterdag voor meer bevoegdheden om in te kunnen grijpen, zoals hij dit ook kan bij reguliere genezers: namelijk dwingen met hun praktijk te staken indien er acuut gevaar is voor de patiënten. Beter nog dan straffen achteraf is het voorkomen van uitwassen. De mogelijkheid om preventief op te treden heeft de overheid uit handen gegeven bij de invoering van de wet BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). Met de invoering van deze wet is het verbod op onbevoegde uitoefening van de geneeskunst opgeheven en mag iedereen zijn gang gaan. Bijna een miljoen mensen bezoekt gemiddeld zo'n zeven maal per jaar een van de achtduizend alternatieve genezers in ons land. Het scala van deze genezers is breed. Er zijn alternatieve genezers die zo heilig overtuigd zijn van hun methode/filosofie dat ze mensen afhouden van de reguliere geneeskunde, waardoor er onnodig slachtoffers vallen. Bijvoorbeeld bij de iatrosofie komt dit voor. Enkele jaren geleden overleed een tweejarig meisje dat onder behandeling was van een Tilburgse iatrosofische natuurgenezer. Het meisje met een ernstige afwijking had, indien tijdig geopereerd, goede kans op genezing gehad. Een van de principes van de geneeskunde is "primum non noiere", vooreerst geen schade. Daar waar er een reëel risico is dat mensen schade wordt berokkend, is maar één oplossing: een verbod. Ronduit verwerpelijk zijn de charlatans, die zelf dondersgoed weten dat hun geneeswijze niets uithaalt, maar die de angst en ziekte, wanhoop en goedgelovigheid van mensen uitbuiten voor hun eigen gewin.

Op dit moment kunnen we dit soort praktijk niet verbieden, want sinds de wet BIG is dit allemaal legaal. Achterliggende filosofie is: de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt. Als mensen kiezen voor een alternatieve genezer is dit hun eigen keuze. Maar een patiënt in nood is bereid alles te doen. De overheid dient de patiënt in zo'n geval bescherming te bieden. Alleen die therapieën en behandelingswijzen dienen te worden toegestaan waarvan op grond van degelijk onderzoek de werking en het nut is aangetoond. Wat niet werkt hoort niet in de gezondheidszorg thuis. Daarnaast zouden alleen dienen deze therapieën en behandelingswijzen mogen toepassen die deskundig zijn en aan kwaliteitseisen voldoen. Verzet tegen vooral het eerste deel van deze stellingname komt van mensen die zeggen dat ze wel degelijk baat hebben gehad van alternatieve geneeswijzen. Er is geen enkele reden te twijfelen aan de ervaringen van deze mensen. Voldoende wetenschappelijke onderbouwing van hoe het werkt ontbreekt echter. Ook is er ondanks veel klinisch onderzoek nog veel onbekend over het effect van deze geneeswijzen en/of behandelmethoden. Voor het feit dat mensen baat hebben bij alternatieve therapieën zonder dat de werkzaamheid hiervan is of kan worden aangetoond, zijn volgens mij drie verklaringen te geven. Ten eerste: het "placebo-effect", dat wil zeggen dat patiënten die geloven in een therapie hier ook baat bij hebben. Overigens een effect dat uiteraard ook in de reguliere geneeskunde optreedt. Ten tweede: mensen schrijven een verbetering in hun situatie toe aan de alternatieve geneeswijze, terwijl ook zonder die therapie er verbetering was opgetreden. Het is meestal niet de geneeskunde die geneest, maar de tijd die heelt. Een derde mogelijke verklaring is er een die de reguliere geneeskunde zich zonder meer mag aantrekken. Over het algemeen neemt een alternatieve genezer de tijd voor zijn patiënt, de tijd voor een goed gesprek, heeft hij de volle aandacht voor de klachten, en mogelijk ook meer oog voor de sociale omgeving van de patiënt.

Een veel gehoorde reactie is dat je ook in de reguliere geneeskunde bij sommige behandelingen en onderzoeken vraagtekens kunt zetten bij het nut en de effectiviteit. Dat is waar, en daar moet ook verandering in komen. Het besef dat de geneeskunde veel meer "evidence based" moet zijn, dat wil zeggen: alleen doen wat bewezen is dat het zinvol is, is sterk groeiende in de medische wereld. Niet alles wat niet onder "regulier geneeskunde" gebeurt is per definitie goed, en niet alles wat onder "alternatieve geneeskunde" gebeurt per definitie slecht. Maar de toets moet zijn: is het nut en effect van een geneeswijze, een therapie, een behandeling wetenschappelijk aangetoond. En juist in de wetenschap spelen alternatieven een belangrijke rol. Het zoeken naar - of door toeval stuiten op - "alternatieven" en het waarnemen van de effecten en gevolgen hiervan leiden vaak tot een nieuwe hypothese. Maar de kern van de wetenschap is dat deze nieuwe hypothese getoetst wordt in empirisch onderzoek. We mogen van de overheid verwachten dat zij er op toeziet dat diegenen in de gezondheidszorg doe een diagnose stellen, therapieën geven en behandelen betrouwbaar en deskundig zijn. Wij kunnen onmogelijk van elke consument-patiënt verwachten dat die kan beoordelen of iets wel of niet effectief en betrouwbaar is. Niet alleen omdat zij niet de deskundigheid en kennis hebben om dit te kunnen beoordelen, maar ook omdat zij op dat moment niet in een onafhankelijke positie zitten, Ze zijn ziek, angstig en ongerust en zijn op zoek naar hulp en hoop. En het is niet verwonderlijk dat velen in zo'n situatie graag iemand geloven of willen geloven die zegt: ik kan je helpen.

Betrokken SP'ers