Grieken geven het voorbeeld
Met de verkiezingsoverwinning van Syriza in Griekenland ligt het pad open naar verandering, ook in de rest van de Europese Unie, schrijven Harry van Bommel en Arnold Merkies.
De verkiezingsuitslag in Griekenland bewijst ondubbelzinnig dat kiezers alternatieven willen voor het botte bezuinigingsbeleid dat Brussel voorschrijft. De zege van Syriza zou voor alle Europese politici reden moeten zijn om na te denken over een ander financieel en economisch beleid in Europa.
"We durven weer te dromen," zeiden de ontslagen Griekse schoonmakers nadat de nieuwe regering van premier Alexis Tsipras had aangekondigd hen weer in dienst te nemen, in ruil voor het afstoten van 'politieke adviseurs'.
Een symbolische maatregel, maar van grote politieke betekenis. Want Syriza toont ermee aan dat 'structurele hervormingen' - Brussels jargon voor keiharde bezuinigingen - geen economische noodzaak, maar een politieke keuze zijn. Waar de regering van Antonis Samaras boog voor het strenge begrotingsbeleid dat de EU jaar in, jaar uit aan de Grieken oplegde, biedt Tsipras een andere weg uit de crisis: één die het belang van de Grieken centraal stelt, en niet dat van zijn geldschieters. Dat biedt perspectief voor de rest van Europa.
Syriza wil enerzijds heronderhandelen met de EU over de Griekse schulden en het macro-economische beleid waar Griekenland momenteel aan gehouden wordt, en anderzijds de flink uitgeklede welvaartsstaat deels herstellen. Dat is broodnodig, want onder premier Samaras hebben de Grieken hun economie met een kwart zien krimpen, is de ernstige armoede verdubbeld en werd mensen in financiële nood op den duur zelfs de toegang tot basisbehoeftes, zoals zorg en elektriciteit, ontzegd. Inmiddels zit een kwart van de Grieken zonder werk, onder jongeren is dat zelfs de helft. Griekenland zal jaren nodig hebben om te herstellen van de gevolgen van het bezuinigingsbeleid.
Syriza heeft grote beloftes gedaan op het gebied van werkgelegenheid, salarissen en pensioenen. Ook krijgen de allerarmsten voedselsubsidies, elektriciteit, zorg en openbaar vervoer, en mogen zij niet langer uit hun huis worden gezet omdat zij hun hypotheek niet kunnen betalen.
Een deel van haar plannen heeft de regering al waargemaakt: naast het weer in dienst nemenvan ontslagen ambtenaren, zijn de privatiseringen van de haven van Piraeus en het staatsenergiebedrijf PPC herroepen en is het minimumloon weer 751 euro, wat het was voordat het land gedwongen werd het te verlagen naar 500 euro.
Syriza wil de Griekse burgers in de eerste plaats van werk, een eerlijk loon en een sociaal vangnet voorzien. Zo bezien is het economische programma niet radicaal links, maar veeleer klassiek sociaal-democratisch te noemen.
Ook in het buitenlands beleid kiest Griekenland voor een koerswijziging. De nieuwe regering maakte al duidelijk geen voorstander te zijn nieuwe sancties tegen Rusland omdat het sanctiebeleid niet het gewenste effect heeft. Daarin heeft ze gelijk. Nieuwe sancties leiden tot escalatie en dat is ronduit gevaarlijk. Verder wordt van de nieuwe regering een kritische houding ten opzichte van Israël verwacht en erkenning van de Palestijnse staat. Daar zou Nederland een voorbeeld aan moeten nemen.
Hoeveel de Griekse regering kan waarmaken van haar programma is mede afhankelijk van de EU, die Griekenland al dan niet de nodige ruimte kan gunnen om te investeren in haar uitgeknepen economie. Daarover zal binnenkort worden onderhandeld. Als openingszet wordt vanuit Europa moord en brand geschreeuwd over de verkeerde prikkel die van schuldverlichting uit zou gaan voor andere landen die onderworpen zijn aan het Europese bezuinigingsregime.
Het is echter zeer de vraag of de Griekse schuld als zodanig houdbaar is. Die vraag blijven ontlopen, is niets anders dan de kiezers zand in de ogen strooien, precies zoals men deed toen de leningen aan Griekenland werden verstrekt en de Nederlandse regering zei dat dit geld met rente terug zou komen. Daarom bepleiten wij langere looptijden van de leningen, lagere rentes en coulance binnen het Stabiliteits- en Groeipact, zodat de Griekse economie geholpen wordt en er een kans op terugbetaling blijft bestaan.
De Griekse bevolking heeft massaal gestemd op een partij die vrij is van corruptie, de superrijken zwaarder wil belasten en het laatste restje van de welvaartsstaat wil redden. In Spanje zou de kiezer dat voorbeeld kunnen volgen.
Met haar nieuwe beleid houdt de Griekse regering andere Europese landen een spiegel voor, maar regeringsleiders durven er nog niet in te kijken. Naar onze opvatting heeft het Europese economische beleid niet geleid tot herstel, maar tot verdere afbraak en is het hoog tijd daar verandering in te brengen. De Griekse verkiezingsuitslag vormt het breekijzer dat nodig is om tot die verandering te komen en is daarom goed nieuws voor alle Europeanen.
Harry van Bommel en Arnold Merkies zijn Tweede Kamerlid voor de SP en respectievelijk woordvoerder Europese Zaken en Financiën.
Dit artikel verscheen 31 januari in verkorte vorm in Het Parool