Ook EU moet Hongarije bij de les houden
Europa zegt een waardengemeenschap te willen zijn. EU-lid Hongarije neemt een loopje met de rechtstaat, meent SP-Kamerlid Harry van Bommel.
Sinds het aantreden van de centrum-rechtse premier Victor Orbán verlaten steeds meer jonge Hongaren het land, zo meldt Friesch Dagblad van 18 april. Niet alleen de economische crisis maar ook het autoritaire beleid van Orbán is daar de oorzaak van. Terecht wordt de vraag opgeworpen of Hongarije moet worden gestraft. Als de Europese Unie echt een waardengemeenschap wil zijn, moet kritischer worden gekeken naar de ontwikkeling in Hongarije maar ook een sociale uitweg uit de economische crisis worden gekozen.
Na het veroveren van tweederdemeerderheid in het parlement is de Fidesz partij van Victor Orbán begonnen met het herinrichten van Hongarije. Zo mag het Constitutioneel Hof voortaan wetten niet langer inhoudelijk toetsen aan de grondwet. Mogelijkheden om politieke campagnes te voeren worden ingeperkt, net als de vrijheid van meningsuiting. Ook worden tal van bestuurders vervangen door trouwe Fidesz-leden. De secretaris-generaal van de Raad van Europa Thorbjørn Jagland waarschuwde dan ook terecht dat ‘het fundamentele principe van onderlinge controle en evenwicht in een democratie’ in gevaar wordt gebracht.
Het is in eerste instantie aan de Hongaarse bevolking om de eigen regering te corrigeren. Die bevolking is de afgelopen tijd ook massaal de straat opgegaan om te protesteren tegen de maatregelen. De Europese Unie heeft echter ook een verantwoordelijkheid. Niet voor niets wordt van toetredende lidstaten geëist dat ze stabiele instellingen hebben die de democratie, de rechtstaat, mensenrechten en respect voor minderheden waarborgen. Dat is nodig voor een goed functioneren van de Europese Unie. Burgers en bedrijven moeten overal in de EU kunnen rekenen op een rechtstaat gevrijwaard van corruptie en bestuurlijke willekeur. Anders stellen hun rechten niets voor. Ook besluiten nieuwe lidstaten mee over wetgeving die voor heel de EU geldt. Van landen die minder waarde hechten aan democratie en rechtsstatelijkheid kan niet worden verwacht dat deze bijdragen aan de versterking daarvan.
Na toetreding zijn er echter weinig manieren om lidstaten blijvend te laten voldoen aan de lidmaatschapseisen. Daarom roept de SP al enkele jaren op tot een periodieke toetsing van de kwaliteit van de rechtstaat en het voldoen aan de fundamentele waarden van de EU. Dat komt nu een stap dichterbij sinds Nederland vorige maand met enkele andere lidstaten de Europese Commissie heeft verzocht hiertoe voorstellen te doen. Het Hongaarse voorbeeld toont de noodzaak hiertoe aan.
Niet alle bekritiseerde maatregelen in Hongarije zijn echter strikt genomen strijdig met EU-wetgeving. Zo kent Nederland ook geen grondwettelijke toetsing van wetten door de rechterlijke macht. Een verbod op politieke verkiezingsspotjes op commerciële zenders kan gerechtvaardigd zijn om te zorgen dat minder rijke partijen een eerlijke kans krijgen. Ook de terecht fel bekritiseerde inperking van de rechten van homo- en lesbische stellen laat onverlet dat er geen EU-afspraken zijn die een volledig gelijke behandeling garanderen. Daarom zal het ook lastig blijken voor de Europese Commissie met haar huidige onderzoek precieze overtredingen van EU-afspraken te constateren. Laat staan dat eventueel terecht geëiste correcties meteen zullen leiden tot herstel van het democratisch machtsevenwicht in Hongarije.
Het is dan ook noodzakelijk dat de overige lidstaten niet een juridisch maar politiek oordeel vellen over de situatie in Hongarije en aangeven wat zij van het land verwachten. Daarbij is echter zorgvuldigheid geboden. Zo stelde de secretaris-generaal Jagland eerder dit jaar niet voor niets dat critici ‘soms overdrijvingen, soms beschuldigingen uitten die niet gebaseerd waren op normale standaarden in Europa, maar specifieke standaarden voor Hongarije hanteerden’. Willekeur ligt dus op de loer. Daarom is het ook goed dat de EU nauw samen blijft werken op dit punt met de Raad van Europa. Dit instituut heeft meer gezag in het beoordelen van de mensenrechten in een land en staat bovendien los van de EU.
Tenslotte speelt ook de groeiende onvrede tegen de Europese Unie een bepalende rol. Dat uit zich niet alleen in het groeiende nationalistische en conservatieve karakter van de van oorsprong liberale Fidesz partij. Overal in de EU komen nieuwe partijen op die zich meer en meer afwenden van de Europese waarden. De Europese aanpak van de financiële en economische crisis geeft ze de wind in de zeilen omdat het resultaat van die aanpak grote onzekerheid en oplopende werkloosheid met zich mee brengt. De Europese waardengemeenschap staat daarom niet alleen in Hongarije maar in heel de EU op het spel. Een sociale uitweg uit de crisis is daarom noodzakelijker dan ooit tevoren.