Maak excuses voor slavernijverleden
Op 1 juli 1863 werd met kanonschoten in Suriname het einde van de slavernij in de Nederlandse koloniën aangekondigd. Ons land was één van de laatste landen in Europa dat tot afschaffing overging. Tienduizenden slaven verkregen toen de vrijheid. Honderdvijftig jaar na dato is het hoog tijd dat de regering eindelijk officieel excuses aanbiedt voor deze beschamende geschiedenis.
Nederland was ruime tijd op grote schaal actief in de slavenhandel. Ook Zeeland was via de Middelburgsche Commercie Compagnie actief betrokken. In een paar eeuwen tijd ontnam Nederland zo'n 450 duizend Afrikanen hun vrijheid. Onder erbarmelijke omstandigheden werden zij naar Zuid- en Midden-Amerika verscheept. Als zij daar levend aankwamen, moesten zij fysiek zwaar werk doen op plantages in het huidige Brazilië en Suriname. Harde lijfstraffen volgden op ongehoorzaamheid. Velen hebben zich op de plantages doodgewerkt. Voor deze honderdduizenden slaven was onze Gouden Eeuw een niet aflatende nachtmerrie.
Na lang zwijgen heeft Nederland bij de antiracismetop van de VN in 2001 diepe spijt betuigd over de slavenhandel. In 2002 werd in het Amsterdamse Oosterpark door koningin Beatrix het Nationaal monument slavernijverleden onthuld. De spijtbetuiging is een belangrijk gebaar maar gaat niet ver genoeg. Het staat niet in verhouding tot het misdrijf dat slavernij is. Diepe spijt is ook iets anders dan excuses aanbieden. Wie excuses aanbiedt, richt zich immers expliciet tot de groep slachtoffers in de hoop dat die excuses ook aanvaard worden.
De roep om een officieel excuus wordt de laatste maanden steeds luider. De voorzitter van Amsterdam Zuid-Oost, PvdA'er Tjeerd Herrema, liet recent weten dat hij het klasse vindt als excuses gemaakt zouden worden door koning Willem-Alexander. Ook het Surinaamse Collectief Broki wil excuses van de Nederlandse regering. Eerder pleitte het Landelijk Platform Slavernijverleden daarvoor.
Deze roep klinkt nog een stuk urgenter nu de Raad van Kerken de betrokkenheid bij het slavernijverleden heeft erkend. De Raad stelde dat de kerken zich bewust zijn van hun deel van het slavernijverleden en dat theologie soms is misbruikt om de slavernij te rechtvaardigen.
Het is onduidelijk waarom Nederland de stap naar excuses niet wil zetten, al speelt waarschijnlijk de angst voor mogelijke financiële compensatie een rol. De vrees hiervoor speelde kennelijk geen rol in de Verenigde Staten, waar inmiddels al meerdere staten excuses hebben gemaakt voor hun rol in de slavernij. Ook het Huis van Afgevaardigden en de Senaat hebben hiervoor excuses aangeboden.
Tot op heden heeft geen enkele Westerse regering formeel excuses aangeboden voor de slavernij. Dat neemt niet weg dat enkele landen wel degelijk excuses hebben gemaakt voor gruwelen uit hun koloniale verleden. Zo heeft Australië in 2008 excuses aangeboden aan de Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van het land voor het grote lijden en verlies onder de Aboriginals. In Nieuw-Zeeland gebeurde dat twee jaar eerder al aan de grootste Maori-stam van het land.
Op 1 juli wordt in Middelburg en Amsterdam de afschaffing van de slavernij herdacht. Vice-premier Asscher zal in Amsterdam, in het bijzijn van koning Willem-Alexander en koningin Máxima, namens de regering spreken. Dit moment zou moeten worden aangegrepen om ondubbelzinnig excuses aan te bieden voor het grote leed dat de voorouders van veel van de bezoekers van deze herdenking is aangedaan. Nederland was één van de laatste landen dat slavernij afschafte, laat het het eerste zijn dat officieel excuses aanbiedt.