Drone-aanvallen illegaal
Minister Frans Timmermans gaat de discussie over illegale aanvallen met drones in Pakistan uit de weg.
Nu er een juridisch advies is over de inzet van bewapende onbemande vliegtuigen (drones), wil minister Timmermans van Buitenlandse Zaken hier een brede discussie over. Tot nog toe ging de minister die uit de weg. Dat is onterecht, aangezien de honderden drone-aanvallen inmiddels al duizenden slachtoffers hebben gemaakt, waaronder veel burgers.
Discussie is bijvoorbeeld nodig over de zeer omstreden signature strikes. Dat zijn aanvallen waarbij niet geïdentificeerde individuen op basis van verdacht gedrag doelwit zijn. Een rapport van twee Amerikaanse universiteiten concludeerde in 2012 dat de rechtmatigheid van signature strikes 'sterk verdacht' is. Mijn eenvoudige vraag aan minister Timmermans of dergelijke aanvallen in strijd zijn met het internationaal recht werd niettemin ontweken.
De vraag of de Pakistaanse autoriteiten al dan niet toestemming verlenen aan Amerikaanse drone-aanvallen vormt eveneens een goede illustratie van de breedte van de discussie die in Nederland wordt gevoerd. Herhaaldelijk hebben de Pakistaanse autoriteiten aangegeven geen toestemming te geven voor drone-aanvallen in hun land. Vorige maand heeft de Pakistaanse regering de Amerikaanse ambassadeur ontboden en hem verteld dat de drone-aanvallen onmiddellijk moeten stoppen.
Ook deze kwestie werd uit de weg gegaan. De minister verwees naar een vage Amerikaanse verklaring dat er een 'intensieve veiligheidsdialoog' tussen de VS en Pakistan zou plaatsvinden. Verder werd gemeld dat het geven van toestemming een bilaterale aangelegenheid is waar het kabinet geen volledig inzicht in heeft. Daarom ziet Timmermans ook geen aanleiding om bij zijn Amerikaanse collega's aan te dringen op de beëindiging van illegale drone-aanvallen in Pakistan.
De kwestie van het delen van inlichtingen is een ander goed voorbeeld. In een artikel begin dit jaar stelt de New York Times dat Nederlandse troepen in Afghanistan 'agressieve elektronische onderscheppingsoperaties' uitvoeren en deze inlichtingen op grote schaal met de VS delen. Deze inlichtingen zouden voor drone-aanvallen in Pakistan gebruikt kunnen worden. De Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) waarschuwt dat het delen van geheime informatie in bepaalde omstandigheden kan leiden tot aansprakelijkheid, indien deze informatie gebruikt wordt voor het op onrechtmatige wijze gericht uitschakelen van een persoon.
Het debat hierover werd door de politiek verantwoordelijken opnieuw volledig geblokkeerd. Op vragen of door Nederland verzamelde inlichtingen inderdaad met de VS worden gedeeld en of deze zijn gebruikt voor Amerikaanse drone-aanvallen werd simpelweg niet geantwoord.
Een brede discussie over bewapende drones moet dus dringend gevoerd worden. De minister van Buitenlandse Zaken zou kunnen beginnen met vragen uit de Tweede Kamer over dit onderwerp naar behoren te beantwoorden.