opinie

Stop snoepreisjes voor burgemeesters en wethouders

Staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken moet geen subsidie meer geven aan rondreizende burgemeesters en wethouders. Dit komt de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking niet ten goede.

In december 2010 ontstond er grote ophef bij diverse gemeenten in Nederland nadat de SP samen met de VVD succesvol een amendement had ingediend om de subsidie voor gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking te stoppen. Het geld dat hierdoor vrij kwam werd gereserveerd voor het wereldwijde fonds tegen HIV/AIDS, malaria en tuberculose. De gedachte hierachter was dat internationale aidsbestrijding een veel effectievere manier van armoedebestrijding is dan het subsidiëren van snoepreisjes voor Nederlandse burgemeesters, wethouders en raadsleden. Mede door dit amendement besloot staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken een nieuw programma te ontwikkelen voor de versterking van openbaar bestuur in ontwikkelingslanden. Voor dit programma, Local Government Capacity Programme (LGCP) genaamd, ontvangt de Vereniging Nederlandse Gemeenten Internationaal (VNG Internationaal) een subsidie van 22,5 miljoen euro van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de periode 2012-2016 voor het versterken van lokaal bestuur in 9 ontwikkelingslanden. Bij dit vernieuwde programma gaat het om het beschikbaar stellen van specifieke gemeentelijke expertise die gericht is op de vier speerpunten van de Nederlandse regering, waarbij programma's bovendien "niet mogen leiden tot een inflatie van overleg en reizen", aldus staatssecretaris Knapen in zijn brief aan de Tweede Kamer, waar morgen over het onderwerp wordt gedebatteerd.

De eerste signalen beloven echter weinig goeds. Zoals eerder bericht in deze krant, ging burgemeester Heidema afgelopen april voor dit nieuwe programma op 'verkenningsmissie' naar Uganda. Hij nam hiervoor niet alleen zijn medewerker internationaal beleid mee, maar ook de voorzitters van twee lokale stichtingen. Allemaal op kosten van VNG Internationaal- en indirect dus Knapen. Niet alleen lijkt hier sprake te zijn van oneigenlijk gebruik van de subsidie (voorzitters van stichtingen zijn geen lokale ambtenaren). Blijkbaar zijn de onkostenvergoedingen van de VNG ook nog eens zo riant dat Jan en alleman mee kan op de snoepreis. In antwoord op raadsvragen stelt burgemeester Heidema immers dat VNG Internationaal weliswaar de onkostenvergoeding voor 'slechts' drie personen betaalde maar dat de "samengevoegde dagvergoedingen toereikend waren om ook de kosten voor de vierde medereiziger te betalen". De Uganda-delegatie bestond verder uit een wethouder van Goes, alsmede een raadslid en een ambtelijk projectleider uit deze gemeente, en de gemeentesecretaris en een projectleider LGCP uit Gemert-Bakel.

In totaal zijn dus 9 personen naar Uganda gegaan. Heel veel voor iets dat slechts een verkenningsmissie was. Het beeld van een rondreizend circus wordt hiermee bevestigd. Was het dan op zijn minst wel effectief is dan de vraag? De verslagen doorbladerend blijkt dat als inhoudelijk thema voor Uganda is gekozen voor voedselzekerheid. Er zijn onder meer bezoeken gebracht aan agro-coöperaties en aan hulpprojecten van eerdergenoemde stichtingen. Het idee is onder andere om ondersteuning te bieden aan bestaande coöperaties en een stimuleringsprogramma te ontwikkelen voor de start van nieuwe coöperaties. Allemaal heel nuttig, maar daar hebben we toch ook al een professionele organisatie als Agriterra voor, die hiervoor bovendien al over een jarenlange expertise beschikt? En het bezoeken van hulpprojecten van Nederlandse stichtingen zoals een school, daar is dit programma toch helemaal niet voor bedoeld? Als deze missie exemplarisch is voor de rest van het programma dan blijft de keuze voor de SP eenvoudig. Liever geld naar effectieve aidsbestrijding dan naar snoepreisjes voor burgemeesters en wethouders.