opinie

Eerste Kamer mag kansen voor gehandicapten niet laten schieten

Het lijkt erop dat de Eerste Kamer een wetsvoorstel zal verwerpen dat de mobiliteit van gehandicapten vergroot. Het betreft een vrijstelling van parkeerbelasting voor houders van een Gehandicaptenparkeerkaart. De initiatief wet van Marjo van Dijken (PvdA) wordt breed gesteund door de Tweede Kamer, de Regering en lokale bestuurders. De Eerste Kamer stemt dinsdag 30 maart over het wetsvoorstel.

Via dit wetsvoorstel krijgen mensen met beperkingen meer mogelijkheden om in het centrum van hun stad of dorp en nabij voorzieningen te parkeren. Op dit moment heeft iedere gemeente zijn eigen beleid met betrekking tot de gehandicaptenparkeerkaart. Daardoor weten gehandicapten niet goed waar ze aan toe zijn, in de ene gemeente mogen ze gratis parkeren, in de volgende is alleen het eerste uur gratis en in de derde gemeente is er helemaal niets geregeld. Daarnaast kunnen gehandicapten vaak helemaal niet bij de betaalautomaten. Al met al zijn gehandicapten ontzettend veel tijd kwijt met uitzoeken hoe gemeenten hun parkeerbeleid hebben geregeld. Alle onduidelijkheid leidt ertoe dat bovendien de boetes bij gehandicapten binnenstromen, terwijl ze dachten te mogen parkeren.

De initiatiefwet maakt een einde aan die onduidelijkheid, maar ook aan de onrechtvaardigheid naar mensen met beperkingen toe. Zij zijn immers vaak aangewezen op hun aangepaste auto, kunnen niet kiezen voor openbaar vervoer en kunnen de betaalautomaat vaak niet bedienen. Wij vragen ons af of er eigenlijk iemand is die deze regeling niet wenselijk vindt. De Tweede Kamer ging, met steun van de Regering, in grote meerderheid akkoord. De Vereniging voor Nederlandse Gemeenten is voor en zo'n 80% van de gemeentebestuurders is ook voorstander van een landelijke regeling die de mobiliteit voor gehandicapten verbetert. Dat blijkt uit een recent VNG onderzoek. De gehandicaptenorganisaties zijn er ook blij mee en vele burgers vinden het rechtvaardig en wenselijk.

En de Eerste Kamer? Enkele staatsrechtgeleerden in de Senaat zijn tegen het wetsvoorstel. Ze vinden het een aantasting van de lokale autonomie van gemeenten. Het is stuitend hoe het principe dat gemeenten dit zelf moeten regelen boven een landelijke regeling voor de verbetering van de situatie van gehandicapten parkeren wordt gesteld. De landelijke regeling is hard nodig omdat gehandicapten niet alleen in hun eigen gemeente rijden. En deze mensen nu dus in verschillende gemeenten met verschillend beleid te maken hebben. Dat zorgt voor onduidelijkheid en onterechte boetes. De gemeenten zijn het daar in meerderheid mee eens en hebben geen bezwaar tegen de regeling.

Zelfs een motie om met de VNG in gesprek te gaan en de mogelijke lokale problemen met deze wet hanteerbaar te maken wordt niet gesteund. Het CDA, de VVD, D66 en CU/SGP willen deze regeling gewoon niet. Het CDA zegt een brief te hebben gestuurd naar hun afdelingen met de vraag om dit gewoon te regelen. Alsof daarmee het probleem wordt opgelost. Blijkbaar zijn er partijen die geen oog hebben voor de problemen die gehandicapten over gemeentegrenzen heen ervaren, of het niet belangrijk genoeg vinden om er een gemeente overschrijdende regeling voor te steunen. Wij vinden dat schokkend, omdat zo’n regeling niets te maken heeft met 'sympathie' naar mensen met beperkingen, maar met het rechttrekken van een onrechtvaardige beperking in hun mobiliteit.

Aanstaande dinsdag is de stemming, PvdA, SP en GroenLinks zullen voor stemmen. Wij hopen dat ook het CDA, de VVD, D66 en CU/SGP hun sociale gezicht laten zien. Wat ons betreft is de strijd nog niet gestreden. Vechten voor een rechtvaardige behandeling van en de volwaardige participatie in de samenleving door mensen met beperkingen is helaas nog steeds een strijd van lange adem.