opinie
Harry van Bommel:

Ook onder Obama blijft martelen mogelijk

Het Guantanamobeleid van de VS is onder president Obama onveranderd, aldus mensenrechtenactivisten (RD van 18 maart). Dat is op hoofdlijnen inderdaad juist, meent Harry van Bommel. Volgens Obama’s nieuwe richtlijnen blijven verhoormethoden mogelijk die het Rode Kruis als marteling beschouwt.

Het bericht dat de CIA verhoormethoden toepast die gelden als marteling is niet nieuw. De bron ervan wel. Het Rode Kruis maakt zelf nooit openbaar wat het precies in gevangenissen aantreft, omdat de organisatie anders geen gelegenheid meer krijgt toe te zien op naleving van de Conventie van Genève.

Dat er nu een rapport van deze neutrale organisatie uitgelekt is, betekent een bedreiging voor haar werk; het biedt echter ook een unieke kans om af te rekenen met illegale en onaanvaardbare behandeling van gevangenen.

Twee speciale VN-rapporteurs gaan onderzoek doen naar de CIA-detentiecentra. Dat is hard nodig, gelet op de onthulling van het Rode Kruis dat er in die centra gemarteld werd door gevangenen te slaan, te onderkoelen of bijna te verdrinken. De rapporteurs roepen alle regeringen op hen te helpen in dit onderzoek, dat ook wil voorkomen dat zulke methoden in de toekomst weer gebruikt zullen worden.

Die zorg is niet denkbeeldig. De nieuwe Amerikaanse regering heeft beloofd Guantanamo Bay te sluiten, maar helaas laat deze belofte nog te veel mogelijkheden open voor de voortgezette illegale gevangenschap en mishandeling van gedetineerden. Dat blijkt bij nadere bestudering van de richtlijnen die Obama op 22 januari ondertekende.

Ten eerste is de richtlijn die martelen illegaal verklaart alleen van toepassing op gewapende conflicten en niet op contraguerrillaoperaties. Dat onderscheid is belangrijk in Afghanistan. In een recent gelekte beleidsnotitie van de ISAF-missie, waaronder ook de Nederlandse militairen vallen, staan bepalingen voor legerwoordvoerders. Daarin is sprake van het opleiden van het Afghaanse leger voor contra­guerillaoperaties.

In een andere richtlijn van Obama wordt een onderscheid gemaakt tussen ”gewapend conflict” en ”antiterrorismeoperaties”. Het Amerikaanse martelverbod is dus niet van toepassing op gevangenen die van terrorisme of guerrilla-acties worden verdacht.

Een ander deel van Obama’s richtlijn stelt dat CIA-gevangenissen gesloten moeten worden. Maar van die definitie worden faciliteiten waar gevangenen voor een korte termijn worden vastgehouden, expliciet uitgesloten. Bovendien worden faciliteiten die onder de verantwoordelijkheid van andere federale instanties vallen, zoals de FBI of het leger, niet genoemd.

De gevangenis in het Afghaanse Bagram bijvoorbeeld wordt beheerd door het Amerikaanse leger. Er zitten 600 mensen vast en er wordt gewerkt aan uitbreiding van de capaciteit naar 1100. Deels zitten hier niet-Afghaanse strijders die daar met geheime CIA-vluchten naartoe zijn gevlogen. Het Rode Kruis heeft slechts beperkt toegang tot de oudere gevangenis, die ook wel Guantanamo Bay 2 wordt genoemd.

Ten slotte zijn de verboden op marteling in het Amerikaanse legerhandboek niet alomvattend. Sommige formuleringen zijn zelfs dubbelzinnig en laten de mogelijkheid open om gevangenen te isoleren.

Obama’s richtlijnen garanderen dus allerminst dat gevangenen volgens de Conventie van Genève behandeld worden. De VN-rapporteurs zouden zich daarom niet moeten beperken tot de CIA-gevangenissen.

De Nederlandse regering heeft zich terecht altijd verzet tegen de Amerikaanse behandeling van gevangenen buiten het internationale recht. Om die reden zal ze met mij de sluiting van Guantanamo Bay en de komst van nieuwe richtlijnen voor de behandeling van gevangenen toejuichen.

Dat is echter niet voldoende. Nederland was deze week gastland van een belangrijke internationale conferentie over de toekomst van Afghanistan en is dus volop betrokken bij het beleid aangaande de behandeling van gevangenen. In het Kamerdebat naar aanleiding van de conferentie zal ik deze kwestie dan ook aan de orde stellen.

De strijd tegen terrorisme en de opbouw van Afghanistan vereisen op zijn minst dat het internationale recht en de Conventie van Genève worden gerespecteerd. Laat het uitgelekte rapport van het Rode Kruis dienen als basis om die uitdaging aan te gaan.

Betrokken SP'ers