opinie

AOW-leeftijd hoeft niet omhoog om mensen langer te laten doorwerken

In discussies over doorwerken op de leeftijd van 65 jaar moeten de AOW-leeftijd en de leeftijd waarop iemand met pensioen gaat goed uit elkaar gehouden worden.

Een vaste AOW-leeftijd voor iedereen met een standaarduitkering heeft grote praktische voordelen. Knutselen aan de AOW leidt tot veel bureaucratie. Er blijft ruimte bestaan dat iemand eerder of later met pensioen gaat, geheel of gedeeltelijk. Gezien de behoefte van een aantal mensen om door te kunnen werken is het wel zinvol te zoeken naar maatregelen die dit vergemakkelijken.

Geheel onnodig is het de AOW-leeftijd te verhogen. De betaalbaarheid is geen wezenlijk probleem. Eerder heb ik dit al uiteengezet in het rapport ‘De vergrijzing betaalbaar’, een uitgave van het wetenschappelijk bureau van de SP uit 2007. Er komt een grote stroom van belastinginkomsten van gepensioneerden in de komende jaren. Als meer 65-plussers nog wat werken naast hun AOW-inkomen geeft dit extra belastinginkomsten.

Een vreemde redenering is steeds dat ouderen tegenwoordig gemiddeld vitaler zijn dan vroeger en dat daarom de AOW-leeftijd verhoogd kan worden. Daarbij wordt dan gewezen op de ‘arbitraire’ keuze van 65 jaar door Bismarck. Die keuze kwam echter onder druk van sociale en politieke omstandigheden. De leeftijd werd zo hoog dat gemiddeld genomen mensen maar één jaar ervan konden genieten. Het was sociaal dat die leeftijd er eindelijk kwam, maar asociaal dat die leeftijd toen zo hoog gesteld is. Na die tijd is door de verbetering van de gezondheidszorg en van leef- en werkomstandigheden het aantal jaren dat mensen leefden na hun pensionering gegroeid. Gelukkig maar. Maar ga dit geluk niet te grabbel gooien door de AOW-leeftijd te verhogen.

Voor degenen die graag door willen werken zijn andere maatregelen mogelijk. Voor degenen die het niet meer kunnen opbrengen doemen twee extra zware jaren op. Als ze nog een baan hebben en kunnen houden. Waarschijnlijker is dat 60-plussers eerder ontslagen gaan worden zodat een grotere werkloosheid onder hen gaat ontstaan.

Er blijft hoe dan ook een zekere spanning bestaan tussen het belang van de werkgever om iemand op grond van zijn leeftijd te kunnen ontslaan en het belang van een werknemer die nog door wil werken. Oplossingen hiervoor moeten in cao’s gezocht worden, daar de situaties in branches sterk kunnen verschillen. Het recht op AOW biedt daarbij ruimte voor meer flexibiliteit.

Er is ook een grote groep van ouderen die zich na hun 65ste verdienstelijk willen maken met vrijwilligerswerk. Het belang van dit werk wordt in economische beschouwingen vaak onderschat. Voor één vorm daarvan, de mantelzorg, speelt dit in het bijzonder. Geef ouderen die ruimte. De samenleving heeft hier meer aan dan mensen nog langer te ketenen aan de arbeidsmarkt.