Glazenwassers slachtoffer van EU-dienstenrichtlijn

De Europese Dienstenrichtlijn lijkt op het eerste gezicht voor ondernemers een mooie kans, want het geeft hen de mogelijkheid veel makkelijker in heel Europa te werken. Maar voor veel sectoren, waaronder bijvoorbeeld glazenwassers, zijn de gevolgen juist bijzonder negatief: de arbeidsvoorwaarden kachelen achteruit en men krijgt te maken met een zeer oneerlijke concurrentie uit het buitenland.

Volgens de dienstenrichtlijn die volgend jaar in werking zou moeten treden, mogen buitenlandse dienstverleners in Nederland hun werk komen doen zónder zich te hoeven houden aan de Nederlandse wetten en regels die daarvoor gelden. Het ‘oorsprongslandbeginsel’ stelt dat bijvoorbeeld een Poolse glazenwasser zich alleen hoeft te houden aan de Poolse wet, en dat Nederland niet eens de mogelijkheid heeft om dát te controleren.

Voor werknemers van de glazenwasser betekent dat, dat hij concurrentie krijgt van mensen die onder geen enkele Nederlandse CAO vallen, waarvoor geen opleidingseisen gelden en die zich niet hoeven te houden aan allerlei veiligheidsvoorschriften. Dat scheelt nogal, want die mensen kunnen namelijk een stuk sneller en goedkoper werken. Deze oneerlijke concurrentie betekent dat er flinke druk komt te staan op de regels rond arbeidsomstandigheden én op de lonen in de hele sector. Minister De Geus overweegt nu om CAO’s ook voor werknemers van buitenlandse bedrijven te laten gelden, maar dat is een wassen neus. Want zeker in de glazenwasbranche is het een koud kunstje om vanuit Polen als ‘zelfstandige zonder personeel’ in Nederland te komen werken, en dan heeft De Geus weer het nakijken.

Voor glazenwasbedrijven geldt een soortgelijk probleem: oneerlijke concurrentie. Nederlandse bedrijven zijn gehouden aan de CAO en tal van andere wet- en regelgeving zoals de Arbowet en het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dus terwijl een Nederlands bedrijf flink moet investeren in bijvoorbeeld liften omdat ladders op veel plekken niet meer toegestaan zullen zijn, kan een Pools bedrijf of zelfstandige gewoon met een houten laddertje op z’n imperial en een emmer water in de kofferbak aan de slag gaan. Tel uit je winst.

In ruil daarvoor kunnen Nederlandse glazenwassers zonder problemen in het buitenland aan de slag, met inachtneming van de Nederlandse regels wel te verstaan. U kunt dus met Nederlandse CAO-lonen en arbeidswetgeving in Polen ramen gaan lappen… Ik kan me niet voorstellen dat iemand daar aan wil of kan beginnen. En omgekeerd geldt evengoed dat de Polen geen lid van de EU zijn geworden om onder hun oude slechte arbeidsomstandigheden ook nog eens het hele continent moeten bedienen.

De EU-dienstenrichtlijn ontwricht echt de Nederlandse samenleving. Onze regels over lonen, arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden worden stuk voor stuk uitgehold omdat ze voor veel (buitenlandse) dienstverleners gewoonweg niet meer gelden. We kachelen daarmee achteruit naar een soort samenleving de we volgens mij niet willen hebben. In de havens hebben werknemers én werkgevers zich al succesvol verzet tegen de havendienstrichtlijn die in die sector eenzelfde soort resultaat zou hebben. Ik roep glazenwassers dan ook op om binnen hun werkgevers- en werknemersorganisaties te spreken over de gevolgen van de EU-dienstenrichtlijn en actief het debat met de politiek daarover aan te gaan. Want het is nog niet te laat.

zie ook: www.dienstenrichtlijn.nl