opinie
Harry van Bommel en Harry van Bommel:

EU, prik door Irans nucleaire gebluf heen

Iran speelt een listig spel door hoog van de toren te blazen over zin nucleaire ambities. Het probeert zo de aandacht af te leiden van de belabberde mensenrechtensituatie in eigen land. De Europese Unie moet niet in deze val trappen.

Afgelopen weken is Iran in de wereldmedia het toneel geweest van schrijnende mensenrechtenschendingen. Executies van homoseksuelen, executies van minderjarigen en als klap op de vuurpijl, een rapport van de rechterlijke macht in Iran, waarin onomwonden wordt toegegeven dat er mensenrechten in de Iraanse gevangenissen worden geschonden; een unicum. De volgende openbare executie van twee jonge homoseksuelen - onder valse voorwendsels – is aanstaande en zal op 27 augustus voltrokken worden. Tevens is de hongerstaking van de befaamde dissident Akbar Ganji - die inmiddels tweeënhalve maand heeft geduurd - reden geweest van politieke commotie en vele bezwaren richting de Islamitische Republiek; zijn verslechterende gezondheid is reden tot zorg.

Tegelijkertijd ligt Iran zwaar onder vuur vanwege de aantijgingen tegen de nieuw gekozen president Ahmadinejad. Op 3 augustus heeft hij het stuur overgenomen van Khatami, maar nog voordat hij officieel aan de macht was, was zijn imago behoorlijk aangetast. Er zijn beschuldigingen aan zijn adres geuit over de bezetting van de Amerikaanse ambassade vlak na de Iraanse revolutie in 1979. Verder zou hij betrokken zijn bij de moord op de Koerdische leider Ghassemlou in Oostenrijk. Vooralsnog zijn deze aantijgingen niet bewezen, maar met een schone lei is deze president niet begonnen.

Dit maakt dat de Islamitische Republiek in het algemeen en Mahmoud Ahmadinejad in het bijzonder snel populariteit moeten winnen in de internationale gemeenschap. Een populariteit die Ahmadinejad het recht geeft als serieuze partner aan de onderhandelingstafel met de Europese Unie te mogen zitten. En uitgerekend in deze politiek zware tijden heeft de Islamitische Republiek met veel ophef de activiteiten in de uraniumconversie installaties in Isfahan hervat, ondanks de afspraken die vorig jaar november in het ‘Akkoord van Parijs’ met Duitsland, Frankrijk en GB zijn gemaakt. Dit zogenaamd omdat het Irans recht op kernenergie niet erkend wordt in de handreikingen van de Europa’s grote drie.

Dat de Islamitische Republiek zo hoog van de toren blaast aangaande zijn nucleaire ambities, is een listige afleidingsmanoeuvre waarmee het de aandacht van de zaken rondom de mensenrechtenkwesties wil afschuiven. Door een stap vooruit te doen, creëert Iran voor zichzelf ruimte die het vervolgens met veel tamtam zal afstaan als concessie in de onderhandelingen. Juist daarom is dit het ultieme moment om de aandacht volop op de mensenrechtenschendingen in Iran te vestigen en als Europa heldere taal te spreken richting Iran. Nederland zou daaraan een eigen bijdrage kunnen leveren door bijvoorbeeld de eigen mensenrechtenambassadeur naar Iran te sturen. Youssef Molaie - één van de advocaten van Ganji - heeft in zijn bezoek vorige maand aan Nederland opgemerkt dat Europa er goed aan doet bij de zogenaamde pijnpunten klare wijn te schenken tegenover Islamitische Republiek en onder geen voorwaarde te wijken van haar reeds ingenomen standpunt.

In de onderhandelingen van de EU met Iran spelen meerdere zorgpunten een rol, waaronder het nucleaire programma en de mensenrechten. Het is uiteraard van zeer groot belang dat Iran zich aan de getekende verdragen van het IAEA, waaronder het additionele protocol van het non-proliferatie verdrag, houdt. Sommige analisten beweren zelfs dat het niet respecteren van het NPV door Iran de langzaam doch pijnlijke dood van de non-proliferatieverdragen tot gevolg zal hebben.

Maar het is minstens even belangrijk dat de EU de mensenrechtenschendingen nauwlettend in de gaten houdt en aan de kaak stelt. In de onderhandelingen over het nucleaire programma van Iran mogen de mensenrechtenkwesties niet het kind van de rekening worden. Respect voor de mensenrechten in Iran is een fundamentele voorwaarde om de binnenlandse ontwikkeling naar een democratisch Iran mogelijk te maken. De sleutel voor het oplossen van het nucleaire conflict met Iran – zonder het wapengekletter van de neoconservatieven van het Witte Huis - is in handen van de EU. Maar de Europese Unie moet eerst afkomen van het stoffige imago van een instituut dat de problemen wel weet te constateren, maar tegelijkertijd bereid is een oogje dicht te knijpen, als ze haar zin op andere terreinen krijgt. Het voet bij stuk houden in de vrijlating van Ganji komt niet alleen de strijd in Iran ten goede, maar uitgaande van de verwachte precedentwerking geeft het de EU ook een betere positie in de verdere onderhandelingen over het nucleaire programma van Iran.

Betrokken SP'ers