opinie

Burger geen inspraak met referendum Grondwet

Michiel Goudswaard stelt in Het Financieele Dagblad van 2 april ten onrechte dat er sprake is van een 'verslechterend referendumklimaat'. Want anders dan hij veronderstelt, is het referendum niet bedoeld om Europa dichter bij de burger te brengen. Dit referendum is bedoeld om burgers inspraak te geven bij een belangrijke stap op weg naar verdere federalisering van Europa. Zo'n belangrijke stap dient alleen te worden gezet indien de burger, de eerste belanghebbende bij elke grondwet, daarmee kan leven. Daarom had er eigenlijk ook een referendum moeten zijn bij het Verdrag van Maastricht, waardoor Nederlanders hun eigen munt zijn kwijtgeraakt. Dergelijke grote veranderingen kun je heel goed in een ja-neevraag aan kiezers voorleggen. De door Goudswaard gevreesde polarisatie is juist een natuurlijk onderdeel van dat proces.

Goudswaard heeft wel volledig gelijk wanneer hij stelt dat de steun in de Tweede Kamer voor de Grondwet groot is. Hij vergeet weliswaar dat de LPF ook tegen is maar zelfs indien die wordt meegeteld, is slechts 16,7 procent van de Kamer tegen de Grondwet. In de laatste peilingen van de politieke barometer groeit die minderheid weliswaar tot 18,6 procent maar dat is niet significant. Veel interessanter is het feit dat uit de peilingen van Maurice de Hond blijkt dat er bij partijen die voorstander zijn van de Grondwet ook veel tegenstanders zitten. Bij de VVD is dat 29 procent, bij D66 24 procent en bij het CDA zelfs 32 procent. Procentueel omgerekend naar alle kiezers is daarmee 35 voor de Grondwet, 32 daartegen en een bijna gelijk deel van 33 nog onzeker over zijn stem. Dat sluit goed aan bij een onderzoek van Market Response, dat in opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst de ontwikkelingen volgt. Uit haar laatste meting van maart blijkt dat de voorstanders voor de Grondwet per week afnemen. In Frankrijk, waar drie dagen voor het Nederlandse referendum de kiezer zich mag uitspreken, zien we dezelfde ontwikkeling. Kennelijk geldt de regel: hoe meer discussie over de Grondwet, des te meer tegenstanders ervan. Het beste campagneadvies aan de voorstanders zou daarmee zijn: voer vooral geen campagne.

Oneens ben ik het met Goudswaard als hij de onvrede over Europa 'diffuus' noemt of de afwijzing van de koers van de EU betitelt als een 'neveneffect'. Het is voor het eerst dat burgers zich kunnen uitspreken over een belangrijke Europese verandering en er staat veel op het spel. Door de afschaffing van het vetorecht op veel terreinen, het gemeenschappelijke buitenlands en veiligheidsbeleid en de nieuwe spelregels voor het Stabiliteitspact, is deze Grondwet een onomkeerbare stap op weg naar de Verenigde Staten van Europa waarin kleine landen als Nederland verworden tot machteloze provincies. Natuurlijk is het legitiem om daar 'ja' tegen te zeggen maar vertel dan wat die stem in de praktijk inhoudt. Ik kies voor een pas op de plaats en zeg daarom 'nee' tegen deze Grondwet. Laten we 'Brussel' voorlopig niet meer invloed geven op het nationale beleid maar zorgen dat er voor dat beleid meer draagvlak komt. Alleen op die manier kan Europa dichter bij de burger worden gebracht en dat is een belangrijk ideaal dat door iedereen wordt gedeeld.