opinie

VMBO: Van keurslijf tot niemendalletje?

Vijftien verplichte vakken in de onderbouw van vmbo, havo en vwo maken plaats voor zeven 'leergebieden'. Leraren hoeven niet meer bevoegd te zijn, maar kunnen volstaan met 'bekwaamheden'. Te veel leerlingen verlaten de school zonder diploma. Aanstelling van niet-vakbekwame docenten helpt niet.

Het vmbo krijgt eindelijk de vrijheid om praktisch ingestelde leerlingen zoveel mogelijk in de praktijk te laten leren. Vakken mogen in elkaar worden geschoven en de brugklasser krijgt met minder verschillende leraren te maken. De overgang van één meester of juf op de basisschool naar veel meer leraren in de brugklas wordt minder groot. Dit is beter voor leerlingen die vooral leren door 'doen'.

In een brief bevestigden 200 vmbo-directeuren de bevindingen van een taakgroep die de basisvorming onderzocht en concludeerde dat het tijd was de basisvorming in het vmbo op de helling te zetten. SP-fractieleider Jan Marijnissen vroeg minister Verhoeven in een motie dit advies ter harte te nemen. Logisch, het pas in 1999 opgerichte vmbo onderscheidde zich van andere schoolvormen door zijn lerarentekort, ongemotiveerde leerlingen en agressie. De nu voorgestelde veranderingen moeten geleidelijk in de hele onderbouw worden doorgevoerd. Vmbo was tot nog toe een slap aftreksel van havo en vwo en zet nu de toon voor totale hervorming.

Niemendalletje Met het afschaffen van de basisvorming wordt de onderbouw bevrijd van het keurslijf van te veel afzonderlijke vakken en bevoegdheden. In de plaats komt echter een niemendalletje van bekwaamheidseisen. De school kan straks met onbevoegde leraren aan de slag, zo veel en zo vaak ze wil. Een aardrijkskundeleraar mag voortaan ook Nederlands geven, een tekenleraar wiskunde en een gymleraar natuurkunde. Voorwaarde is niet langer dat iemand een vak heeft gestudeerd en een lesbevoegdheid heeft behaald, maar dat hij les kan geven. Als doekje voor het bloeden blijft één vakdocent 'verantwoordelijk'. De vraag is wat dat betekent. Docenten zitten niet op dergelijke verantwoordelijkheden te wachten. Zeker niet omdat er geen extra geld of tijd komt voor bijscholing, het ontwikkelen van lesmethoden of teamoverleg. De geschiedenis herhaalt zich: de leraar moet invoering van de onderwijsvernieuwing in zijn vrije tijd gestalte geven. De leraar in het vmbo heeft het zwaarder dan zijn collega op de basisschool of het havo/vwo. Wanneer het vmbo meer vrijheid krijgt om het onderwijs te verbeteren, dan mag dat geen carte blanche zijn. Er moeten heldere eisen worden gesteld aan de lerarenopleiding. Met de nu voorgestelde liberalisering van bevoegdheden dreigt het hele onderwijs te verschralen. Vanwege de verschillen in vakkennis en onderwijsvaardigheden moet de leraar van de vmbo nieuwe stijl geen ontheffing krijgen, maar juist een aanvulling op zijn bevoegdheden.

Balans Er is zeker wat voor te zeggen om in de onderbouw de schotten tussen de leervakken te verlagen en de urentabel aan te passen. Dat biedt mogelijkheden voor projectonderwijs en integratie van theorie- en praktijkvakken. Maar nu slaat de balans door: het loslaten van bevoegdheden gaat hand in hand met de modieuze opvatting dat het leraarschap niet meer is dan 'procesbegeleiding'.

De wet die de beroepen in het onderwijs gaat regelen, noemt zeven vaardigheden, waarvan er nog slechts één betrekking heeft op vakkennis en didactiek.

De docent van de toekomst hoeft geen kennis meer over te dragen, maar begeleidt de leerling bij het verwerven van kennis en vaardigheden. Leerlingen worden inhoudelijke begeleid door een docent die zelf niets van het vak hoeft te weten. Dat lijkt op huiswerkbegeleiding, nauwelijks een lestaak. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van het onderwijs en van de docent zelf, want procesbegeleiders zijn goedkoper dan vakdocenten. Dit lijkt een uitgeklede variant van het studiehuis met oppassers in plaats van docenten. Je kind zal maar worden blootgesteld aan deze grillen. Dit kabinet zegt op te komen voor normen en waarden, maar moeten dan ook de opleidingsnormen voor onderwijzend personeel niet op waarde worden geschat?