opinie

Uitbreiding versterkt de tweedeling in Europa

Binnenkort kan feestelijk worden gevierd dat de Europese Unie voor de tweede keer een concurrerend Europees samenwerkingsverband inlijft. Na de landen van de EVA volgen vooral die van de COMECON. De afgelopen tijd bestonden nog veel twijfels over Polen, Slowakije en Cyprus, was de financiering van landbouwbeleid en regionaal beleid niet afdoende geregeld en groeiden in Tsjechië en Hongarije de twijfels.

Desondanks zou het me niet verbazen als Commissie en Raad aan het Europees Parlement en de nationale parlementen van vijftien lidstaten voorstellen om ineens tien nieuwe lidstaten toe te laten. Ieder kan immers iets van zijn gading vinden om die uitbreiding toe te juichen. Diegenen die terugverlangen naar Romeinse Rijk of de Donaumonarchie, atlantici die via de toegenomen Amerikaanse invloed in het oosten die banden met VS en NATO verder willen aanhalen, grote internationale ondernemingen die dromen van onbelemmerde toegang tot nieuwe markten èn progressieve optimisten die de uitbreiding zien als groot succes voor vrede, democratie, mensenrechten, milieu en solidariteit.

Vrijwel ieder zal roepen dat de tweedeling in Europa eindelijk is opgeheven. Na de gewonnen koude oorlog en de afbraak van het ijzeren gordijn afgebroken komt vrijwel heel Europa onder één bestuurlijke koepel. Met op termijn één munt, één leger, één buitenlandse politiek, kortom een superstaat met een half miljard mensen. Of die reus wel democratisch kan functioneren en of hij zich als grootmacht laat meeslepen in ondoordachte militaire avonturen buiten zijn grondgebied wordt een zaak van later zorg. Natuurlijk zal een aantal kniesoren niet blij zijn. Wat in de volksvertegenwoordigen nog resteert van fascisten en stalinisten, die gedurende een deel van de 20e eeuw op autoritaire en gewelddadige wijze over Europa heersten, zal wel tegenstemmen uit wraak omdat zij in het nieuwe Europa niet de leidende kracht zijn geworden. Maar verder zullen de meest uiteenlopende democratische krachten met de meest uiteenlopende verwachtingen voorstemmen. Wie nu niet meedoet aan de algehele vreugde is gezakt voor de fatsoenstest.

Ook mijn fractie in het EP, Europees Verenigd Links / Noords Groen Links, met 50 zetels ter linkerzijde van sociaal-democraten en groenen, staat in grote meerderheid klaar om in die feestvreugde te delen. Aangemoedigd door bevriende linkse partijen in Oost-Europa, die vroeger tegen de EU waren maar nu hopen op steun voor hun na 1989 ingestorte economie. Die roepen dat al 10 jaar de broekriem is aangehaald om te kunnen voldoen aan buitensporige EU-eisen, en dat ze niet nóg langer willen blijven wachten op de beloofde gouden bergen. Pas nadat het oosten vreugdevol is binnengehaald mogen we de grote tegenvallers verwachten. Dan kan blijken dat hun toetreden de tweedeling in Europa allerminst heeft opgeheven maar juist versterkt. Zoals we eerder zagen in Duitsland, waar Ossi's en Wessi's elk hun eigen identitiet hebben gecultiveerd en op economische gronden inmiddels een groot deel van de bevolking uit het arme oostelijke achtererf naar het rijke westen is verhuisd. Het oosten wordt leverancier van goedkope arbeid en van goedkope grondstoffen uit het agrarisch bedrijf en de mijnbouw, en afnemer van hoogwaardige dure technologie. Wat ze exporteren heeft nauwelijks waarde, wat ze importeren is onbetaalbaar en komt alleen beschikbaar voor de meest bevoorrechten. Hun markt wordt volledig opengesteld voor de onbenutte productiecapaciteit van westerse bedrijven, die geprivatiseerde fabrieken opkopen om ze te kunnen sluiten.

De eerder toegetreden Middellandse Zeestaten proberen zoveel mogelijk van de bestaande structuur- en cohesiefondsen voor zichzelf te houden, zodat er voor het nu veel armere oosten naar verhouding weinig beschikbaar komt. Oude netto-betalers zoals Nederland willen niet meebetalen aan de stijgende landbouwkosten. In het toetredingsjaar gaan alle nieuwkomers erop achteruit ten opzichte van de huidige situatie waarin ze pre-toetredingssteun ontvangen. Uit EU-fondsen en de Europese Investeringsbank komt wel geld beschikbaar voor de uitbreiding van overlastgevende luchthavens vlakbij steden en de aanleg van nieuwe autosnelwegen door natuurreservaten. Milieumaatregelen worden vanwege de kosten vertraagd en aan de Euro-criteria kan niet worden voldaan, terwijl aan de oostkant nieuwe prikkeldraadgrenzen en conflicthaarden ontstaan. Straks stemmen in referenda waarschijnlijk veel teleurgestelde Oosteuropeanen tegen. Ik vraag me af of ik nog wel voor de komende fatsoenstest wil slagen.