opinie

Toespraak op de Internationale Vredesconferentie - Istanboel, 22-23 februari 2003

Na 11 september en nog vóór de VS-aanval op Afghanistan namen vertegenwoordigers van drie kleine activistische organisaties in Nederland het initiatief tot oprichting van het Platform tegen de 'Nieuwe Oorlog'. Daarbij werd uitgegaan van drie belangrijke uitgangspunten:

Oorlog is geen adequaat antwoord op het terrorisme; Het Westen moet haar politiek van overheersing opgeven teneinde de enorme frustraties weg te nemen die er onder de bevolking van landen in het Zuiden leven; En verzet tegen die krachten die internationale kwesties aangrijpen om de tegenstellingen tussen de Nederlandse bevolking en de minderheden van migranten te vergroten.

Leden van het Platform Op dit moment maken meer dan 200 organisaties deel uit van het Platform. Een grote meerderheid daarvan bestaat uit kleine activistische organisaties, migranten- en solidariteitsorganisaties. Daarnaast maken twee politieke partijen (de SP en GroenLinks), die samen tussen de 10 en 15 procent van het Nederlandse electoraat achter zich hebben, deel uit van het Platform. Daar staat tegenover dat de grote politieke partijen (waaronder de sociaal-democratische PvdA) en gevestigde organisaties als vakbonden, ontwikkelingsorganisaties en zelfs vredesorganisaties geen deel uit maken van het Platform. Kerken en de milieuorganisatie Greenpeace zijn in dit opzicht een uitzondering. Ook de Amerikaanse en Irakese gemeenschappen in Nederland zijn vertegenwoordigd in de anti-oorlogscoalitie.

De anti-oorlogsbeweging groeit Op 15 februari, de internationale dag van het anti-oorlogsprotest, demonstreerden zo'n 80 duizend mensen tegen de oorlogsdreiging die elke dag groter wordt. Als organisatoren hadden we in het gunstigste geval op de helft daarvan gerekend. Het was de grootste demonstratie die in bijna twintig jaar in Nederland gehouden werd. In de tachtiger jaren gingen honderdduizenden mensen de straat op om te protesteren tegen de plaatsing van nieuwe Amerikaanse kernwapens in Nederland. De afgelopen week signaleerden journalisten en politieke commentatoren dat er een nieuwe vredesbeweging in Nederland ontstaan is. Waarom besloten zo veel mensen om deel te nemen aan het protest? Hun motieven zijn helder:

de oorlogsrethoriek en -voorbereiding van de regering Bush; de groeiende oppositie tegen het Amerikaanse unilateralisme van bekende persoonlijkheden als Nelson Mandela, Paus Johannes Paulus II en de regeringshoofden van Frankrijk, Duitsland en België die door de Amerikaanse defensieminister Rumsfeld als vertegenwoordigers van het Oude Europa werden betiteld.

Wortels van de anti-oorlogsbeweging Tussen de oude vredesbeweging uit de tachtiger jaren en de nieuwe beweging van nu bestaan enkele belangrijke verschillen. Zo voelt een groeiend aantal mensen zich tegenwoordig niet langer vertegenwoordigd door de regering en de gevestigde politieke partijen. De neoliberale politiek heeft niet alleen de economische structuur van Nederland ingrijpend veranderd, maar ook de geloofwaardigheid van het politieke systeem ernstig ondermijnd. Waarom zouden mensen nog stemmen of zich nog aansluiten bij een politieke partij wanneer sociaal-democraten en liberalen het land eendrachtig besturen, en daarbij de nadruk leggen op marktwerking. Steeds meer jonge mensen die binnen de nieuwe vredesbeweging actief zijn, bekritiseren het politieke systeem en verzetten zich tegen de vercommercialisering van alle aspecten van het maatschappelijk leven. Daarbij raken zij geïnteresseerd in thema's als het Amerikaans-Iraaks conflict, globalisering en vormen van niet gewelddadig direct verzet. Zij raken, kortom, niet alleen betrokken bij de kwestie van 'oorlog en vrede', maar ook bij het functioneren van internationale machtsstructuren.

Een ander belangrijk verschil tussen toen en nu houdt verband met de aanwezigheid van belangrijke migrantenminderheden op het politieke toneel. Vooral de Palestijnse zaak is erg populair onder jongeren van Marokkaanse en Arabische afkomst. Aan de ene kant weerspiegelt dit hun verzet tegen de Amerikaanse en Israëlische dominantie binnen het Midden-Oosten, aan de andere kant is hun betrokkenheid een uitdrukking van frustraties die voortkomen uit hun economisch achtergestelde positie en het gevoel in Nederland buitengesloten te worden.

Binnen het Platform en de coördinatiegroep daarvan zijn verschillende migrantenorganisaties vertegenwoordigd. Op die manier spelen zij een rol in de ontwikkeling van de strategie van de anti-oorlogsbeweging, terwijl zij tegelijkertijd een belangrijke rol spelen in het mobiliseren van hun achterban. Ten gevolge van de agressieve politiek van de regering van de VS en de pro-Amerikaanse politiek van de Nederlandse overheid trekken uiteenlopende oppositionele organisaties en mensen van verschillende komaf steeds vaker samen op. Zo zijn wij via de Turkse arbeidersvereniging DIDF uitgenodigd aan dit congres deel te nemen.

Anti-oorlog De huidige Amerikaanse regering bereidt een oorlog tegen Irak voor die de dood van 500 duizend mensen kan veroorzaken, een vluchtelingenstroom van meer dan 1 miljoen mensen teweeg kan brengen, de armzalige infrastructuur van Irak nog verder zal vernietigen, de situatie in het Midden-Oosten nog instabieler zal maken - wat met name gevolgen zal hebben voor het Israëlisch-Palestijns conflict en de tegenstellingen tussen Turkije en de Koerden - en de reeds gespannen situatie tussen het Westen en de Arabische wereld nog verder onder druk zal zetten.

De komende oorlog heeft maar weinig van doen met de mensenrechtensituatie in Irak of met het gevaar dat het regiem van Sadam Hoessein zou vormen voor zijn buurlanden. De dreigende oorlog heeft des te meer van doen met olie- en geopolitieke belangen. Dat is de reden dat wij ons tegen die oorlog verzetten, die niet alleen op het eigenlijke slagveld maar ook in ons eigen land uitgevochten zal worden. Wij staan voor de taak om de hoofden en de harten van de mensen te winnen en de politici en militairen, die slechts bij wijze van uitzondering en selectief de prijs voor hun misdaden betalen, aan de kant te schuiven.

Dilemma's Binnen de Nederlandse anti-oorlogsbeweging bestaan tegenstellingen en verschillen. Marxistisch geïnspireerde organisaties wijzen vaak naar één hoofdvijand, namelijk het VS-imperialisme, terwijl niet-marxisten en een groot deel van de Irakese gemeenschap in Nederland twee vijanden identificeren: een machtige vijand, de VS, en een minder machtige vijand, het regiem van Sadam Houssein.

Tot nog toe werken beide richtingen samen en benadrukken zij dat de anti-oorlogsbeweging geen pro-Sadambeweging is. Het werken aan eenheid binnen de anti-oorlogsbeweging is belangrijk. In tegenstelling tot de tachtiger jaren zijn progressieve organisaties in Nederland tegenwoordig meer geneigd om te zoeken naar wat zij gemeenschappelijk hebben dan naar wat hen politiek gezien scheidt.

Een ander dilemma heeft betrekking op de vraag hoe de anti-oorlogsbeweging zich kan verbreden in een context waarin delen van het anti-oorlogsverzet tevens radicaliseren. Een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking sympathiseert met de anti-oorlogsbeweging, terwijl slechts een minderheid momenteel steun geeft aan vormen van vreedzaam verzet zoals het blokkeren van havens en spoorwegen. De vraag is dus hoe verbreding en verdieping van het verzet zich tot elkaar verhouden. Wanneer de oorlog werkelijk begint, zal deze kwestie nog sterker gaan spelen.

Zo'n 50 procent van de moslimbevolking van Nederland beschouwt een oorlog tegen Irak als een oorlog tegen de moslimgemeenschap. Het is zeer waarschijnlijk dat deze opvattingen en gevoelens door zullen werken in anti-oorlogsprotesten en -verzet. Aan ons als vredesbeweging de uitdaging om te voorkomen dat dit zal leiden tot het afbrokkelen van steun voor het anti-oorlogsprotest.

Een laatste kwestie De Turkse regering heeft een beroep gedaan op NAVO-landen als Nederland om Patriot-raketten op Turks grondgebied te stationeren om te voorkomen dat een eventuele Iraakse aanval effectief zal zijn. Onze regering, een trouwe bondgenoot van de VS, voldeed aan dit verzoek en de Patriots zijn onderweg. Daarbij moet worden aangetekend dat er in Nederland Kamervragen zijn gesteld over de kwaliteit en effectiviteit van de betreffende verdedigingssystemen.

Als vredesbeweging hebben wij ons tegen het verzoek van de Turkse regering gekeerd. Niet omdat we de Turkse bevolking niet zouden willen beschermen tegen de desastreuze effecten van een dergelijke aanval, maar omdat de installatie van de Patriots in het zuid-oosten van Turkije een stap is in de voorbereiding van een agressieoorlog tegen Irak. Solidariteit betekent niet dat we regeringen ondersteunen in hun oorlogsvoorbereiding, maar dat we eraan werken een oorlog te voorkomen. We hebben een wereld te winnen!

Hans van Heijningen, Platform tegen de 'Nieuwe Oorlog' Mehmet Ulger, journalist