opinie
Harry van Bommel:

Maatschappelijke stage versterkt publieke sector

Onlangs pleitte CNV-voorzitter Doekle Terpstra in Trouw voor een verplichte maatschappelijke stage voor jongeren. Dat pleidooi wint steeds meer politieke steun. Volgens SP-Kamerlid Harry van Bommel moet introductie van een dergelijke stage dan ook serieus worden overwogen. In navolging van Denemarken zou die stage een vaste plaats voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen krijgen.

Middelbare scholieren hebben massaal bijbaantjes om hun dure merkkleding, mobieltjes, scooters en uitgaan te kunnen betalen. Ook blijken veel jongeren al op vroege leeftijd behoorlijke schulden te hebben. Uit een onderzoek van het NIBUD onder 3000 leerlingen die een Beroepsbegeleidende Leerweg volgen blijkt, dat twintig procent van hen – naast het werk dat onderdeel uitmaakt van hun opleiding – een bijbaantje heeft, waar ze zo'n € 200 per maand mee verdienen. Twintig procent van hen heeft gemiddeld een schulden van niet minder dan € 1400. Daar komt bij dat de leeftijd waarop jongeren mogen werken in de loop der tijd is verlaagd van 15 naar 13 jaar. Dit gaat ten koste van de tijd die zij kunnen besteden aan sport en ontspanning en in sommige gevallen ten koste van hun schooltijd. Onder die omstandigheden is het begrijpelijk dat de belangstelling voor vrijwilligerswerk onder jongeren zeer gering is. Waar zouden ze bovendien de tijd voor vrijwilligerswerk vandaan moeten halen?

Het onderwijs dient jongeren voor te bereiden op een plaats in de maatschappij en daarbij gaat het om meer dan betaalde arbeid. In Nederland raakt dat aspect van het onderwijs steeds meer in de vergetelheid. Het huidige onderwijs is er vooral op gericht leerlingen te vormen tot economische actoren. De vele richtlijnen, einddoelen en toetsen maken van zowel leraren als leerlingen prestatiegerichte wezens die nauwelijks nog oog hebben voor wat er verder in de wereld om hen heen gebeurt. Een vak als maatschappijleer is de laatste jaren steeds verder in de verdrukking gekomen en dreigt nu als verplicht onderdeel in de Tweede Fase te worden geschrapt. Dat zou een groot verlies zijn.

Op dit moment kampt de publieke sector met een slecht imago. Alleen 'losers' gaan tegenwoordig nog werken bij de overheid. Het aanzien en de waardering van deze beroepen is tot het nulpunt gedaald. De salarissen zijn ver achtergebleven bij het bedrijfsleven. Uit het rapport-Van Rijn van vorig jaar blijkt dat de achterstand van de lonen in de publieke sector ten opzichte van die in de private sector in sommige gevallen zelfs rond de twintig procent ligt. Volgens velen ben je wel gek als je in dit ik-tijdperk nog bereid bent om tegen een relatief salaris zo hard te werken in het belang van anderen. Werken in de publieke sector heeft het karakter van een roeping gekregen en de personeelsproblemen in onderwijs, zorg en veiligheid lijken nauwelijks oplosbaar. Zij die zich wel geroepen voelen dragen een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het is schandalig dat we deze frontsoldaten van het maatschappelijk leven niet meer worden gewaardeerd en beter worden betaald.

Om aan deze ontwikkelingen tegenwicht te bieden dienen maatschappelijke stageperiodes als vast onderdeel van het onderwijs serieus te worden overwogen. Vrije scholen hebben al jaren een stage als vast onderdeel in hun programma. In Denemarken maakt een stage onderdeel uit van het lespakket in de negende klas. De leerlingen zijn dan 14 of 15 jaar en zij doen daarbij ervaringen op waar zij op latere leeftijd veel aan hebben. Natuurlijk mag de invoering van de maatschappelijke stage in het onderwijs niet leiden tot een nog hogere werkdruk voor leerlingen of leraren. Gezien het feit dat op dit moment de basisvorming en de Tweede Fase toch worden aangepast, is er nu een geschikt moment om de maatschappelijke stage te integreren in het totale lespakket.

Als de maatschappelijke stage voor alle leerlingen in het onderwijs wordt ingevoerd, is het daarmee tevens een vanzelfsprekende activiteit. Op die manier is maatschappelijke stage net zo verplicht als andere onderdelen van het lespakket en dus 'gewoon'. Uiteraard moet de leerling zelf kunnen kiezen waar hij of zij stage wil lopen. Van ongemotiveerde leerlingen hebben de stageaanbieders immers meer last dan gemak. Maatschappelijke stages in commerciële functies liggen niet voor de hand. Die ervaring doen de meeste jongeren immers al op via hun bijbaantje.

Door de invoering van de maatschappelijke stage in het onderwijs wordt de betrokkenheid van jongeren aangemoedigd. Ze leren dat het in de wereld om meer draait dan om geld alleen. Hun verantwoordelijkheidsgevoel voor zichzelf maar vooral ook voor anderen wordt ontwikkeld. Op die manier maken ze kennis met solidariteit in de dagelijkse praktijk. Bovendien ontwikkelen jongeren tijdens de maatschappelijke stage inzicht in het belang van het werk in de publieke sector en begrip en respect voor de mensen die in deze sector werken. Op die manier neemt de belangstelling onder jongeren voor een baan in de publieke sector hopelijk toe, waardoor de maatschappelijke stage op langere termijn tevens een bijdrage kan leveren aan het verminderen van de personeelstekorten in de publieke sector.

Natuurlijk kost de begeleiding van jongeren die stage lopen tijd, energie en geld. In eerste instantie zal het personeel in de publieke sector dan ook niet staan te juichen bij dit idee. Maar op langere termijn levert het ze ongetwijfeld collega's op die gemotiveerd voor dat werk kiezen. Uiteindelijk is de maatschappelijke stage een investering in de jongeren van nu die onze samenleving vorm moeten geven als wij oud zijn. Het is in ieders belang om daar wat voor over te hebben.

Betrokken SP'ers