opinie

EU: Van onverschilligheid naar alternatieven

Onverschilligheid is wat de Europese Unie bij velen oproept. Voor hen is het de plek waar meerendeels onbekende politici en bureaucraten overlastgevende beslissingen nemen. Een normaal mens krijgt geen greep op wat daar wordt bedisseld over euro, verbod op inenting tegen mond- en klauwzeer of verplichte privatiseringen. In plaats van zich voortdurend te ergeren aan deze aanfluiting voor de democratie negeren de meeste mensen het bestaan van de EU. Maar wordt de komende tijd moeilijker. De tegenstellingen groeien, evenals de roep om alternatieven.

De conventie over de toekomst van de EU lijkt uit te lopen op minder macht voor Europese Commissie en Europees Parlement en meer voor het besloten overleg van ministers en staatssecretarissen. Dat overleg werd ooit door de autoritaire Franse president De Gaulle naar voren geschoven en is langzaamaan opgewaardeerd tot de 'Raad'. Anders dan sommige Eurosceptici dachten functioneert die Raad nauwelijks als waakhond voor de autonomie van de lidstaten tegenover een te diep ingrijpend centralisme en onnodige uniformering. De ontwikkeling naar een superstaat kan doodleuk doorgaan, maar daarbinnen ligt de macht niet in handen van een rechtstreeks gekozen parlement en een daaraan verantwoording schuldige regering. Zo'n EU voldoet straks niet aan de Kopenhagen-criteria waaraan nieuwe lidstaten moeten voldoen. Als die superstaat kandidaat-lid was zou ze niet eens kunnen worden toegelaten omdat ze geen parlementaire democratie is.

De EU wordt uitgebreid met staten waarvan de industrie en de publieke dienstverlening na 1989 grotendeels zijn ingestort. Terwijl hun werkloosheid bleef groeien zijn ze wel volgezet met westerse banken, hotels, warenhuizen, auto's en computers. Omdat die privé-investeringen niet helpen verwachten ze nu van de EU veel geld voor hun boeren en hun achtergebleven regio's. Niet voor niets klonk tijdens de EP-vergadering op 19 november in Straatsburg dreigende taal van de uitgenodigde parlementariërs uit twaalf kandidaat-lidstaten.

Met te weinig geld zullen onze kiezers het afwijzen, verwachtte een Pool. Na onze ervaringen met de Sovjetunie willen we nooit meer toetreden tot een federatie waar je niet uit kunt treden, meldde een Est. In die landen gaat het nog redelijk goed als je ze vergelijkt met twee andere recent door mij bezochte nieuwkomers voor 2007, Roemenië en Bulgarije. Daar zet het verval door en ontstaan nieuwe vrijwel onoplosbare milieuproblemen. Soms leidt de uitbreiding ertoe dat politieke rollen in bestaande lidstaten worden omgedraaid. Terwijl de SP, die deze EU geen warm hart toedraagt, opkomt voor meer solidariteit met de verarmde nieuwkomers, wilde langjarig EU-voorstander VVD uitstel omdat de hoge kosten haar neo-liberale EU-paradijs bedreigen. Zonder linkse oppositie zou bezuinigend Nederland de weg voor nieuwkomers geblokkeerd hebben.

Tien jaar geleden citeerden velen het boek van Fukuyama dat alle andere maatschappijvormen zag als aanloop naar het begeerde eindpunt, een liberaal kapitalisme. Toen leek een jonge generatie alleen nog geïnteresseerd in carrière maken, belastingverlaging en meer ruimte voor individuele luxe uitgaven. In die probleemloze en niet te verbeteren maatschappij verdween de belangstelling voor politieke alternatieven. Inmiddels zien we de verschraling van ons onderwijs, onze gezondheidszorg en ons openbaar vervoer, de voortgaande aantasting van natuur en milieu, de dreiging van een nieuwe grote oorlog en de sterke inkomsgroei voor de allerhoogst betaalden. Zulke verslechteringen schudden de mensen wakker.

Onlangs nam ik met een SP-delegatie deel aan de dagenlange bijeenkomsten van tienduizenden meerendeels jonge enthousiaste mensen, het Europees Sociaal Forum in de Italiaanse stad Florence, op 9 november afgesloten met een demonstratie waarvan het geschatte aantal deelnemers uiteenloopt van een half tot een heel miljoen. Iedereen bleek het verrassend eens over de noodzaak van een ander soort Europa. Een Europa van solidariteit, vrede en milieubehoud, waarin de huidige bazen over politiek en economie samen met de door hen beheerste structuren moeten plaatsmaken voor wat er leeft aan de basis van de samenleving. Sommige groepen eisten een referendum over dat andere Europa.

Blijft in Europa alles draaien om geld, groei, macht, concurrentie en lastenverlichting ? Of gaat het voortaan om democratie, vrede, solidariteit, milieubehoud en publieke dienstverlening ? Het ziet er naar uit dat de komende tijd weer wat te kiezen valt, en dat ook steeds meer mensen die keuzes belangrijk vinden. Dat maakt de EU tot strijdterrein voor wie anders wil.