Bijna-staat verdringt koepelstaat binnen Superstaat EU

'Vaarwel Joegoslavië' koppen Servische kranten op 15 maart. Precies een jaar nadat ik de Europese Raad ter verantwoording riep wegens tegenstrijdig handelen in het conflict tussen Servië en Montenegro is EU-buitenlandcoördinator Solana is erin geslaagd om de kwadratuur van de cirkel uit te vinden. Voor- èn tegenstanders van scheiding kunnen zichzelf tot winnaar uitroepen. Het restant van Joegoslavië, eens de koepel voor alle zuidslavische volkeren, verdwijnt met het acoord van 14-3-2002 definitief van de kaart en oude staatsnamen van voor 1918 keren terug. De buitenwereld erkent nog steeds één staat, maar het is er wel een met een dubbele naam, twee verschillende muntsoorten, douaneposten aan de binnengrens en het recht om over drie jaar alsnog uiteen te gaan. Slim bedacht, maar dan is de EU misschien wel meer één staat dan Servië-Montenegro. Zo wordt het vroeger duidelijke begrip 'staat' steeds verder uitgehold. Wat betekent dat tegenwoordig nog in een Europa, waarin de EU functioneert als 'superstaat' boven oude internationaal erkende 'koepelstaten' terwijl in vele gevallen de democratische legitimatie en het echte bestuur ligt bij nieuwe 'bijna-staten'?

Tweederde van de huidige 48 Europese staten is ontstaan ná het congres van Wenen in 1815, dat de reusachtige bijeenveroverde veelvolkerenstaten wilde beschermen door alle staatsgrenzen voor eeuwig vast te leggen. Terwijl traditionele grenzen uitgingen van moeilijk te overschrijden rivieren en bergketens en van veldslagen uit vroegere oorlogen, gingen de nieuwe steeds meer uit van taal- en cultuurgrenzen. Inmiddels zijn we bijna toe aan 'ieder volk zijn eigen staat', maar nog net niet helemaal. Voor wie internationaal nog niet als echte staat is erkend werd in de praktijk een tussenoplossing uitgevonden, de 'bijna-staat'. Gebieden als Vlaanderen, Schotland, Beieren, Catalonië, Baskenland, Kosovo, Montenegro, Noord-Cyprus en de Servische republiek in Bosnië hebben inmiddels vele kenmerken van een staat, compleet met eigen politieke partijen, ministers, buitenlandse betrekkingen en soms zelfs een president.

Vroeger was kenmerkend voor elke staat dat die een eigen muntsoort had, een eigen buitenlandse politiek en een eigen defensie. De EU heeft die taken grotendeels naar zich toe getrokken. De Euro is immers ons wettig betaalmiddel, en dat geldt buiten het de EU-grondgebied ook voor de bijna-staten Kosovo, Montenegro en Republika Srpska. Buitenlandse politiek en defensie zijn nog steeds bevoegdheden van de afzonderlijke lidstaten, maar in de praktijk wordt volop geprobeerd om de EU te maken tot één militaire grootmacht die samen met bondgenoot VS aan de rest van de wereld de wil van de rijke landen kan opleggen. Resteren er eigenlijk nog wel verschillen tussen de nieuwe bijna-staten en de oude internationaal erkende staten ? Ja, drie. De bijna-staten hebben geen zetel in de VN, ze spreken niet zelfstandig mee in de Europese Raad (al mogen EU-lidstaten daarin taken overlaten aan ministers van hun deelstaten) en er bestaat nog altijd de mogelijkheid dat de overkoepelende staat iets oplegt dat strijdig is met de democratische keuze van de inwoners van de bijna-staat. Maar voor dat laatste kijkt men meestal wel uit omdat dit emoties oproept die separatisme aanmoedigen. Want Catalanen en Basken accepteren Spanjaarden ('Kastilianen' zeggen ze daar) wel als buren en als partner binnen de EU, maar ontzeggen hen elk recht van inmenging in hun binnenlandse aangelegenheden.

Bij veel inwoners van die bijna-staten is de EU opmerkelijk geliefd. Niet omdat ze daar kiezen voor grootschaligheid, neo-liberale deregulering, etnische smeltkroeswerking of besluitvorming ver van huis, maar meer omdat ze er een mogelijkheid in zien om Spanje, België, het Verenigd Koninkrijk en straks ook Servië-Montenegro definitief dood te verklaren. Als bestuurslaag tussen de bijna-staat en de EU blijven voor die oude koepelstaten geen serieuze taken over. In plaats daarvan zullen al die bijna-staten in de toekomst een volwaardig EU-lidmaatschap opeisen, ook al omdat ze meer inwoners hebben dan sommige nu erkende lidstaten of nieuwkomers. Wijlen biermagnaat Heineken tekende als vrijtijdsbesteding al eens een nieuwe indeling van Europa. Die komt er, maar heel anders en door strijd van onder op. Die strijd gaat aan Nederland voorbij zolang de Friezen niet weg willen en de Vlamingen geen toetreding eisen. Dankzij ons EU-lidmaatschap zullen we er in de toekomst toch volop mee te maken krijgen.