opinie

Vredesduiven op de Dam

De liefste leus van de dag was ongetwijfeld deze: 'Voer eendjes, geen oorlog!' De meest ondubbelzinnige: 'Tegen terrorisme, tegen oorlog.' De verstandigste: 'Bestrijd armoede en onbegrip als oplossing voor racisme.' De meest filosofische: 'Oog om oog, iedereen blind?' En de meest creatieve: 'Terrorism is a reply to infinite injustice.'

Ja, het kan weer en het mag weer - sterker nog, een groeiend aantal mensen vindt: het moet weer. Protesteren tegen oorlog. Tegen oorlogsretoriek en oorlogsvoorbereiding. Tegen oorlogsdenken en oorlogsdoen. Want vergis u niet (om met George Bush te spreken), een oorlog begint niet op het moment dat de eerste bommen vallen, maar op het moment dat redelijkheid en bedachtzaamheid moeten wijken voor wraakzucht en vergeldingsdrang.

Zo'n zesduizend mensen kwamen zondag 30 september naar de Dam in Amsterdam. Vergeleken bij de onafzienbare stromen winkelend publiek in de omliggende straten waren zij slechts weinigen. Maar wie zich de geringe opkomst bij de eerste demonstraties tegen de Golfoorlog en de NAVO-aanvallen op Kosovo en Joegoslavië herinnert, die weet: de Nederlandse vredesbeweging herleeft. Het besef dat oorlog voeren meer problemen veroorzaakt dan oplost, groeit. De overtuiging dat niet alles wat Amerika doet ook welgedaan is, wordt sterker. Of zoals één van de sprekers op de Dam het verwoordde: 'Onvoorwaardelijke steun aan Amerika leidt onherroepelijk tot een steeds grotere tweedeling in de wereld.' En een ander, zinspelend op de roep om meer armslag voor de CIA: 'We hebben geen behoefte aan meer central intelligence, maar aan meer mondiale intelligentie.'

Ja, ze waren er allemaal: Meindert Stelling, voorzitter van de Vereniging van Juristen voor de Vrede, en een ware veteraan als het over vredesdemonstraties gaat. En Willem Hogendijk, econoom en onvermoeibaar pleitbezorger van een alternatieve economische orde. Harry van Bommel natuurlijk, het SP-Kamerlid dat in deze dagen dezelfde rol vervult als ten tijde van de Kosovo-oorlog: die van de eenzame dissident in een parlement vol loyalisten. En hé, is dat niet Herman Franke, de bedachtzame schrijver en winnaar van de Generale Bank Literatuurprijs 1998? Ja, hij is het, en hij voert een discussie met een jongen die een Loesje-poster in de lucht houdt: 'Fundamentalisten: je vindt ze overal,' staat er op die poster te lezen. 'Onder christenen, communisten, joden, kapitalisten, moslims, fransen en chinezen.'

'Ik vroeg aan die jongen,' legt Franke mij even later uit, 'wat hij daar nou mee wilde zeggen.' 'En?' vroeg ik. Franke: 'Ik mocht er van denken wat ik wilde. Elke interpretatie was goed. Maar toen ik vroeg of hij dan bedoelde dat alle vormen van fundamentalisme verkeerd waren, toen bleek dat hij dat toch weer niet bedoelde. Je mocht fundamentalisme niet veroordelen, vond hij. Kijk, en dat begrijp ik dan weer niet.'

En zo was er wel meer dat Franke niet begreep. 'Een van de spreeksters vergeleek het instorten van de WTC-torens met de Kristallnacht. Daar kreeg ze applaus voor. Ik vroeg aan een man die naast me stond, waar hij nou precies voor klapte. Maar dat kon hij niet uitleggen.' Franke schudde het hoofd. 'Het is een bont gezelschap, hoor…'

Nee, het zal niet moeilijk zijn om deze demonstratie af te doen als even naïeve als nutteloze oprisping van vorige-eeuws pacifisme. (Lees er de Volkskrant van maandag maar op na). En ja, op het moment dat ik dit schrijf (maandagochtend, 1 oktober, half elf) is het zelfs nog altijd denkbaar dat de Amerikanen 'verstandig' en 'proportioneel' zullen reageren, zoals de kritici van de demonstratie steeds voorspellen. Maar mocht dat nou onverhoopt niet het geval zijn, mocht het nou toch komen tot raketaanvallen en bombardementen, zouden die kritici dan in de volgende demonstratie wél meelopen…? En onderschrijven zij eigenlijk de gedachte dat de enige werkelijke oplossing voor het probleem van het terrorisme is gelegen in het wegnemen van de oorzaken ervan? En zo ja, willen zij dan meedenken over de vraag: hoe doe je dat? Laten we het hopen. Want zoals ik iemand aan het eind van de demonstratie hoorde zeggen: 'Niemand heeft een pasklaar antwoord. We kunnen alleen maar met z'n allen zoeken naar antwoorden die misschien een heel klein beetje helpen. En ondertussen afzien van antwoorden die de problemen alleen maar groter maken.'

Daar dacht ik, op weg naar huis, tussen het winkelklaar publiek, nog een tijdje over na. En vandaag eigenlijk nog steeds.