Onderwijsondersteunend personeel nog altijd ondergewaardeerd
"Er is nog altijd te weinig waardering voor het onderwijsondersteunend personeel", aldus drs. Harry van Bommel, van oorsprong docent Nederlands en Engels in het MBO en sedert 1998 kamerlid voor de SP. Hij pleit ook voor meer zorg om hygiëne en veiligheid in schoolgebouwen.
Veiligheid en hygiëne Harry van Bommel bezoekt minstens één keer per week een school en ziet dan allerlei dingen waaraan wat zou moeten gebeuren: de staat van onderhoud van een gebouw of de slechte kwaliteit van de toiletten bijvoorbeeld. Voorts stelt hij dat scholen structureel niet uitkomen met het schoonmaakbudget.
Uit een recent rapport over de brandveiligheid blijkt zelfs dat er scholen zijn waar kasten voor vluchtwegen zijn geplaatst! Ook staan er personal computers in de gangen en contactdozen liggen open en bloot in de vensterbank. Van Bommel zou ook graag zien dat tussendeuren worden voorzien van veiligheidsglas. De minister en de staatssecretaris verwijzen in dezen naar de autonomie van de schoolbesturen. Het is de van het ministerie bekende Pilatus-houding, maar Van Bommel meent dat de Tweede Kamer controle moet kunnen blijven houden op elementaire zaken als veiligheid en hygiëne.
De conciërges De heer Van Bommel heeft actief steun gegeven aan het opgerichte conciërgeplatform. Hij merkt op dat het zwartboek van het platform ertoe bij heeft gedragen de positie van conciërges bespreekbaar te maken. Het komt vaak voor dat leraren zich afsluiten voor gedragsproblemen van leerlingen buiten de lessen. Van de conciërge wordt verwacht dat hij de leerlingen in de pauzes rustig weet te houden. Van Bommels ervaring is dat conciërges een veelzijdige taak hebben. In de school zijn veel computertechnische voorzieningen. Tijdens sportdagen is hij aanwezig en zorgt hij mede voor de veiligheid. Leerlingen zijn mondiger geworden en moeilijker in de omgang dan vroeger. De werkgevers in het onderwijs zouden zaken als een betere functiewaardering en bijscholing voor conciërges meer aandacht moeten geven.
Over het OOP in het algemeen Op de administratie werken of het plegen van technisch onderhoud, het is binnen een school duidelijk anders dan in een willekeurig kantoorgebouw. Er is contact met leerlingen, dus komen er heel andere dingen op je af dan in een bedrijf. Begrip voor hun functioneren hoort zich te vertalen in de waardering. Van Bommel betreurt de grootschaligheid. In een kleinere school kweek je gemakkelijker een goede sfeer. Hij wijst nog eens op het belang van scholing voor het OOP. Er gaat over het algemeen teveel aandacht naar de managementtaken en er is te weinig aandacht voor het beheer.
Doorgeslagen soevereiniteit en autonomie In de Tweede Kamer is de gelegenheid om over het OOP te spreken erg beperkt. De inspectieverslagen bieden de mogelijkheid om opmerkingen te plaatsen. Daar blijft het dan vaak bij. Gezien de autonomie van de schoolbesturen blijft het lastig om daaraan in de Tweede Kamer conclusies te verbinden.
Conclusie Het is hartverwarmend te lezen dat een Tweede Kamerlid begrip en waardering heeft voor de moeilijke taken van het onderwijsondersteunend personeel. Dat hij tevens de aandacht vestigt op zorg voor veiligheid en hygiëne is eveneens een goede zaak. Wij hopen dat het bevoegd gezag van onze onderwijsinstellingen in goede samenwerking met het voltallige personeel, dus OP én OOP, deze zaken waar nodig grondig aanpakt. Wat de veiligheid betreft mag de dramatische gebeurtenis in de nieuwjaarsnacht in Volendam een dringend beroep doen op ieders verantwoordelijkheid, met name op die plaatsen waar veel jongeren samenkomen zoals in een schoolgebouw.