opinie

Iedereen wil waardig oud worden

Het initiatief van veertig reguliere verpleeghuizen en projectontwikkelaar Altus om private vleugels te openen, waar tegen forse betaling een luxe verblijf wordt geboden, leidt bij de huidige wachtlijsten en gebrekkige zorg ongetwijfeld tot tweedeling en voorkruipzorg. De ouderen in teguliere verpleeghuizen zijn dan de dupe. De overheid zouden dit niet moeten accepteren en zich moeten inzetten voor goede zorg voor iedereen op basis van solidariteit.

'Blijkbaar zijn er nog groepen in onze samenleving heel tevreden met een stelsel waarin patiënten geen keuzevrijheid hebben, waarin lange wachtlijsten bestaan en waar schaarste aan zorg heerst,’ durft Theo Bouts, lid van de directie van Aegon Nederland te beweren (Trouw 20 juni). Rob Scheerens, directeur van Altus BV, maakt het nog bonter. In Vrij Nederland van 24 juni beweert de grote initiatiefnemer van de private verpleeghuiszorg: ‘Alles mogen we kiezen in het leven. Maar op het moment dat we wat hebben, moeten we met z’n allen naar het Willem Dreeshuis. Ik gun iedereen zijn eigen cultuur tot de dood.’ Denken deze heren nu werkelijk dat minder vermogende ouderen gelukkig zijn in de huidige verpleeghuizen? Waar je soms nog met z’n vieren op een kamer ligt en je privacy bestaat uit een bed en een nachtkastje? Waar je gescheiden wordt van je levenspartner? Waar je moet wachten tot er iemand komt voor de wasbeurt, om je uit bed te helpen of naar het toilet? Waar je vanwege tijdgebrek soms al in de luiers gelegd wordt terwijl je niet eens incontinent bent? Waar je dan wakker wordt in een nat bed omdat twee luiers per nacht te veel in de papieren loopt? Aan de werkers ligt het niet, die vertonen een enorme inzet. Maar de middelen zijn te krap en er is een tekort aan personeel. Het is onbegrijpelijk dat wij met z’n allen deze schandelijke dagelijkse werkelijkheid accepteren. Dat we accepteren dat ouderen die hun hele leven hard hebben gewerkt en bijgedragen aan de huidige welvaart, daarin nu niet mogen meedelen. Het is begrijpelijk dat ouderen die dat kunnen betalen een uitweg zoeken. Niemand wil in deze omstandigheden zorgafhankelijk worden. Maar het is vervolgens voor mij weer onbegrijpelijk dat reguliere verpleeghuizen in dit commerciële gat springen. Wij zijn niet in staat alle ouderen menswaardige zorg te bieden, dus doen we het maar voor een handjevol rijken, lijkt hun nieuwe filosofie. Als we dit toestaan, leidt dat onvermijdelijk tot een verdere tweedeling in de ouderenzorg. Allereerst omdat deze ontwikkeling zich voordoet in de maatschappelijke omstandigheid dat reguliere zorg als zwaar onvoldoende wordt ervaren en ook is. Ik gun ieder ‘z’n eigen cultuur tot de dood’, maar eis dan toch op z’n minst eerst een menswaardig leven voor allen. Ten tweede leidt het tot voorkruipzorg. Staatssecretaris Vliegenthart heeft weliswaar de voorwaarde gesteld dat dit niet mag, maar de initiatiefnemers geven zelf al aan dat het wel de bedoeling is. Ze doen juist géén beroep op de AWBZ om de regels en indicatie - en dus de wachtlijsten -te omzeilen. Als je maar voldoende geld hebt, kun je onmiddellijk terecht in een luxe appartement met optimale zorg. Het aantal plaatsen is weliswaar nog beperkt, maar - zoals oud-minister Wijers het eens uitdrukte - geld zoekt zorg. Het gat in de markt is ontdekt en als we de deur openzetten, zal het snel gaan. Ten derde kan het initiatief niet anders dan ten koste gaan van de reguliere zorg voor iedereen. De staatssecretaris stelt als voorwaarde dat de reguliere zorg er niet onder mag leiden. Maar waar moet het personeel dan vandaan komen bij de huidige tekorten, zeker als het straks - zoals de initiatiefnemers verkondigen - prettiger werken wordt in de private zorg? Met een afwisselend takenpakket en de mogelijkheid intensiever met de patiënt bezig te zijn? Uit een onderzoek van Aegon blijkt dat er, ondanks belemmeringen van overheidszijde, steeds meer private middelen worden ingezet om zorg op maat te bieden. Zorghotels, herstellingsoorden, rugadviescentra, een luchtbrug naar Zwitserse privé-klinieken. De voedingbodem voor dit soort initiatieven is gelegen in de schaarste in de zorg. Deze schaarste, in combinatie met marktwerking, bleek al eerder te leiden tot tweedeling en voorkruipzorg, namelijk in de ziekenhuiszorg. Hier waren het de werkgevers die er - na de privatisering van de ziektewet - belang bij kregen om werknemers snel weer op de werkvloer te krijgen. Zij probeerden betere en snellere zorg voor hun werknemers te verkrijgen, onder andere via bedrijvenpoli. Volgens Aegon is er sprake van een onomkeerbaar proces. Het laat zich niet tegenhouden. Dat zou ik nog wel eens willen zien bij een beter en krachtdadiger overheidsbeleid. Minister Borst heeft bij de ziekenhuiszorg te lang achter de ontwikkelingen aangelopen. Zo heeft ze jarenlang getwijfeld of ze de werkgeversinitiatieven tot voorkruipzorg toch niet moest toestaan onder voorwaarden. Die twijfel zal wel alles te maken hebben met het feit dat haar eigen kabinet de problemen zelf veroorzaakt heeft. Door jarenlang de zorgbudgetten af te knijpen. Door de privatisering van de ziektewet, waarvan de effecten onvoldoende overwogen zijn. ‘Ik moet bekennen dat we in het kabinet de gevolgen niet helemaal hebben overzien. We hebben gedacht dat het wel goed zou komen,’ liet de minister zich twee jaar geleden ontglippen in Medisch Contact. De Tweede Kamer heeft voorkruipzorg in de ziekenhuizen afgewezen. Nu hetzelfde fenomeen opdoemt in de ouderenzorg mag de Kamer niet afzijdig blijven. Het gaat er niet om welgestelde ouderen die zich luxe kunnen permitteren, deze te ontzeggen. Maar onder het huidige gesternte dreigt het Nederlandse zorgstelsel op deze manier steeds verder weg te geraken van het solidariteitsbeginsel. De solidariteit staat juist door de schaarste in de zorg onder zware druk. Weliswaar gaan er steeds meer stemmen op voor een basisverzekering voor iedereen. Maar de grote vraag is: hoe solidair willen we daarbij zijn? Welk deel van de zorg regelen we voor iedereen en welk deel wordt vrije keuze? De roep om het laatste wordt steeds luider, vooral vanuit de verzekeraars en de werkgevers. Hun pleidooi klinkt door in een nieuw liberaal offensief van de VVD. In de discussienota ‘Kiezen voor keuze’ pleit deze partij voor een grote onderhoudsbeurt. Het roer moet om, immers voor de burger die zijn verzekering betaalt, valt steeds minder te kiezen. AWBZ en ziekenfonds moeten verder worden uitgekleed en de aanvullende verzekeringen sterk uitgebreid. Het ziekenfonds wordt een basisverzekering voor iedereen met voor een groot deel nominale premie. ‘Alles voor iedereen in een brede volksverzekering met inkomensafhankelijke premies zal uiteindelijk een illusie blijken. Door veroudering van pakketten, wachtlijsten en zorgverschraling en dus kwaliteitsverlies wegens een tekort aan collectieve middelen (als gevolg van een natuurlijk plafond aan collectieve lasten) zal de druk op het systeem onhoudbaar toenemen,’ zo staat in de nota. Het ‘kiezen voor keuze’ van de VVD blijft dus beperkt tot een bepaalde groep, namelijk van degenen met een dikke portemonnee. Een tegenoffensief tegen deze liberale storm is hard nodig. Waarin we pleiten voor een basisverzekering met een zo hoog mogelijk solidariteitsgehalte. Dus premie naar draagkracht en een pakket dat niet onderdoet voor de huidige AWBZ en ziekenfonds, aangevuld tot alle noodzakelijke zorg en zonder lange wachttijden. Dus met de werkelijke zorgbehoefte als uitgangspunt voor de beschikbare middelen in plaats van een plafond. Zodat goede en menswaardige zorg voor iedereen toegankelijk is. En met ‘Willem Dreeshuizen’ waarin ieder graag oud wil worden.