opinie

Europees Handvest staat vol onverplichtende algemeenheden

Op de aanstaande Europese top in Nice zal het Ontwerp-Handvest van de grondrechten van de Europese Unie een hamerstuk zijn. Volgens Erik Meijer zullen de burgers van de Unie er weinig mee opschieten en zal het handvest voor Nederlanders niets toevoegen.

Het idee van een Europese Grondwet kent uiteenlopende soorten aanhangers. Sommigen zien er mogelijkheden in om grote stappen vooruit te zetten op het gebied van de in de meeste nationale grondwetten nu nog onderbelichte sociale grondrechten en individuele vrijheidsrechten. Een overkoepelend Europees document zou die achterstanden in één klap kunnen wegwerken. Anderen willen zo'n Grondwet vooral om de huidige Europese Unie te beschrijven en eventuele toekomstige ontwikkelingen naar één superstaat te rechtvaardigen, zonder dat de inwoners van Europa er enig nieuwe recht aan kunnen ontlenen. De voorstanders van dat tweede standpunt hebben hun eerste slag gewonnen. Het Ontwerp-Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat door de EU-leiders in Biarritz wordt besproken, is nog lang geen Grondwet, maar het wordt vaak wel gezien als aanzet in die richting.

Op het eerste gezicht lijkt het Handvest nauwelijks omstreden. Grote politieke partijen en andere organisaties juichen het initiatief toe. Maar de vraag blijft wat we er echt mee opschieten. Op het gebied van mensenrechten en burgerrechten zou het Handvest niet het eerste verdrag zijn dat Nederland ondertekent. Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) van de Raad van Europa bestaat al sinds 1950 en bindt meer landen dan alleen de lidstaten van de huidige Europese Unie. Op het terrein van de sociale rechten geldt datzelfde sinds 1919 voor de wereldwijde verdragen van de Internationale Arbeids Organisatie (ILO). In 1961 werd op het punt van sociale en economische grondrechten al het Europees Sociaal Handvest gesloten. Op nationaal niveau zijn de meeste rechten uit het EVRM terug te vinden in de Grondwet of andere wetten. Voor de inwoners van Nederland voegt het Handvest daarom niets toe. Het "bevestigt de rechten die met name voortvloeien uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities en internationele verplichtingen van de lidstaten", waarbij wordt verwezen naar het EVRM, verdragen en rechtsontwikkeling van de Europese Unie zelf. Het Handvest staat vol onverplichtende algemeenheden. Zoals artikel 38: "In het beleid van de Unie wordt een hoog niveau van consumentenbescherming verzekerd." Wat biedt dit meer dan de constatering dat daarover al nationale wetten bestaan en dat de EU heeft geregeld dat zulke rechten óók gelden voor goederen die je uit het buitenland haalt? Of artikel 25: "De Unie erkent en eerbiedigt het recht van ouderen om een waardig en zelfstandig leven te leiden en om aan het maatschappelijk en cultureel leven deel te nemen." De basisvoorwaarde voor een dergelijk recht is een fatsoenlijk inkomen, iets wat veel gepensioneerden niet hebben en waar het Handvest verder niets aan verandert. Een recht dat niet uitgeoefend kan worden is helemaal geen recht.

In het beraad ter voorbereiding van het Handvest is gebleken dat er vooral over de rechten van werknemers meningsverschillen bestonden. Dat heeft uiteindelijk geleid tot het volstrekt betekenisloze artikel 27: "Werknemers of hun vertegenwoordigers moeten zekerheid krijgen dat zij op de passende niveaus tijdig worden voorgelicht en geraadpleegd." Artikel 28 geeft "recht op collectieve onderhandelingen en collectieve actie" en artikel 30 "bescherming bij kennelijk onredelijk ontslag". Het Handvest zou nut hebben als het landen als Nederland verhindert om zulke rechten in de toekomst af te schaffen, en tot nu toe weigerachtige staten – zoals Groot-Brittannië – dwingt om ze in te voeren. Maar dat wordt al bij voorbaat onmogelijk gemaakt omdat in het Handvest staat dat de rechten "overeenkomstig het gemeenschapsrecht en de nationale wetgevingen en praktijken" moeten zijn. Die praktijken zijn binnen de EU volstrekt tegenstrijdig. Sterke beperkingen op het stakingsrecht blijven mogelijk. Artikel 28 geeft werknemers weliswaar het recht om "collectieve acties te ondernemen ter verdediging van hun belangen, met inbegrip van staking", maar rechtvaardigt die acties alleen voor zover zij in overeenstemming zijn met de nationale "wetgevingen en praktijken".

Wat is het nut van een Handvest dat in de praktijk geen uitbreiding van rechten oplevert, maar alleen verwarring zaait over de verschillen met andere verdragen en over de plek waar je je recht kunt halen? Het verschuift vooral zaken van het Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg naar het Europese Hof van Justitie in Luxemburg, en daar ben je waarschijnlijk niet beter af. Aan de inwoners van de lidstaten is nooit gevraagd of zij een Europees leger wenselijk vinden, maar toch zijn er al flinke stappen in die richting gezet. De kiezers van de meeste lidstaten zijn ook nooit geraadpleegd over de invoering van de Euro. Het Handvest verleent de EU invloed op gebieden die voorheen tot het exclusieve domein van nationale parlementen hoorden, zoals het strafrecht. Als de Europese Unie op de huidige manier blijft functioneren krijgt niet het Europese Parlement het laatste woord over zulke zaken. Die komen terecht bij verre vage instanties waarop niemand ooit heeft kunnen stemmen, zoals de Europese Commissie, het Europese Hof van Justitie en de Europese Centrale Bank. Een verdrag voor de mensenrechten behoort niet ondergeschikt gemaakt te worden aan een politiek doel. Volgens verklaringen van Duitse en Italiaanse regeringsleiders, ter ondersteuning van een wettelijk bindend Handvest, is het Handvest bedoeld als volgende stap in de richting van een Europese superstaat met een eigen grondwet, die vóórgaat boven de grondwet van lidstaten, precies zoals het Gemeenschapsrecht tegenwoordig voorgaat boven het eigen nationale recht. Dus andermaal verloopt de Europese integratie niet openlijk en onder democratisch toezicht, maar sluipt zij naderbij, stukje bij beetje, op kousevoeten. Tijdens het Tweede Kamerdebat over de Europese Unie op 10 oktober toonden zelfs woordvoerders van de paarse regeringspartijen, die het Handvest toejuichen als een "potentieel belangrijke bijdrage aan de EU-rechtsorde", hun twijfels. Ze lieten blijken dat ze in ondertekening van het EVRM door de EU een serieus alternatief zien. Veel nadrukkelijker was datzelfde voorstel al eerder gedaan door de FNV en het Europees Verbond van Vakverenigingen. Het is natuurlijk jammer van het vele voorbereidende werk dat door het Convent van 62 vooraanstaande Europeanen in het Handvest is gestoken, maar voor de inwoners van Europa zou het beter zijn als dit Ontwerp-Handvest maar snel wordt vergeten.