opinie

Decoder moet hier geen gebruik worden

De Tweede Kamer bespreekt vandaag de Europese richtlijn "Televisie zonder grenzen". Daarin wordt het vrije verkeer van de tv-omroep in de interne Europese markt geregeld. Een belangrijk onderdeel ervan vormt de mogelijkheid voor lidstaten om een lijst aan te leggen van evenementen die voor de samenleving als geheel van belang zijn en daarom op het open tv-net uitgezonden dienen te worden. Het is van groot belang dat er een uitgebreide evenementenlijst komt, omdat anders de uitzendrechten van bijzondere sportieve en culturele gebeurtenissen aan de hoogste bieder worden verkocht, die daardoor achter de decoder of in de duurste pakketten verdwijnen.

Commerciële televisiebazen, zeker de grote jongens uit het buitenland, beschikken nogal eens over budgetten waarvan de publieke omroep slechts kan dromen. Zouden zij er in slagen de exclusieve rechten te verwerven over de belangrijkste evenementen, denk aan het WK Voetbal, het Eurovisiesongfestival of, dichter bij huis, de Elfstedentocht, dan zou de publieke omroep weer verder van huis raken. Alleen al om die reden is het van belang dat de evenementenlijst een lange lijst wordt. Sport7 was het enkele jaren geleden bijna gelukt om een betaal-sportkanaal te introduceren. Gelukkig ontstond er zoveel maatschappelijke commotie rondom Sport7, dat de regering zich uitsprak voor een brede en betaalbare beschikbaarheid van sportevenementen via verspreiding door het open net. Dit moet de regering volhouden en maakt de keuze voor een lange evenementenlijst logisch.

Die lijst garandeert niet alleen dat iedere burger toegang heeft tot actuele verslaggeving van evenementen, maar ook een betaalbare prijs. Dat is in feite ook het uitgangspunt van de Mediawet en het sportbeleid. Er wordt veel gemeenschapsgeld besteed aan de ontwikkeling van sport en het in stand houden van voorzieningen, dus is het zonder meer redelijk om te eisen dat het uiteindelijke product bijvoorbeeld in de vorm van een sportwedstrijd, voor een breed publiek toegankelijk is. Dat vereist betaalbaarheid. De vraag is natuurlijk wel wat betaalbaar is. Vrij algemeen wordt gevreesd dat tv-kijken, ook de goedkoopste pakketten, binnen enkele jaren fors duurder zal worden. De eerste voorbeelden doen zich na al voor in de regioís Amsterdam en Utrecht. Onder het mom van meer keuzevrijheid bieden kabelexploitanten A2000 en Casema pakketten aan waarvoor geldt: minder televisie voor meer geld. Deze problematiek wordt door de regering erkend en zal bij de kabelnotitie aan de orde komen. In de tussentijd zullen kabelexploitanten naar verwachting hun schandalige praktijken voortzetten. Volgens de SP zou hierop zo spoedig mogelijk beleid ontwikkeld moeten worden om de uitkleding van het basispakket tegen te gaan. Of er een uitgebreide evenementenlijst komt, valt te betwijfelen. De sportwereld, vertegenwoordigd door het NOC*NSF, pleit voor een korte lijst omdat daardoor meer onderhandelingsruimte ontstaat, wat zal leiden tot meer inkomsten uit tv-rechten. Dat advies vormt een bedreiging voor de publieke omroep, is in het nadeel van de kijker en uiteindelijk ook niet goed voor de sport. Wij zien meer in de voorstellen van de NOS, onder meer om alle EK- en WK-voetbalwedstrijden op de evenementenlijst te plaatsen, zodat die rechtstreeks en volledig via het open net bekeken kunnen worden.

Verder is het een goed idee om de mogelijkheid tot actualisering van de lijst open te houden. Er zullen echt nog wel bijzondere gebeurtenissen komen die voor grote groepen kijkers interessant zijn. Alleen al het feit dat de lijst nu voor het eerst wordt opgesteld, maakt het raadzaam om zo ruim mogelijk te beginnen. Schrappen kan altijd nog. Maar zijn evenementen eenmaal van de lijst verdwenen of hebben ze daar nooit op gestaan, dan komen ze er niet zo gemakkelijk meer op. Dat is vooral voor voetballiefhebbers een onaantrekkelijke gedachte.