opinie
Harry van Bommel:

Heroïneverstrekking: wedden op het verkeerde paard

Heroïneverstrekking lijkt een makkelijke oplossing voor een moeilijk probleem. Op het eerste oog wordt zowel de verslaafde als zijn omgeving er beter van. Om die reden is er vanuit veel steden, Amsterdam voorop, de roep om maar snel met uitgebreide verstrekking te beginnen. Burgemeester Patijn zei onlangs op een VVD-bijeenkomst zelfs het wetenschappelijk experiment van minister Borst te willen overslaan. Gezien de overlast is de roep om snel handelen wel begrijpelijk, maar met het verstrekken van heroïne wedt men op het verkeerde paard.

Voorstanders van heroïneverstrekking verwachten dat de gezondheidssituatie van verslaafden zal verbeteren en dat overlast die verslaafden veroorzaken fors zal teruglopen. Zij verwijzen daarbij vrijwel zonder uitzondering naar een driejarig Zwitsers onderzoek dat eind vorig jaar werd afgesloten en waarbij inderdaad opmerkelijke resultaten werden geboekt. Nadere bestudering van dat onderzoek leert echter dat er grote verschillen zijn tussen de Zwitserse en de Nederlandse situatie. In Zwitserland werd heroïne in een aanvullend pakket hulpverlening aangeboden en is er niet gewerkt met een controlegroep van verslaafden die geen heroïne verstrekt kregen. Daardoor is onduidelijk wat de gunstige effecten heeft veroorzaakt: de heroïneverstrekking of de verbeterde hulpverlening. Minister Borst noemt in een brief aan de Kamer het Zwitserse programma om die reden "te beperkt om de onderzoeksvraag in Nederland te beantwoorden over de effectiviteit." Bij de vakgroep epidemiologie van de Universiteit van Limburg zei men eerder onomwonden: "Sociaal zijn er misschien wel wat positieve effecten, maar wetenschappelijk is het een puinzooi." Alleen al om die reden kan de oproep van Patijn om een experiment over te slaan beter worden opgevat als borrelpraat.

Dat heroïneverstrekking ook in de Nederlandse situatie een gunstig effect op de gezondheid van gebruikers zal hebben, lijkt aannemelijk. Het regelmatige gebruik, zonder kosten en onder medisch toezicht zal daar vermoedelijk aan bijdragen. Het effect op de openbare orde is echter volstrekt onvoorspelbaar. Omdat de meeste verslaafden poly-druggebruikers zijn, zal er ook in de toekomst op straat gedeald en gebruikt worden, met name cocaïne. Het is vooral deze drug die men in het openbaar gebruikt, veelal in en om de metrostations. Omwonenden van het metrostation Wibautstraat, die onlangs tegen de overlast van verslaafden in opstand kwamen, hoeven van de verstrekking van heroïne dan ook niet veel voordeel te verwachten. Omdat het heroïnegebruik langzaam afneemt en het gebruik van cocaïne groeit kan die overlast zelfs toenemen. Daarnaast is er een aanzienlijke groep verslaafden die niet voor verstrekking in aanmerking wil komen. Het bureau Warmoesstraat enquêteerde 260 heroïneverslaafden in de binnenstad en stelde vast dat één op de twee verslaafden niet wil deelnemen omdat men dan het gevoel zou krijgen "voorgoed opgegeven" te zijn. Ook zij zullen voor hun drugs de straat op blijven gaan. Een hoopgevende uitkomst van de enquête is dat 74 procent van de ondervraagden zegt te willen afkicken. Des te schrijnender is het daarom dat er door het hele land nog steeds maandenlange wachttijden zijn voor opname in een verslavingskliniek. Die capaciteit zou op korte termijn moeten worden uitgebreid. Een motie van de SP-fractie in de Tweede Kamer om de wachttijden drastisch terug te dringen is wel aangenomen maar heeft nog niet het gewenste effect gehad. De minister laat op dit punt duidelijk een steek laten vallen.

Sommigen menen dat de verstrekking van heroïne zal leiden tot een grotere kans op het uiteindelijk onthouden van druggebruik. In dit verband noemt minister Borst het "bijzonder hoopvol" dat van de 1035 Zwitserse deelnemers er 83 naar een afkickprogramma overstapten. Die beoordeling wekt verbazing omdat er nu al in ons land behandelmethoden zijn die een veel beter resultaat scoren. Het Trimbos-instituut bracht onlangs het effect van interventies bij drugsproblemen in kaart en meldt dat 5 jaar na een verblijf van ongeveer een jaar in een therapeutische gemeenschap 20 procent van de cliënten zich nog steeds onthoudt van druggebruik. Deze behandeling, die zuiver gericht is op afkick en resocialisatie, mag met recht extreem hoopvol worden genoemd. Het is niet uit te leggen dat deze methode niet voor veel meer mensen beschikbaar komt.

Tenslotte is er een aspect dat maakt dat zelfs een experiment met verstrekking in ons land een verkeerde keuze is. Om op korte termijn te scoren voeren burgemeesters, politiecommissarissen en dominees de druk op om op grote schaal te gaan verstrekken. De kans is daardoor groot dat de geschiedenis van de methadonverstrekking zich gaat herhalen. Die verstrekking is ook kleinschalig en met ambitieuze doelstellingen begonnen maar verworden tot een massale en kritiekloze afgifte van het middel zonder dat er ooit een wetenschappelijke evaluatie heeft plaatsgevonden. Het is hoog tijd over te gaan tot standaardisering van werkwijzen bij methadonverstrekking zodat er eindelijk effectonderzoek en kwaliteitstoetsing kan plaatsvinden. Alleen zo kunnen methadonprogramma's verder worden verbeterd zodat ook hier meer kansen op een leven zonder verslaving ontstaan. Nu beginnen met heroïneverstrekking is gelijk aan een premie zetten op langdurig gebruik en onaangepast gedrag. Daardoor zullen veel hulpverleners én verslaafden op dood spoor raken zonder dat er een weg terug is.

Betrokken SP'ers