Van Apeldoorn: kabinet heeft diepe zakken, maar niet voor iedereen
Middenin de grootste economische crisis sinds de jaren 30, is erover bijna het gehele politieke spectrum besef dat we iets moeten doen aan de groeiende ongelijkheid. Dat constateert SP-Eerste Kamerlid Bastiaan van Apeldoorn bij de financiële beschouwingen in de Eerste Kamer. ‘We moeten meer dan doen dan alleen de economische coronabrand blussen, maar juist nu ook investeren om de toenemende sociale kloven in ons land te dichten.’
De coronacrisis legt de al bestaande sociale ongelijkheid bloot en dreigt deze nog verder te vergroten. Lageropgeleiden, mensen zonder vaste baan en mensen met een migratie-achtergrond worden onevenredig hard getroffen. SP-senator van Apeldoorn: ‘In onze overgeflexibiliseerde arbeidsmarkt zijn met name jongeren en zelfstandigen als eerste de klos. Ook in het onderwijs dreigt de al bestaande kansenongelijkheid nog verder vergroot te worden. Des te meer reden om echt massaal in onderwijs te investeren, iets wat dit kabinet nalaat.’
Het kabinet maakt duidelijk politieke keuzes in de verdeling van de steunmaatregelen. ‘Minister Hoekstra (Financiën, CDA) heeft diepe zakken, maar als het eropaan komt blijken ze dieper voor de een dan voor de ander’, constateert Van Apeldoorn. ‘De zakken blijken het diepst als het gaat om het redden van grote bedrijven, en ook voor het spekken van het bedrijfsleven dat helemaal niet gered hoeft te worden, maar dat prima winsten draait, zoals met de zogenaamde Baangerelateerde Investeringskorting (BIK), die alleen helemaal geen banen blijkt te scheppen’.
Tegenover de miljarden die zonder onderbouwing zo maar worden weggegeven aan bedrijven staan het uitblijven van meer beloning voor zorgpersoneel en het doorgaan van de huurstijging. Van Apeldoorn: ‘Het blijft schokkend dat in een tijd waar de miljarden je om de oren vliegen, de zorghelden die ook nu weer in de frontlinie staan, wat dit kabinet betreft geen structurele verbetering van hun beloning tegemoet mogen zien. En dat de huurders zich tijdens deze recordrecessie geconfronteerd zien met de grootste huurstijging sinds jaren omdat dit kabinet een huurstop een brug te ver vindt. Dat is niet alleen asociaal maar druist ook tegen de tijdgeest in.’
Want het politieke en ideologische tij is aan het keren, weg van het neoliberalisme, van liberaal naar sociaal. Alleen heeft het derde kabinet Rutte die draai nog niet echt gemaakt. In het debat met minister Hoekstra bleek opnieuw, toen van Apeldoorn hier op doorvroeg, dat dit kabinet het geen enkel probleem vindt dat in Nederland de vermogensongelijkheid extreem groot is, veel groter dan in andere rijke landen (de 1 procent rijksten bezitten maar liefst 1/3e van het hele vermogen, en de 10 procent rijkste 2/3e). Daar wil de regering dus ook helemaal niets aan doen. Bijvoorbeeld door een miljonairsbelasting in te voeren zoals de SP voorstelt. Dan zou je er ook voor zorgen dat in deze coronacrisis de sterkste schouders ook echt de zwaarste lasten dragen.
Ook doet het kabinet te weinig aan de nu weer snel oplopende armoede in Nederland. Kortom, het is goed dat de regering met alle steunpakketten de economie draaiende probeert te houden, en dat we voorlopig af zijn van de neoliberale bezuinigingsdwang die ons land sinds het begin van de jaren 80 heeft geteisterd. Maar als we sterker uit deze crisis willen komen moeten we ook echt investeren in een socialer Nederland, een Nederland waarin er een einde komt aan de tweedeling die onder drie kabinetten Rutte alleen maar gegroeid is. Maar ook met zijn laatste begroting, de vele extra miljarden die worden uitgegeven ten spijt, laat het kabinet opnieuw die kans liggen.’